Portofolio MRI
Khadijah Hussain
620955
MBRT Voltijd
MB1a
1
,Inhoudsopgave
MRI-Basis……………………………………………………………………………………………………………………………………….…3
MRI-Basis 1………………………………………………………………………………………………………………………………….,..…3
MRI-Basis 4……………………………………………………………………………………………………………………………………..13
MRI-GRE………………………………………………………………………………………………………………………………………….33
MRI-GRE 1……………………………………………………………………………………………………………………………………….33
MRI-GRE 2……………………………………………………………………………………………………………………………………….36
MRI-GRE 3……………………………………………………………………………………………………………………………………….46
MRI-GRE 5……………………………………………………………………………………………………………………………………….48
MRI-GRE 8……………………………………………………………………………………………………………………………………….50
MRI-FF…………………………………………………………………………………………………………………………………………….53
MRI-FF 1………………………………………………………………………………………………………………………………………….53
MRI-FF 2………………………………………………………………………………………………………………………………………….55
MRI-FF 4………………………………………………………………………………………………………………………………………….57
MRI-FF 5………………………………………………………………………………………………………………………………………….58
MRA……………….....................................................................................................................................60
MRA-3……………………………………………………………………………………………………………………………...……………..60
MRA-6…………………………………………………………………………………………………………………………………………..…63
MRA-8……………………………………………………………………………………………………………………………………………..66
MRI-DIFF……………………………………………………………………………………………………………………………..………….78
MRI-DIFF1……………………………………………………………………………………………………………………………………….78
Bronnenlijst………………………………………………………………………………………………………………………..………….79
2
, Studieonderdeel 1 en 2: MRI Basis - Diagnostische toets en toets analyse
De meeste van onderstaande vragen zijn opgesteld als stelling; steeds is de vraag: “Is dit
juist”. Antwoord dus met J of N.
1. MRI
Ferromagnetische materialen worden na blootstelling aan een magnetisch veld zelf
magnetisch.
- J
2. MRI
Free Induction Decay is het signaal, dat ontstaat tijdens de echo.
- N
3. MRI open vraag:
Leg uit wat het FID-signaal is:
- FID signaal ontstaat na de Echo, maar wel voor de 180 graden puls
- FID is het signaal dat voor de Echo ontstaat
4. MRI
De longitudinale relaxatie wordt weergegeven in een dalende curve, die het verval
van de longitudinale magnetisatie weergeeft.
- N
- T1 herstel = T1 relaxatie = longitudinale relaxatie
- T2 verval = T2 relaxatie = transversale relaxatie
5. MRI
In onderstaande afbeelding spinnen de H-kernen in fase.
out of phase
- N
in phase 6. MRI
De precessiefrequentie van de kernspins in een 0,5 T MRI is 21,29 Hz.
- N
- Lf= ˠ x ɞ
- Mhz = (Mhz/T) x T
- 42,57 x 0,5 = 21, 29 MHz
3
,7. MRI
Onderstaand figuur geeft de precesserende kernspins aan in een MRI apparaat,
voordat een radiopuls wordt uitgezonden.
- J
- 5 parallele protonen
- 3 anti parallele protonen
- 3 gaan over elkaar heen
- Twee protonen blijven over die je nodig hebt voor het signaal
- Overschot tel je dus op en dat is dan je magnetisatie M
8. MRI
De TR is de tijd tussen de RF-puls en het uitlezen van de echo.
- J
- N
9. MRI
Onderstaande afbeelding heeft een T2-weging.
- J
4
,10. MRI
Een lange TE optimaliseert T1-contrast.
- N
11. MRI
Bij de spin-echo sequentie wordt eerst een 90-puls gegeven en dan een 180-puls,
voordat de echo wordt uitgelezen.
- J
12. MRI
Gegeven:
TR = 2500, aantal NEX (NSA) = 1, matrixgrootte = 256, 60% reduced percentage
Stelling:
De scantijd ligt tussen de 6 en 7 minuten.
