Ontwikkelend onderwijs
Bronvermelding
Titel : Ontwikkelend onderwijs
Druk : 1
Auteur : C.F. van Parreren
Uitgever : Acco
ISBN (boek) : 9789033417139
Aantal hoofdstukken (boek) : 6
Aantal pagina’s (boek) : 170
De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je
dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft.
Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden aan altijd het bijbehorende
studieboek te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel staan diverse verwijzingen naar het studieboek
op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.
Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2012 StudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever
van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dit uittreksel. Voor vragen kun je je per email wenden
tot info@studentsonly.nl.
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Onderwijs en de ontwikkeling van het kind 3
Hoofdstuk 2 De leerinhouden 6
Hoofdstuk 3 De werkwijze van de leerlingen 8
Hoofdstuk 4 De onderwijsleerprocessen 10
Hoofdstuk 5 De leerlingen en hun mogelijkheden 13
Hoofdstuk 6 Integratief leren 16
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden.
Bron : Ontwikkelend onderwijs – C.F. van Parreren
,Hoofdstuk 1 Onderwijs en de ontwikkeling van het kind
1.1 Aspecten van de ontwikkeling
Alle levende wezens (planten, dieren, mensen) vertonen een ontwikkeling. Charles Darwin stelde
vorige eeuw zijn beroemde evolutietheorie op met ‘ontwikkeling’ als onderwerp.
Fylogenetische ontwikkeling – hierbij wordt aangenomen dat de mens van voormenselijke,
aapachtige wezens afstamt.
Over deze ontwikkeling wordt in het boek niet veel gesproken. In dit boek wordt de ontogenetische
ontwikkeling behandeld. Kortgezegd de ontogenese. Dit is de ontwikkeling die elk wezen in de
loop van zijn leven doorloopt. De ontwikkelingspsychologie houdt zich bezig met de ontogenese
van de mens.
Naast deze ontwikkeling kent de mens nog een ontwikkeling, namelijk de ontwikkeling van de
cultuur waarin hij leeft. De cultuur waarin een kind opgroeit heeft een enorme invloed op de
(ontogenetische) ontwikkeling van het kind.
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de lichamelijke en psychische ontwikkeling.
Lichamelijke ontwikkeling : voor iedereen zichtbaar, groei van geboorte tot volwassenheid.
Psychische ontwikkeling : veranderingen in de activiteiten en de belevingen van een kind.
Aan de psychische ontwikkeling kunnen verschillende aspecten worden onderscheiden:
• Sociale ontwikkeling: het begrijpen van andere mensen, omgaan en samenwerken met
anderen, zich gedragen in een groep.
• Cognitieve ontwikkeling: dit aspect wordt in de volgende paragraaf uitgebreider behandeld.
1.2 De cognitieve ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling: de ontwikkeling van het denken en het oplossen van problemen en de
ontwikkeling van het waarnemen, het voorstellen, het geheugen en de aandacht.
In elke vorm van cognitieve ontwikkeling vinden veranderingen plaats die vergelijkbaar zijn. Van
een direct reageren op de situatie waarin een kind geplaatst is, gaat het over naar het gebruikmaken
van hulpmiddelen. Aanvankelijk hulpmiddelen van materiële aard (stoel, borstel, beker enz.). Later
worden deze vervangen door woorden, voorstellingen, begrippen of regels. Als we even inzoomen
op het onderwijs. Een kind telt eerst met behulp van blokjes, daarna zonder blokjes (met woorden)
en tenslotte ‘uit het hoofd’.
Op taalgebied ziet de ontwikkeling er als volgt uit: kinderen gaan nadat ze begonnen zijn met praten
tegen anderen ook voor zichzelf praten. Dit gaat over in in zichzelf praten, waardoor spreken een
vorm van denken wordt.
Dit proces van verinnerlijking noemt met interiorisatie. Hierbij worden materiële hulpmiddelen
cognitieve hulpmiddelen. Jerome Bruner (1964), Amerikaans ontwikkelingspsycholoog, spreekt
van een cognitieve ontwikkeling als een kind de beschikking krijgt over cognitieve gereedschappen.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 3
Bron : Ontwikkelend onderwijs – C.F. van Parreren
,Het is niet zo dat materiële hulpmiddelen helemaal verdwijnen. Bij het oplossen van gecompliceerde
problemen maken we gebruik van hulpmiddelen: een kladpapiertje, een schema of maquette. Dit
zijn voorbeelden van materialiseringen, en maken duidelijk dat de weg van de verinnerlijking ook
omgekeerd begaan kan worden als dat nodig is. De verandering van ‘materieel’ naar ‘mentaal’ of
omgekeerd, noemen we de verandering van het niveau van het handelen.
Ontwikkeling van het geheugen.
Kleine kinderen onthouden een route doordat ze met concrete situaties geconfronteerd worden die
ze tegenkomen. Kinderen kunnen de weg nog niet in gedachten doorlopen. Volwassenen kunnen
dat wel. De ontwikkeling ligt in het gebruik van woorden. Woorden die helpen om de weg te
beschrijven. Deze verbale manier van onthouden leidt tot het mentale opereren met
geheugeninhouden.
