100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting internetrecht (keuzevak) €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting internetrecht (keuzevak)

2 beoordelingen
 190 keer bekeken  31 keer verkocht

Bij deze een uitgebreide samenvatting van alle lectures, boekhoofdstukken (Recht en computer [zesde druk]: H1, H3, H5, H9 & H11), jurisprudentie en verplichte artikelen voor het keuzevak internetrecht. Succes met studeren! :)

Voorbeeld 10 van de 122  pagina's

  • 1 november 2020
  • 122
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: wieselenbaas • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: paulinebusch • 3 jaar geleden

avatar-seller
criminologiesther
Internetrecht

Cursusoverzicht
 Colleges verschillen per week qua tijd, dag en locatie. Goed kijken!
 Tentamen is 2 april 2020 9:00-11:00 (KOG C1.31) (100% cijfer).
 Wetboeken zijn nodig (incl. markeringen) Relevante wetgeving die niet in bundel
staat, wordt bijgevoegd. Je moet wetsartikelen noemen, relevante dus arceren. Je
hebt zowel publiek- als privaatrecht nodig.
 Geen opdrachten, tussentijdse toetsen, papers etc.
 Kennisvragen, casusposities, etc. Voor casus-vragen: vergelijkbaar met juridische
vakken, wees gestructureerd en gedetailleerd, punten niet alleen voor juiste
conclusies maar ook voor juiste onderbouwingen.
 Colleges zijn verplicht, aanwezigheidsplicht (1x missen mag). Presentielijst per week.
 Slides zijn de allerbelangrijkste lesstof, die komen ook op blackboard na colleges. De
verplichte literatuur is ook belangrijk maar op de tweede plaats.

Leerdoelen:
 Juridische vraagstukken op gebied van regulering internet (in het bijzonder auteursrecht,
privacyrecht, cybercrime & e-commerce) herkennen, analyseren en oplossen
 Reguleringsmodaliteiten beschrijven en toepassen in een internetcontext
 De belangrijkste juridische leerstukken online benoemen en analyseren
 Kritisch reflecteren op mogelijkheden en onmogelijkheden van internetregulering




College 1 & 2: introductie + regulering

,College + verplichte literatuur: boek H1 & 3 artikelen.

COLLEGE 1 + H1
Discussie-vraag: hoe kun je hate speech reguleren op het internet:
- Wat offline gebeurd, kan ook online gebeuren. Offline is het gereguleerd met
strafbepalingen en regels, dus online moet het ook gereguleerd worden. Hoe doe je dat?
 Moderators aanstellen op platformen, die meer rechten krijgen en ingrijpen waar
nodig.
 Andere gebruikers (niet moderators) die elkaar aanspreken op het gedrag.
 Software instellen die filtert op bepaalde woorden en daarop handelt (toxic avenger).
 DNS-blokkade (domain name server): routes websites platleggen, zo niet bereikbaar.
 (inter)nationaal strafrecht inzetten, bepalingen opnemen over online gedragingen.
 Anonimiteit verminderen zodat de drempel hoger ligt om hate speech te voeren.




Vanwege anonimiteit en afstand op het internet (i.p.v. face to face) is het veiliger om
bepaalde dingen te zeggen, mensen hebben het gevoel dat ze minder snel

Zijn er strafbepalingen speciaal toegesneden op het internet, of klassieke strafbepalingen
voor de offline wereld die ook online toegepast worden? Komt allebei voor!

Regulering = “the enterprise of subjecting human conduct tot he governance of rules”, het
gedrag van mensen onderwerpen aan spelregels.

Aan het internet zitten een hoop risico’s verbonden
 Verschuiving van crimineel gedrag; dark web
 Een hoop gegevens van mensen circuleren op het internet.
 Een hoop vrijheid wat uit de hand kan lopen.
 Een hoop kennis, bv. hoe maak je een bom.
Het is geen wilde westen, maar het kan soms te ver gaan.

Dus, waarom het internet reguleren?
- Beschermen fundamentele rechten en vrijheden
- Sociale normen en waarden ook online reflecteren
- Vertrouwen in internet vergroten
- Een open en gelijk speelveld creëren (economisch)

Gelden online dezelfde regels als offline? Het hangt ervan af!
 Enerzijds ja, bijvoorbeeld het delict bedreiging geldt voor online en offline
 Anderzijds nee, bijvoorbeeld het delict hacking geldt alleen voor online wereld,

,  Het betreft wel het onbevoegd binnentreden, maar niet in een fysieke wereld. De
keuze is dan om het bestaande delict aan te passen of een nieuw delict te maken.
Voor hacking koos Nederland het laatste.

