In dit document heb ik alle kernbegrippen van hoofdstuk 1,3,4,5,6,7,9,10 met een definitie opgeschreven. Dit is een duidelijke samenvatting met duidelijke uitleg.
Psychologie
Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij die
gedragsevidentie gebuikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten
grondslag liggen.
Wetenschappelijke revolutie
De overtuiging dat ware kennis gebaseerd is op systematische observatie en actief ingrijpen
in de wereld.
Copernicaanse revolutie
Het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het heelal.
Mentale chronometrie
Een techniek waarbij men de psychologische processen in informatieverwerking probeert te
achterhalen door te kijken naar de tijd die mensen nodig hebben om allerhande taken uit te
voeren.
Evolutietheorie
Volgens deze theorie waren levende wezens het resultaat van een aanpassingsproces aan
veranderende omstandigheden.
Dualisme
De overtuiging dat mensen uit 2 onafhankelijke elementen bestaan. Een lichaam en een
geest. De geest heeft een vrije wil en vormt de kern van het menselijk denken. het lichaam is
niets meer dan een omhulsel van de geest en heeft geen enkele invloed op de geest. (plato
en katholieke kerk)
Rationalisme
Ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van logica nieuwe informatie
afleidt uit de bestaande.
Nativisme
De mens heeft aangeboren kennis die het uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide
kennis. (plato katholieke kerk)
Empirisme
De inhoud van de geest word niet gevormd door aangeboren ideeën en afgeleide inzichten
maar via zintuiglijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden. (john locke)
Introspectie
Kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit.
Structuralisme
Een stroming die op basis van introspectie de structuur van het bewustzijn probeerde te
ontdekken. (wundt)
Functionalisme
Binnen de Amerikaanse psychologie werd er gebruik gemaakt van toegepaste psychologie
boven fundamenteel onderzoek. Voornamelijk gebaseerd op de evolutietheorie.
Behaviorisme
Alleen observeerbaar, meetbaar gedrag kan het onderwerp vormen van psychologisch
onderzoek en theorievorming. (watson)
Positivisme
Uitbouw behaviorisme, deze beweging ging ervan uit dat de natuurwetenschappen de meest
succesvolle manier gebleken waren om de wereld te begrijpen en kennis te genereren.
Operationele definitie
De concepten definieren in termen van de gebruikte meetprocessen en zo concreet
mogelijke begrippen.
, S-R- psychologie
Een stimulus lokt een respons uit. (behaviorisme)
Psychoanalyse
Het bewustzijn en het gedrag zijn slechts zeer oppervlakkige fenomenen en de ware
oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen en mentale stoornissen ligt bij
onbewuste krachten (sigmund freud)
Hermeneutiek
Het interpretatiewerk van de psychoanalytische therapeut leek meer op het begrijpen van
het verleden dan op het onderzoekswerk van een natuurwetenschapper. (freud, dit is ookwel
filosofisch)
Cognitieve psychologie
Informatie wordt verwerkt in de hersenen en men kan de meachnismen van de
informatieverwerking blootleggen door gebruik te maken van de natuurwetenschappelijke
methode.
Biopsychosociaal model
Alle functioneren is het gevolg van 3 invloeden, een biologische, een psychologische en een
sociale.
Psychologisering
Het toegenomen belang van psychologische variabelen en verklaringen in menselijke relaties.
Stereotype
Een verzameling van simplistische en sterk veralgemeniseerde opvattingen over een groep
van mensen, die niet op persoonlijke ervaringen gebaseerd zijn en meestal een negatieve
ondertoon hebben.
H3.
Gewaarwording
De opname van stimulatie uit de omgeving en het vertalen van deze stimulatie in
elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd kunnen worden.
Waarneming
Het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwordingen.
Visuele agnosie
Visuele gewaarwordingen die niet meer kunnen worden geïnterpreteerd.
Perceptuele constantie
Gelijkblijvende voorwerpen ondanks voortdurende veranderingen in het retinale beeld.
Proximale stimulus
Het geheel van fysische energie dat onze sensorische receptoren stimuleert.
Distale stimulus
Het voorwerp in de buitenwereld dat de fysische energie produceert.
Visuele illusie
Iets anders percipiëren dan wat er getoond wordt (verkeerde perceptie)
Bottom-up processen
De informatiestroom van de receptoren aan de basis naar de hogere hersencentra die
verantwoordelijk zijn voor het herkennen en classificeren van voorwerpen.
Primaire schets
Sterk vereenvoudigde weergave van een foto.
Perceptuele organisatie
Het proces waarbij de verschillende randen uit het retinale beeld gestructureerd worden in
grotere gehelen die in een bepaalde relatie tot elkaar staan.
Gestaltpsychologen
Duitse waarnemingsgroep die van mening was dat het hele beeld belangrijker is dan
opgesplitste onderdelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marjetmaters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.