Naast het beroep doen op woorden, kun je ook iets onthouden door te groeperen. Bijvoorbeeld een
telefoonnummer te onthouden en deze te groeperen in ‘mooie groepjes’. Het onthouden van losse
gegevens is dus een kwestie van indelen in groepen die gemakkelijk te herkennen/onthouden zijn.
1.3
De cognitieve ontwikkeling komt in de eerste plaats neer op het zich eigen maken van hulpmiddelen.
Hoe komt het kind aan die hulpmiddelen? Of anders gevraagd: wat is de drijvende kracht in de
cognitieve ontwikkeling?
Het kind neemt volwassenen in de omgeving als voorbeeld. De cognitieve ontwikkeling van het
kind is gebaseerd op de geestelijke verworvenheden van de cultuur waarin het opgroeit. Dit is een
kerngedachte van de Russische psycholoog Lev Vygotsky. Naast deze gedachte had hij nog andere
ideeën die passen bij zijn cultuurhistorische theorie. De eigen initiatieven van het kind spelen een
rol. Het kind verwerft de inhouden door eigen activiteit: het wil ‘groot’ worden. Zodra bij een kind
dit initiatief zwak is, dan ontwikkelt het zich moeizaam of niet.
Daarnaast kwam Vygotsky tot de ontdekking dat het kind zich de cognitieve instrumenten uit de
omringende cultuur eigen maakt. De overdracht gebeurt in dialoog tussen volwassene en kind.
Een kind ontwikkelt zich in cognitieve zin doordat het in omgang met volwassenen belangrijke
begrippen en de daarop gebaseerde werkwijzen verwerft. Niet alleen het gezin, maar dan ook de
school kan een bijdrage leveren aan de cognitieve ontwikkeling. Het is dus niet alleen belangrijk
om kinderen speelmogelijkheden en materialen te geven, maar er ook met hen over praten.
Sommige kinderen krijgen vanuit thuis deze kansen niet, en komen met een achterstand op school.
Voor deze kinderen kan de school een extra bijdrage leveren aan de ontwikkeling.
Op school komen de kinderen in aanraking met wetenschappelijkebegrippen: getalbegrip, lezen
en begrijpen van schriftelijke taal, beschouwen en analyseren van taalvormen.
Ontwikkelend onderwijs is onderwijs dat de nadruk legt op het verwerven van deze cognitieve
instrumenten en werkwijzen.
Helaas is er niet altijd sprake van ontwikkelend onderwijs. We komen vaak genoeg tegen dat
informatie er bij kinderen wordt ingestampt, zonder dat ze leren hoe ze met de kennis moeten
omgaan, of welke mogelijkheden het brengt.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 4
Bron : Ontwikkelend onderwijs – C.F. van Parreren
, 1.4 Ontwikkelend, en geen volgend onderwijs
De visie van Vygotsky: het kind ontwikkelt zich door eigen activiteit en initiatief, maar haalt de
inhoudelijke verworvenheden uit de sociale omgeving en uit de door het kind omringende cultuur.
Niet alle ontwikkelingspsychologen deelden deze visie. In oudere ontwikkelingspsychologische
theorieën ging men ervan uit dat de ontwikkeling van het kind vooral bestond uit het ontplooien
van een aangeboren aanleg van het kind. Bij deze theorieën ligt de nadruk op de biologische
bepaaldheid van de ontwikkeling.
De visie van Piaget: De cognitieve ontwikkeling verloopt altijd in dezelfde vaste stadia, in één en
dezelfde vaste volgorde en leeftijdsfasen.
De theorie van Vygotsky kent meer aanhangers. Men zet in dat de theorie van Piaget tekortkomingen
vertoont. Piaget was van mening dat de ontwikkeling vooral een kwestie van ontdekkingen was,
die het kind spontaan en op grond van eigen handelen maakt. Hij heeft de waarde van het sociale
contact en van de dialoog onvoldoende ingezien.
De theorie van Vygotsky leidt tot ontwikkelend onderwijs en de theorie van Piaget mondt uit in
volgend onderwijs. Piaget heeft de mening dat hetgeen kinderen leren op school geen bijdrage
levert aan de cognitieve ontwikkeling, tenzij het kind spontaan bepaalde ontdekkingen doet.
De term volgendonderwijs is zo tot stand gekomen. Als de ontwikkeling eerst op een punt moet
zijn aanbeland om bepaalde leerstof te onderwijzen, dan betekent dit dat het onderwijs moet volgen.
Vygotsky is van mening dat het onderwijs op de ontwikkeling vooruitmoetlopen. Het onderwijs
moet zaken aanbieden die het kind nog niet begrijpt. Het moet niet te ver vooruitlopen. Het moet
zich richten op datgene wat voor het kind in zijn zone-van-naaste-ontwikkeling ligt. Dat zijn
cognitieve handelingen die een kind samen met een volwassene kan volbrengen, maar nog niet
zelfstandig en in alle soorten situaties.
© Students Only B.V. – Alle rechten voorbehouden. 5
Bron : Ontwikkelend onderwijs – C.F. van Parreren