Een samenvatting van het vak bedrijfseconomie, of ook wel financieel fundament genoemd van het online leerprogramma educatiever. Deze samenvatting behandeld de hoofdstukken 1 t/m 7 en tussendoor commercieel rekenen van de cursus Bedrijfseconomie HAN. Deze klopt voor de studiejaren 2020 t/m 2022 aan...
Bedrijfseconomie
Hoofdstuk 1: Beginbalans
Ondernemer: denkt in termen van winst.
Risico: dit neemt de ondernemer omdat het idee niet kan aanslaan.
Ondernemingsplan: het hele idee van de onderneming; strategie,
marketing en het bedrijfseconomische deel.
Investeringsplan: de basis van het financiële gedeelte van het
ondernemingsplan. Een onderneming heeft namelijk bezittingen, en het
investeringsplan is daar een lijst van.
Vaste activa: lange bezittingen –bedrijfspand, machines, bedrijfsauto–
langer dan 1 jaar.
Vlottende activa: korte bezittingen –voorraden, geld in kas, geld op
bank– korter dan 1 jaar.
Gebouwen in huur/koop: kopen vaste activa. Huren staat er niet op
tenzij het ‘vooruitbetaalde huur’ is (bij vlottende activa).
Vooruitbetaalde bedragen: bedrag is al betaald en staat voorlopig een
presentatie tegenover (staat bij vlottende activa).
Inventaris: voorraden + geld in bank en kas.
Financieel plan: geeft inzicht in hoe de bezittingen gefinancierd kunnen
worden.
- Hoe bezittingen door derden gefinancierd kunnen worden
- Hoeveel eigen vermogen ingebracht moet worden om de
financiering rond te krijgen
De financieringsbehoefte: hoeveel geld er in totaal nodig is voor het
investeringsplan. *Financieringsbehoefte = EV + VV*
Financieringsgat: hoe veel middelen hij moet werven van andere
financiers. *Financieringsgat = (EV+VV) – geld wat zeker nodig is*
Eigen vermogen (EV): wat de eigenaar zelf aan bezittingen inbrengt.
(Ook bvb een auto)
*inbreng in geld + inbreng in natura (gebouw + grond)*
Vreemd vermogen (VV): dit is geld van derden, wat terugbetaald moet
worden in leningen.
*lang vv: lening langer dan 1 jaar | kort vv: lening moet binnen een jaar
worden afgelost*
Rekening courant krediet: de ondernemer kan tot een bepaald bedrag
rood staan.
Crediteuren: leveranciers van de op rekening gekochte goederen en
diensten.
Voorbeeld complete beginbalans: Balans ‘naam’ per ‘datum’
Debet (activa) Credit (passiva)
Vaste activa €. Eigen vermogen €.
o Grond . o Eigen vermogen .
o Gebouwen €. Lening vreemd vermogen €.
o Machines . o Hypothecaire lening .
o Auto €. o Persoonlijke lening €.
Vlottende activa . Kort vreemd vermogen .
o Voorraden €. o crediteuren €.
o Debiteuren . o Rekening courant .
, o Kas - bank €. krediet €.
Totaal . .
€. Totaal €.
. .
€. €.
. .
€. €.
. .
€.
. €.
€. .
.
De gouden balansregel: de som van het eigen vermogen en vreemd
vermogen op lange termijn moet minimaal gelijk zijn aan de som van de
vaste activa en het vaste gedeelte van de vlottende activa.
Hoofdstuk 2: De resultatenrekening
Resultatenbegroting: overzicht over de begrote winst wat deel is van
het ondernemingsplan. Kan op elk moment van een onderneming
opgemaakt worden. Exclusief BTW.
Resultatenrekening: overzicht van de totstandkoming van de winst.
(winst/verlies rekening)
Het gaat om opbrengsten en kosten.
Omzet €
-/- Inkoopwaarde omzet €
-/- Afschrijvingskosten €
-/- Loonkosten €
-/- Huurkosten €
-/- Overige kosten €
-/- Rentekosten €
= Nettowinst €
Nettowinst: wordt bepaald door van de opbrengsten de kosten af te
trekken.
Opbrengsten: bestaan uit contante verkopen en verkopen op rekening.
o Contante verkopen: verkopen die direct betaald zijn met pin/cash.
o Verkopen op rekening: verkopen waarbij de klant het bedrag later
betaald.
o Berekening: *opbrengst (omzet) = verkoopprijs x afzet*
Kosten: (vaste en variabele)
Inkoopwaarde o Bedrag waartegen goederen zijn ingekocht.
omzet o *IWO = inkoopprijs x afzet*
Afschrijvingskoste o Waardedaling van gekochte bedrijfsmiddelen
n o Behoren tot de vaste kosten
o Restwaarde: bedrag wat overblijft als de waarde is
gedaald
o Jaarlijkse afschrijvingen:
investeringsbedrag−restwaarde na x aantal jaren
afschrijvingsduur ( ¿ jaren )=X
Loonkosten o Uitkering van lonen aan personeel
Huurkosten o Kosten die je kwijt bent aan het huren van een pand
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annabelpolman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.