- N
- J
- Scantijd berekenen: Trx matrix x NSA
- Bij TSE → TR x matrix x NSA / (turbo factor)
- 2,5 x (0,6 x 256 ) x 1 = tussen 6 en 7 minuten
13. MRI – open vraag
Streep in onderstaande tabel de foute antwoorden weg:
T1 T2
Hoog signaal Oedeem Oedeem
Cysten Cysten
MRI-contrastmiddel MRI-contrastmiddel
Vet Vet
Lucht Lucht
Calcificaties Calcificaties
Corticaal bot Corticaal bot
Laag signaal Oedeem Oedeem
Cysten Cysten
MRI-contrastmiddel MRI-contrastmiddel
Vet Vet
Lucht Snel stromend bloed
Calcificaties (hangt af van de
Corticaal bot snelheid)
Lucht
Calcificaties
Corticaal bot
T1 and T2
Geen signaal Oedeem
Cysten
5
, MRI-contrastmiddel
Vet
Lucht
Calcificaties
Corticaal bot
- Botten → buitenkant is cortex = zwart. Binnenkant is beenmerg = grijd (wel af te
beelden)
- Kalk = zwart
- Lucht = zwart
14. MRI open vraag
Wat is een gradient?
- Door middel van een gradient wordt een RF puls opgewekt
15. Bij gebruik van de plakselecterende gradient wijzigt de frequentie van de kernen,
zodat een RF puls met een specifieke frequentie alleen resoneert met een aantal
kernen die langs de gradient liggen, waardoor deze omklappen,afhankelijk van de
fliphoek.
(MRI in practice – Encoding and Image Formation)
- J
16. MRI
Gegeven: bij een patiënt worden 2 coronale scans gemaakt van de hersenen. Het
FOV is bij beide scans gelijk. Bij scan A is de plakdikte 2 mm en bij scan bij is de
plakdikte 5 mm.
Stelling: de SNR is bij scan A groter dan bij scan B.
- N
17. MRI open vraag
Maak onderstaande tabel kloppend:
PARAMETER Gevolgen
TR wordt verhoogd • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter (blijft hetzelfde)
• T1 weging wordt beter/slechter
• T2 weging wordt beter/slechter
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
(onveranderd)
TR wordt verkleind • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter (blijft hetzelfde)
• T1 weging wordt beter/slechter
• T2 weging wordt beter/slechter
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind (blijft
zelfde)
6
,TE wordt verhoogd • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter (blijft hetzelfde)
• T1 weging wordt beter/slechter
• T2 weging wordt beter/slechter
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind (blijft
hetzelfde)
TE wordt verkleind • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter (blijft hetzelfde)
• T1 weging wordt beter/slechter
• T2 weging wordt beter/slechter
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind (blijft
hetzelfde)
NEX wordt verhoogd • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter
• T1 weging wordt beter/slechter (onveranderd)
• T2 weging wordt beter/slechter (onveranderd)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
(onveranderd)
NEX wordt verkleind • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/Korter
• T1 weging wordt beter/slechter (onveranderd)
• T2 weging wordt beter/slechter (onveranderd)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
(onveranderd)
Plakdikte wordt vergroot • SNR groter/kleiner (er zitten meer
waterstofprotonen)
• Scantijd wordt langer/korter (blijft gelijk)
• T1 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• T2 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind (door het
partial volume effect)
Plakdikte wordt verkleind • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter
• T1 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• T2 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
FOV wordt vergroot • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter (blijft gelijk)
• T1 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• T2 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
FOV wordt verkleind • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/Korter (blijft gelijk)
• T1 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• T2 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
Matrix wordt vergroot • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter
• T1 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• T2 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
7
, Matrix wordt verkleind • SNR groter/kleiner
• Scantijd wordt langer/korter
• T1 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• T2 weging wordt beter/slechter (blijft gelijk)
• Spatiële resolutie wordt vergroot/verkleind
18. MRI
Onderstaande afbeelding is een schematische tekening van een SE
- N, dit is Gradient echo
TR
RF RF
FID echo FID
rephase
frequency
encode
dephase
TE
SE:
- RF
- Gz
- Gx
- Gy
- Echo
GRE:
- Heeft geen 90 graden puls
- Heeft een hoek puls
- Wordt gemaakt door een dubbele gradient schakeling
- De x gradient maakt de echo
19. MRI
Bij een MRI-onderzoek van de schedel in het transversale vlak zal de coupe
geselecteerd worden door de gradiënt die in de Z-as verloopt.