Wat reguleert?
 Sociaal-gemedieerde reguleringsmodaliteiten:
1. Formele wetgeving
2. Sociale normen, gedragsregels, contacten.
3. Markt(-werking)
 Omgevingsgebaseerde reguleringsmodaliteiten:
4. Ontwerp & architectuur
De sociale normen (3) zijn het meest effectief in reguleren. Al deze reguleringsmodaliteiten
zijn verschillend voor online en offline.

Omgevingsgebaseerd:
 Offline voorbeelden:
 Wegen aanpassen tegen snel rijden (i.p.v. wetten, verkeersborden, toezicht).
o Vaak ook goedkopere optie
 Fietspaaltjes, muren, dranghekken, sloten, tralies etc.
 Online voorbeelden:
 Encryptie / firewalls: data alleen te zien als je in bezit bent van e-sleutel, bv.
Whatsapp
 Gender boxes: je moet één kiezen of je kan er niet in. Ga akkoord of niet.
 Computing performance, maximum storage capacity: werkgever kan dit bv.
aanpassen om te voorkomen dat werknemers met andere dingen dan werk bezig
gaan.
 Accepting terms and conditions: je kan niet terug onderhandelen, óf ga akkoord of
niet.
 Profile settings (pre-programmed): maar klein deel vinkt actief af.
 Privacy by desing: technologie zodanig ontwerpen dat privacy vanzelf wordt
beschermd, bv. restricted queries & anonymizations (blurring faces).

Nudging: is een duwtje geven in de goede richting door het gewenste gedrag aantrekkelijk
te maken, zonder mensen daarbij in hun vrijheden te beperken. Het doel is gedrag (licht)
bijsturen via een keuzearchitectuur.
 Offline voorbeelden:
o Aantrekkelijke prullenbaken (bv. Holle Bolle Gijs)
o Aantrekkelijke roltrappen
Nog steeds vrijblijvende keuze voor andere opties, maar die zijn minder aantrekkelijk
 Online voorbeelden
o Default settings: maar klein deel vinkt actief af, ook offline zo (orgaandonor
voorbeeld)
o Personalisation
o Attractive offers
o Opt-in versus opt-out

Sociaal-gemedieerde regulering

, Regulering vanuit de staat: wetgever stelt regels vast, subjecten volgen de wet,
handhaving in handen van OM/toezichthouders, toetsing door rechterlijke macht etc.
 Zelfreguleren: actoren reguleren zelf met gedragscoides, certificering etc.
 Intersubjectief referentiekader

Het is geen technisch vak, maar basiskennis van het internet is van belang.

Wat is het internet?
 Kortgezegd: een computer netwerk van netwerken
 Netwerken bestaan uit computers en verbindingen.
 Lang gezegd: een losjes georganiseerd, wereldomspannend publiek netwerk van
autonome computernetwerken. De verschillende netwerken zijn fysiek met elkaar
verbonden door uiteenlopende elektronische en optische netwerktechnologieën. De
apparaten die met het internet verbonden zijn (nodes) kunnen communiceren met elkaar,
omdat zij vrijwillig gebruikmaken van dezelfde gestandaardiseerde communicatie-
protocollen. De kern van deze protocollen wordt gevormd door de Internet Protocol
Suite.




Internet Protocol Suite is ontwikkeld binnen DARPA Amerikaanse leger. Het doel was om
een robuust, gedistribueerd communicatienetwerk te ontwikkelen, hier geen centrale punten
waar hele netwerk van afhankelijk is. Wanneer een node uit netwerk wegvalt kan binnen een
gedistribueerd netwerk de communicatie via andere route worden omgeleid


Om het verkeer om te leiden via een andere route werd gebruikgemaakt van packet
switching in plaats van het toen gangbare circuit switching.
 Circuit switched-communicatie: specifiek communicatiecircuit dat communicatie moet
volgen. Als dit circuit onderbroken wordt, dan kan communicatie niet plaatsvinden;
 Packet switched-netwerken: communicatie opgedeeld in kleine pakketjes die
vervolgens meest efficiënte route door netwerk zoeken naar eindbestemming. Wanneer
verbinding tussen twee netwerknodes geblokkeerd is kunnen pakketjes om blokkade
heen routeren. Bij ontvanger losse pakketjes weer samengevoegd tot het oorspronkelijke
bericht.

,Informatie: alleen maar nullen en enen (Bits) (Bytes = 8 bits op een rij).
 Wat is inhoud en wat zijn verzendgegevens? Offline: brief is inhoud, envelop is
verzendgegevens. Welke nullen en enen zijn nou inhoud en welke zijn
verzendgegevens?
 Protocollen: afspraken voor de representatie van data.

