Week 3
College 5: Publieke waarden
→ Beschrijving college:
Publieke waarden = intrinsieke waarden. Deze waarden moeten terug worden gehaald.
→ Hoorcollege:
Terugblik vorig college:
De opkomst van het denken in publieke waarden, is PM beter vorm te geven? Substantiële waarden:
waarden over inhoud (bv veiligheid, duurzaamheid, huisvestiging). Procedurele waarden: hoe
handelen wij met elkaar (processen). Publieke waarden = collectieve beeld van het goede, dat wij
hebben. Michael Moore: public value management; 1) hebben wij ook de capaciteit om deze
publieke waarden te realiseren? 2) het aspect van die publieke waarden discussie. 3) is het wel
legitiem (legitimiteit) dat wij een bepaalde waarde najagen (denk aan privacy)?
Capaciteitsprobleem: er zijn middelen nodig om iets te kunnen realiseren om een verschil te maken
(denk aan wereldvrede).
Mechanismebenadering is beter, omdat het laat zien hoe het werkt. Wat zijn de mechanismen die de
werking produceren? Hoe worden die systemen geïnterpreteerd door organisatieleden. Door in het
hoofd te kijken van mensen, is het duidelijk waarom systemen anders uit kunnen pakken.
Vanuit een moreel (publieke waarden) en professioneel perspectief ‘goed werk’ leveren, kritisch
nadenken. Dit is lastig te realiseren, want waarden kunnen alle kanten op wijzen. Al die waarden
dienen tastbaar, meetbaar een aanraakbaar (dat er iets bij voor te stellen is, denk aan economische
prijzen uitdrukken) te worden gemaakt. Anders blijft alles hetzelfde, en verliezen we het
geheimzinnige karakter van deze waarden.
Pagina 1 van 9
, Artikel Hood; soorten waarden:
Ieder public management systeem kent 3 typen fundamentele waarden.
1. Sigma-waarden: effectiviteit, doelmatigheid, bespreekt het capaciteitsvraagstuk.
2. Theta-waarden: gelijke behandeling, rechtsstatelijkheid van de publieke sector.
3. Labda-waarden: meta-constatering, een PM-systeem moet zichzelf niet uitputten, weerbaarheid,
veerkracht van de publieke sector is van belang voor de liberale democratie.
Er is altijd spanning tussen deze waarden (denk aan het beschermen van de absolute veiligheid van
burgers, terwijl burgers toch kunnen worden opgepakt, waardoor er een beperkte vrijheid is).
Noordegraaf: performance (sigma-waarden), politics (theta-waarden) en professionalisme.
Politics is van belang om publieke waarde te kunnen vaststellen; het traditionele mechanisme in een
liberale democratie is de politiek. Professionalisme: welke waarden de professionals tijdens hun
opleiding meekrijgen (eed afleggen hoe je moet handelen). Professionalisme vs performance;
spanning door beperkte middelen, echter toch moreel/professioneel handelen. NPM discussie: 3 E’s
zijn te belangrijk geworden en substantiële waarden worden genegeerd.
Stelling Noordegraaf: het PM/de manager moet deze 3 logica’s op elkaar afstemmen. Haalbaar?
Wat vinden wij met z’n alle belangrijk (publieke waarden)?
1. Hollowing-out of the state: de staat bedrijft eigenlijk geen politiek meer, maar is zelf manager
geworden (autoriteit). Kan de staat de collectieve ideeën nog zichtbaar maken? Einde van de
ideologieën (val van de Muur): opkomst neoliberalisme in plaats van het communisme (Fukuyama’s
“end of history”: heeft het kapitalisme gewonnen van het communisme, zijn er geen tegenstellingen
meer in de wereld, zonder tegenstellingen is de geschiedenis ten einde gekomen). Overheden
hebben geen morele inhoud meer (“de lege staat”); de politiek verplaatst zich naar allerlei
netwerkjes, waarin waarden mogelijkerwijs tot stand kunnen komen.
2. Geen duidelijk omlijnde natiestaten meer aanwezig: vraagstukken trekken zich niets meer van
grenzen aan (denk aan globalisering of immigratiepolitiek). Samenlevingen zijn in transitie, dit roept
toch een reactie op naar ‘het lokale’: men is opnieuw op ziek naar identiteit. Glocalisering: de grote
wereld heeft veel impact op het lokale; het is niet meer vanzelfsprekend dat wij saamhorige burgers
zijn.
Pagina 2 van 9