- J
8
,20. MRI
De gradiënt voor de fasecodering wordt bij een Spinecho pulssequentie tussen de
90° de 180° puls aangezet of tussen de 180° puls en de echo.
- J
21. MRI open vraag (bron 1)
Leg uit hoe de plakselectie tot stand komt.
- Plak codering gradiënt/plakselectie:
➢ Eerst wordt de Z gradiënt aangezet
➢ Hierdoor wordt er een magneetveld gegenereerd in de Z richting die toegevoegd
wordt aan de B0.
➢ Een sterkere Gz= bijvoorbeeld, betekend dart er een iets sterkere B0
magneetveld in het hoofd is dan in het iso-centrum van de magneet
➢ Als je een sterkere B0 veld hebt, betekend dit dat er een hogere larmor frequentie
is
➢ Er heerst een ander Bo veld langs de helling van de gradiënt met als gevolg dat
alle protonen met een ander frequentie zullen draaien.
➢ Hierdoor zullen de protonen in het hoofd sneller draaien dan die in het iso-
centrum. Dit geld omgekeerd voor de protonen in de voeten.
➢ Als er nu een RF puls met een frequentie van 63.7 MHz gebruikt wordt dan zullen
alleen de protonen in een dunne plak in het hoofd reageren, omdat zij de enige
zijn die met dezelfde frequentie ronddraaien
➢ Hierdoor weten we in een richting van waar het signaal komt
➢ Er moet nog meer gecodeerd worden om de exacte oorsprong van het signaal te
bepalen
22. MRI open vraag (bron 1)
Leg uit hoe de fase coderende en frequentie coderende gradiënt werken.
- fase codering gradiënt:
➢ Om de protonen verder te coderen wordt de Y (Gy) gradiënt aangezet. Dit wordt
kort gedaan
➢ Gedurende die korte tijd wordt er een extra gradiënt aangelegd. Er wordt een
gradiënt magneetveld aangelegd in de AP richting.
➢ Effect: anterior protonen gaan iets sneller draaien dan de posterior protonen
➢ Hierdoor zullen de protonen niet meer in fase draaien.
➢ Nadat de Gy gradiënt wordt uitgeschakeld, dan zullen de protonen in de plak weet
met dezelfde snelheid gaan draaien, maar met een verschillende fase → fase
codering
➢ Nu zijn we weer een stapje verder om te achterhalen waar het signaal vandaan
komt. We weten twee dingen:
1. Het signaal komt uit een plak in het hoofd bijvoorbeeld (plak codering)
2. Het signaal heeft meerdere RF golven met dezelfde frequentie, maar wel
een verschillende fase. Hiermee kan er bepaald worden of het signaal van
posterior of anterior komt
- Frequentiecodering gradiënt:
➢ Om in de linker en rechter richting te coderen wordt de derde gradiënt aangezet,
namelijk de X-gradiënt (Gx)
➢ Dit zorgt voor een extra gradiënt-magneetveld in de links-rechts richting
➢ De protonen links draaien met een lagere frequentie dan de protonen rechts
9
, ➢ De protonen zullen een extra faseverschil krijgen, omdat ze met verschillende
frequenties draaien, maar het fase verschil verkregen gedurende de fase
codering in de vorige stap blijft bestaan
➢ Nu is het mogelijk om te bepalen of het signaal van de linkerkant, het midden of
van de rechterkant van het plakje komt
➢ Nu kunnen we exact bepalen waar het ontvangen signaal vandaan komt.
23. MRI
Gegeven: in plaats van een SE wordt een TSE-serie gemaakt. TR en matrixgrootte
blijven gelijk. De turbofactor is 4.
Stelling: De scantijd van de TSE-serie is 2 maal zo kort als de scantijd van de SE-
serie
- N
24. MRI
Als de buitenste lijnen van het K-space (3d) niet worden gevuld en gebruikt voor de
MRI-beelden, dan neemt de spatiële resolutie af
- J
25. MRI
Bij een STIR opname wordt het signaal van vet onderdrukt.
- N
- J
26. MRI
Na toediening van Gadolinium moet een T1-weging worden gedaan
- J
27. MRI
Gadolinium is stof die invloed heeft op de magnetische eigenschap van weefsel,
waarin contrastmiddel is opgenomen.
- J
28. MRI
Het ghostings-artefact is zichtbaar in de fasecoderende richting.
- J
29. MRI
10