Motivatie: term voor alle processen die te maken hebben met de aanzet, de richting, de intensiteit
en het volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten.
Prestatiemotivatie
Extrinsieke motivatie: het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van een externe
consequentie, zoals een beloning.
Verwachtingstheorie: theorie die stelt dat mensen gemotiveerd worden oma aan taken te werken als
ze verwachten daarin succesvol te zijn en als ze de resultaten van de uitvoering waarderen.
Intrinsieke motivatie: het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van de activiteit zelf, en
niet vanwege een externe consequentie, zoals een beloning.
Prestatiedrang (need for achievement): in McCllelands theorie; een geestelijke toestand die een
psychologische behoefte veroorzaakt om een moeilijk maar aantrekkelijk doel te bereiken.
De prestatiemotivatietest
Specifieke test om prestatiemotivatie te meten werd ontworpen door Huber Hermans. PMT meet
drie aspecten die gerelateerd zijn aan prestatiemotivatie:
- Prestatiemotief: een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die in specifieke situaties
leidt tot presteren
- Positieve en negatieve faalangst: die beide bepalend zijn voor de productiviteit en houding
ten opzichte van werk
Crosscultureel perspectief
Individualisme: het standpunt dat individuele prestaties en jezelf onderscheiden erg belangrijk zijn.
Deze visie wordt vooral in de westerse wereld aangehangen. Amerika.
Collectivisme: het standpunt dat door groepsloyaliteit en het aanzien van de groep belangrijker zijn
dan individuele prestaties. Afrika, Azië, Zuid-Amerika.
Overrechtvaardiging: proces waarbij een extrinsieke beloning een interne motivatie verdringt.
Wanneer werken beloningen?
Overrechtvaardiging treedt alleen op als de beloning geen rekening houdt met de kwaliteit van de
prestatie. Beloningen hebben drie belangrijke gevolgen:
- Kan effectieve manier zijn om mensen te motiveren te doen die ze anders niet zouden doen
- Kan motivatie vergroten mits ze worden gegeven voor een goede prestatie
- Kan intrinsieke motivatie nadelig beïnvloeden, als ze worden gegeven zonder rekening te
houden met het werk
Behoeftehiërarchie: verschillende motieven hebben verschillende prioriteiten. Piramide van Maslow.
, Instincttheorie
Instincttheorie: verouderd idee dat bepaalde gedragspatronen worden bepaald door aangeboren
factoren. De instincttheorie hield geen rekening met de effecten van leren en gebruikte instincten,
vooral als labels, in plaats van als verklaring voor gedrag.
Gefixeerd actiepatroon: genetisch bepaald gedragspatroon dat bij alle individuen van een soort
voorkomt en dat door een specifieke stimulus wordt ontketend. Het concept van gefixeerde
actiepatronen heeft de verouderde term ‘instinct’ vervangen.
Biologische drijfveer: een motief, zoals dorst, dat primair biologisch is. Een drijfveer is een toestand
van energie of spanning die een organisme beweegt om een biologische behoefte te vervullen.
Drijfveertheorie
Drijfveertheorie: ontwikkeld als een alternatief voor de instincttheorie. Verklaart motivatie als een
proces waarin een biologische behoefte een drijfveer produceert die het gedrag aanstuurt in een
zodanige richting dat in de behoefte wordt voorzien.
Behoefte: biologische onevenwichtigheid die de overleving in gevaar brengt als het evenwicht niet
wordt hersteld. Men denkt dat biologische behoeften ten grondslag liggen aan drijfveren.
Homeostase: biologisch evenwicht en het vermogen van het lichaam dit te handhaven.
Freuds psychodynamische theorie
Motivatie -> komt voort uit Id, Eros en Thanatos. (zie HS 7).
Maslows behoeftehiërarchie
Idee dat behoeften zich in volgorde van belangrijkheid aandienen, de biologische behoeften zijn het
meest basaal.
- Biologische behoeften
- Behoefte aan veiligheid
- Liefde, behoefte aan hechting en verbondenheid
- Zelfactualisatie
- Zelftranscendentie
Een nieuwe behoeftehiërarchie
Individu kan zijn motivatieprioriteiten van tijd tot tijd veranderen -> drie niveaus:
Het functionele analyseniveau: onderzoekt de adaptieve functie van een motief in termen van
overleving en reproductie.
Het proximale analyseniveau: onderzoekt de stimuli die motivatieprioriteiten kunnen veranderen;
prikkels uit de directe omgeving en bij mensen gedachten van het organisme.
Het ontwikkelingsanalyseniveau: onderzoekt in de ontwikkeling van het organisme veranderingen die
op hun beurt mogelijk de motivatieprioriteit veranderen, bijvoorbeeld wanneer de seksuele
belangstelling in de puberteit toeneemt onder invloed van hormonen.
Er lijkt een consensus te ontstaan die eenduidigheid brengt op het gebied van motivatie. Meest
hedendaagse psychologen zijn het er waarschijnlijk over eens dat dat:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cg2406. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.