100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Historische Context Duitsland VWO MEMO €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Historische Context Duitsland VWO MEMO

1 beoordeling
 100 keer bekeken  5 keer verkocht

Een duidelijke en overzichtelijke samenvatting van Historische Context 3 Duitsland. Deze samenvatting bevat ook een overzicht van alle begrippen, de belangrijkste jaartallen per paragraaf, de verplichte voorbeelden en een korte omschrijving van de belangrijkste personen uit de Historische Context.

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • 31 oktober 2020
  • 8
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4875)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: wolfilcken • 3 jaar geleden

avatar-seller
famkeoortwijn
Geschiedenis
Historische context 3 Duitsland (1871 – 1945)
§1 Duitse keizerrijk (1871 – 1918)
Een nieuwe supermacht in Europa
- 1871: ontstaan Duitse keizerrijk.
- Aanleiding: Duitse overwinning Frans-Duitse oorlog (1870-1871).
- Sinds begin 19e eeuw: veel aanhang nationalisme onder Duitssprekenden, want:
Duitsers telden in EUR niet echt mee (behalve PR).
- Pruisische koning: Wilhelm I. Eerste rijkskanselier: Otto von Bismarck.
- Nieuwe keizerrijk was sterk door:
 Economisch: snelle industrialisatie.
 Kenmerkend: mechanisering arbeid en verkeer in vorm van stoommachines
en stoomtreinen.
 Duitse Rijk concurreerde met GB, machtigste industriestaat wereld.
 Politiek en militair: grootmacht, maar omringt door FR en GB westen, RL oosten.
 Geen veroveringsoorlog (oorlog op 2 fronten) voeren.
 Bestaande machtsevenwicht in EUR handhaven: alliantiepolitiek.
Duitse Weltpolitik
- Troonsbestijging keizer Wilhelm II 1888 en ontslag Bismark rijkskanselier 1890 
nieuw tijdperk.
- Veel Duitsers wilden dat DL belangrijkere plaats zou krijgen op wereldtoneel:
Weltpolitik.
 Gericht op creëren overzees rijk, belangrijk vanwege economische groei.
- Industrie overzeese grondstoffen nodig en koloniën nuttig als afzetgebieden 
kenmerkend voor modern imperialisme.
- 1884-1885: Conferentie van Berlijn  afspraken over verdeling Afrika  DL en GB
kwamen tegenover elkaar te staan.
 Weltpolitik geen succes: begin 20e eeuw richtte DL blik op Oost-EUR.
Militarisme en oorlog
- Internationale ambities samen met toenemen militarisme  kwam tot uiting in eerste
Vlootwet 1898: maakte snelle groei van aantal oorlogsschepen mogelijk.
- EUR grootmachten gingen nieuwe bondgenootschappen aan.
- Rivaliteit tussen grote mogendheden in EUR door:
1. Veranderende machtsverhoudingen.
2. Opkomst nationalistische en militaristische ideeën.
3. Totstandkoming grote bondgenootschappen.
- Centralen (o.l.v. DL) tegenover geallieerden (FR, GB, RL).
- 1914: Eerste Wereldoorlog. Totale oorlog waarbij zowel soldaten als burgers
betrokken waren. Slag bij Marne  loopgravenoorlog.
- Herfst 1918: enorme verliezen aan mensenlevens en economische uitzichtloosheid
 onvrede onder Duitse bevolking  opstand en revolutie. Duitse Rijk oorlog
verloren.
- 9 november 1918: Duitse Keizerrijk tot einde  republiek.
- 11 november 1918: wapenstilstand getekend  einde WOI.

, §2 Republiek van Weimar (1919 – 1933)
Begin:
- Politici die moesten overnemen van elite waren afkomstig van sociaaldemocraten 
vrijwel geen regeringservaring.
- Keizerrijk geen parlementaire democratie. Had democratisch gekozen parlement,
maar niet hoogste macht: keizer bepaalde samenstelling regering  conservatieve
elite veel macht.
- Komst nieuwe grondwet veranderde dit  Republiek van Weimar (1919): Rijksdag
bepaalde wie land regeerde, niet staatshoofd.
Binnenlands lukte niet om vertrouwen te kweken, door:
1. Veel Duitsers vonden parlementaire democratie slecht systeem.
 Oude conservatieve elite vond dat massa niet in staat was land goed te regeren
en wilde terug naar keizerrijk.
 Nationalistische groeperingen aan rechterkant van politiek geloofden dat
democratie zou leiden tot verdeeld dus zwak DL. DL moest geleid worden door
sterke man.
 Radicale socialisten (vooral communisten) streefden naar ‘dictatuur van
proletariaat’ naar Russisch vb. Geregeerd door raden van arbeiders en soldaten.
Ze riepen revoluties uit, waaronder Spartakusopstand in Berlijn 1919.
2. Veel Duitsers stelden democratische politici verantwoordelijk voor nederlaag tijdens
WOI en Verdrag van Versailles uit 1919  ontwapening, afstaan gebieden en
herstelbetalingen.
3. Politici hadden geen oplossingen voor enorme economische problemen.
 1923: achterstallige betalingen leidden tot hoogoplopend conflict met FR. FR en
BE bezetten voor straf Ruhrgebied. Duitse arbeiders daar weigerden voor
bezetters te werken.
 DU regering liet enorme hoeveelheden geld drukken  hyperinflatie.
Dawesplan en crisis
- Door politieke instabiliteit en verarming grote delen bevolking  dreigde gevaarlijke
situatie te ontstaan  VS schoot te hulp.
- Door Dawesplan (1924) grote Amerikaanse leningen en eind bezetting Ruhrgebied
 DU economie voorzichtig herstellen.
- 1929: einde aan periode rust en welvaart. Door AM beurskrach hadden AM behoefte
aan geld  dwongen Duitsers tot versnelde aflossing van schulden.
 Tekort aan kapitaal in DL: crisis in DL veel harder aan dan in andere EUR landen 
toename werkloosheid  politieke onrust.
De opkomst van het nationaalsocialisme
- NSDAP, o.l.v. Adolf Hitler, profiteerde van deze omstandigheden. Hitler deed beloftes
van economisch herstel, verwerpen VvV, sterk leiderschap en einde aan chaos en
verdeeldheid.
- Zijn partij groeide uit tot massapartij, o.a. door grote gebruik propaganda, door
paramilitair machtsvertoon en Hitlers redenaarstalent.
- NSDAP won verkiezingen. 1933: Hitler rijkskanselier, met steun conservatieve elite.
 Opbouw totalitair regime. Hetzelfde jaar: individuele rechten van burgers ingeperkt.
Hij verbood politieke partijen en vakbonden en vrijheid van meningsuiting werd
beperkt.
- Kort na zijn aantreden: parlementsgebouw in Berlijn door brand verwoest.
Aangestoken door communistische revolutionairen.
- Hij wist parlement zo ver te krijgen dat het machtigingswet aannam  gaf parlement
macht uit handen  einde Republiek van Weimar.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper famkeoortwijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52355 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  5x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd