Hoofdstuk 1
Financial accounting: het versterken van gegevens aan belangstellenden buiten de eigen
organisatie
Management accounting: managers in een organisatie hebben ook financiële informatie
nodig om beslissingen te kunnen nemen
Financiering: het geld dat het bedrijf nodig heeft voor zaken om de werkzaamheden uit te
voeren
Concrete markt: de plaats waar de aanbieders van en de vragers naar een bepaald goed
elkaar ontmoeten en transacties afsluiten
Abstracte markt: het geheel van de vraag naar en het aanbiedt van een bepaald goed
waaruit een prijs van het goed tot stand komt
Privatisering: een overheidsbedrijf wordt een onderneming
Marktwerking: de afnemers kunne zelf beslissen van welke producent hij of zij de producten
afneemt
Hoofdstuk 3
Liquiditeitsbegroting: een schatting van de ontvangsten en uitgaven gedurende een
toekomstige periode.
Je moet je hier afvragen of de post die op de liquiditeitsbegroting staat vermeld tot een
verandering op de bankrekening leidt en/of tot een verandering in de hoeveelheid kasgeld.
Als dit niet het geval is hoort de post niet op de liquiditeitsbegroting thuis.
Hier komt geen afschrijving op
Verwachten eindsaldo liquide middelen= beginsaldo liquide middelen + de verwachte
geldontvangsten – de verwachte gelduitgaven
Winst- en verliesrekening: een schatting van de kosten en opbrengsten gedurende een
toekomstige periode
Afschrijvingskosten per jaar= (aanschafwaarde – restwaarde)/ levensduur
Amortisatie: afschrijvingen op materiële vaste activa
Afschrijving: de waardedaling van immateriële activa
Bedrijfsresultaat: resultaat voor aftrek van interest en belasting = omzet- alle kosten
Cashflow: als we bij de voorgaande winst en verliesrekening veronderstellen dat de
omzetten en alle kosten direct tot geldontvangsten en gelduitgaven leiden
Bij eenmanszaak= resultaat voor belastingen +afschrijving
Bij bv of nv = winst na belastingen + afschrijvingen
Brutomarge: het verschil tussen de verkoopprijs van de producten en de inkoopprijs. Hier
moeten alle bedrijfskosten, zoals loonkosten, afschrijvingskosten en intrestkosten uit
worden gedekt
, Eindbalans:
Debet/ activa: vaste activa, vlottende activa en kas
Credit/ passiva: eigen vermogen, vreemd kort vermogen en vreemd lang vermogen
Omzetafhankelijke kosten: deze kosten veranderen in gelijke mate met een verandering van
de omzet bv grondstofkosten en kosten van verpakkingen
Semi-omzet-afhankelijke kosten: deze kosten zijn opgebouwd uit een vast bedrag en een
percentage van de omzet bv kosten van energie voor een machine
Niet-omzet-afhankelijke kosten: deze kostenbestaan uit een vast bedrag
Break-evenpunt: een omzet waar geen winst of verlies wordt gemaakt, het resultaat=0
Totale kosten= totale omzet
q= C/ (p-v)
q= break-evenpunt
v= proportioneel variabele kosten
C= constante kosten
q= productie omvang/ verkoopomvang
Hoofdstuk 4
Kosten zijn aan perioden, functies of producten toegerekende gelduitgaven die verband
houden met de opoffering van productiemiddelen
Opbrengsten zijn aan perioden, producten, etc. toegerekende geldontvangsten die verband
houden met de verkoop van producten of leveringen van diensten
Hierbij spelen kostenberekeningen een rol:
Het produceren van een nieuw product
Het bouwen van een nieuwe fabriek
Het opzetten van een reclamecampagne
Het aanpassingen van de lonen van de medewerkers
Een verandering in de productiemethode
Profits is an opinion: aan te kunnen geven dat de hoogte van de winst vaak niet eenduidig is
vast te stellen
Stuurinformatie: informatie over het ontstaan ven de samenstellingen van de kosten en
opbrengsten is belangrijk voor de managers binnen een organisatie. De managers gebruiken
deze informatie voor het besturen van de organisatie waaraan zij leidinggeven
De kosten van een product zijn gelijk aan de geldswaarde van de productiemiddelen die zijn
opgeofferd voor het produceren en verkopen van het product
Historische uitgaafprijs: de prijs die betaald is bij aanschaf van het productiemiddel
Vervangingswaarede: de prijs die betaald zou moeten worden als de productiemiddel
aangeschaft zouden worden op het moment waarop de kosten het product worden
berekend
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper alice67. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.