Wat moet je kunnen
Uitleggen hoe een chromosoom is opgebouwd
Uitleggen wat zusterchromatiden zijn
Uitleggen wat homologe chromosomen zijn
Begrijpen van de begrippen haploïd (n) en diploïd (2n)
Onderscheid kunnen maken tussen mitotische en meiotische celdeling
De stappen binnen mitose en meiose kunnen benoemen en uitleggen
Berekenen hoeveel variaties in gameten een organisme kan hebben
De verschillen kunnen uitleggen tussen spermatogenese en oögenese
De dikgedrukte termen uit het boek kunnen definiëren
Het chromosoom
Het chromosoom bestaat uit twee chromosoomarmen met hiertussen en centromeer. Wanneer het DNA
verdubbeld is (na de S-fase en voor de celdeling) zijn er twee zusterchromatiden. Dit zijn exacte kopieën
van het chromosoom, die met elkaar verbonden zijn door het centromeer. Tijdens mitose en tijdens
meiose II (maar niet meiose I) worden de zusterchromatiden opgesplitst en komt elk chromatide in één
van de dochtercellen terecht. Die heeft dan weer één kopie van het chromosoom.
Centromeer
De plek van het centromeer kan metacentrisch (centromeer in het midden), submetacentrisch
(centromeer zit tussen het midden en één van de eindjes), acrocentrisch (centromeer zit bijna aan het
eind) of telocentrisch (centromeer zit aan het uiteinde) zijn.
Haploïd of Diploïd
- n = is het aantal chromosomen in een haploïde cel, voor een mens 23
- 1n = Haploïd, 2n = Diploïd
- Geslachtscellen (eicellen, spermacellen) zijn haploïd
- Somatische cellen zijn diploïd (tenzij anders aangegeven)
Homologe chromosomen
Chromosomen die tijdens de meiose met elkaar recombineren (synapsis) en over het algemeen identiek
zijn wat betreft de genen die erop zitten en de plaats van het centromeer.
verschillen: de allelen voor elk aanwezig gen.
Biparentele overerving:
- één paternaal homoloog chromosoom (van je vader)
- één maternaal homoloog chromosoom (van je moeder).
X en Y chromosoom (geslachtschromosomen) zijn niet gelijk aan elkaar maar zijn wel een homologe
chromosomenpaar. Autosomale chromosome = autosomen = alle andere chromosomen
- Allelen: twee varianten van hetzelfde gen.
- Locus: de plaats waar dit gen zich bevind.
2
, Mitose
De ‘gewone’ celdeling. Twee hoofdstappen:
1. Karyokinese: verdeling van het genetisch materiaal en deling van de celkern
2. Cytokinese: deling van de rest van de cel
Bestaande uit:
- Interfase: betaande uit G0 G1 S-fase en G2
- G0: cel is in ‘rust’: leeft en functioneert wel, maar deelt niet.
- G1: geen DNA synthese, wel celgroei, differentiatie proces waarbij een weinig
gespecialiseerde cel verandert in een meer gespecialiseerde cel
- S-fase: DNA replicatie: vorming van zusterchromatiden
- G2: geen DNA synthese, wel celgroei, differentiatie
1. Profase: Het verdubbelde DNA concentreert zich tot homologe Chromosomen
2. Prometafase: Centriolen liggen aan beide polen van de cel en de spoeldraden worden gevormd
3. Metafase: Metafaseplaat wordt voltooid en de centromeren van de chromosomen gaan in een
lijn liggen
4. Anafase: de zusterchromatiden van elk verdubbeld chromosoom worden uit elkaar getrokken
5. Telofase: De zusterchromatiden bereiken de polen en de cel begint met delen
Disjunctie
het scheiden van de twee zusterchromatiden (tijdens anafase). Zusterchromatiden (sister chromatids)
worden na scheiding dochterchromosomen
Meiose
Meiose I: de homologe chromosomen vormen paren (synapsis). In de mitose gebeurt dit niet.
Metafase I: de chromosoomparen liggen naast elkaar in het equatoriaal vlak (als tetrades). In de mitose
liggen alle chromosomen op één vlak.
- In de reductionele deling belandt van elk homoloog chromosoompaar één chromosoom in elke
dochtercel. Deze dochtercellen zijn nu haploïd, maar elk chromosoom bestaat nog uit twee
zusterchromatiden (dyades). Ze hebben van elk chromosoom er maar één.
- Na de mitotische deling zijn wel alle chromosomen aanwezig (diploïd), maar van elk chromosoom
maar één zusterchromatide.
- In de tweede meitosiche deling worden de chromosomen die overgebleven zijn opgesplitst in
zusterchromatiden. De cellen blijven haploïd.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dominiquetermaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.