Het Transmission Control Protocol en het Internet Protocol zijn de belangrijkste en
bekendste protocollen die deel uitmaken van de Internet Protocol Suite.
 Internet Protocol (IP): regels over hoe computers communiceren. Elke node verbonden
met internet heeft een eigen IP-adres. A.d.h.v. het IP-adres weten routers, de apparaten
die het internetverkeer regelen, welke pakketjes met info naar welke computer moet.
 Transmission Control Protocol (TCP): regels over gegevensoverdracht. Werkt
'bovenop' het IP, geeft garantie dat pakketjes met gegevens aankomen zoals ze
verstuurd werden en vangt evt. fouten in gegevens of volgorde van gegevens op.

Die data wordt verstuurd via IP packets. Die zijn er als volgt uit:




In deze packets staat dus informatie in de vorm van nullen en enen.

Internet: een gelaagde structuur: conceptueel kunnen wij het internet voorstellen als een
gelaagde infrastructuur. Iedere laag in het model vervult een specifieke rol in de
communicatie en maakt het mogelijk voor de bovenliggende laag om te werken.
A. Eerste laagverdeling: bij verzending gaat data van bovenste (1) naar onderste (4) laag,
waarbij telkens nieuwe gegevens toegevoegd worden ten behoeve van de route over de
infrastructuur, de volgorde van de gegevens en de foutcorrectie.
1. Toepassinglaag (application layer) 3. Internetlaag (internet layer)
2. Transportlaag (transport layer) 4. Koppelingslaag (link layer)
 In de bovenste laag hebben de digitale gegevens de vorm van (voor de mens)
begrijpelijke informatie, zoals tekst en getallen. De applicatielaag wordt gebruikt door
netwerkprogramma's, zoals browsers of e-mailprogramma's .
 De onderste laag beschrijft elektrische en mechanische kenmerken van het netwerk,
van de fysieke infrastructuur (kabels, specificaties van het elektrische routers,
schakelaars) signaal tot de kabeltypes, de stekkers, en de spanning op de kabels.
 Voor elke laag zijn er protocollen, bv. bij de application layer:
o World Wide Web → HyperText Transfer Protocol (HTTP)
o Email → Simple Mail Transfer Protocol (SMTP), Internet Mail (IMAP)
o File Sharing → Bittorent
B. Tweede laagverdeling: verschillende aanknooppunten voor verschillende maatregelen:
1. Fysieke laag: ethernet kabels, fysieke netwerk infrastructuur.
o Bv. staatsgeheimen alleen op binnenlandse servers, aftappen kabel
2. Codelaag: software die al die dingen regelt en mogelijk maakt.
o Bv. Encryptiesleutel voor politie, net neutrality
3. Contentlaag: inhoud die we daarbovenop leggen, zoals websites en sociale media.

, o Bv. hate speach regulering, verbod op kinderporno
C. Derde onderscheid: van de bekende ijsberg-foto
1. Service web: het geïndexeerde gedeelte, zoals Google en Bing.
2. Deep web: het niet-geïndexeerde gedeelte, vaak afgeschermd, inloggen nodig. 95%
3. Dark web: onderdeel deep web, alleen te bereiken via speciale software zoals TOR.




TOR = The Onion Router; anoniem surfen op het internet. Berichten worden via een
willekeurig pad verstuurd. Iedere server ontcijfert een laag van routinginformatie. Routes
zodanig vormgegeven dat ontvanger en verzender niet te herleiden zijn. Niet alleen voor
illegale activiteiten, ook politiek protest.

Autonome Systemen (AS): IP-netwerken (of netwerken van netwerken) die zelfstandig
functioneren en beheerd worden. Binnen AS afspraken gemaakt over de routering van
verkeer tussen de nodes binnen eigen netwerk (eigen routeringsagenda).
 Alle nodes binnen het eigen netwerk kunnen met elkaar communiceren, maar niet met
nodes buiten het autonoom systeem en de rest van het internet.
 Om elkaars gebruikers, alsmede andere netwerken (de rest van het internet) te bereiken,
kunnen eigenaren van autonome systemen interconnectie-afspraken maken over het
uitwisselen van gegevens tussen hun netwerken (interconnectie). Vormen:
1. Peering: uitwisseling van verkeer met gesloten beurs.
2. Transit: ene AS biedt aan andere AS (meestal kleinere provider) toegang tot rest van
het internet tegen een vergoeding (transit fee).
 Opnieuw komen hier weer protocollen bij kijken:
o IGP: Interior Gateway Protocol: interne routeringsagenda;
o BGP: Border Gateway Protocol: externe routeringsprogramma; om verkeer te
routeren tussen verschillende netwerken op het internet. Ieder autonoom systeem
krijgt een eigen AS-nummer toegewezen waardoor het herkenbaar is binnen het
grotere netwerk. Wanneer twee autonome systemen met elkaar contact maken via
het BGP, kunnen alle nodes binnen de twee autonome systemen met elkaar in
contact komen.

, Internet Exchanges (IX) (Internetknooppunt): ontstaat wanneer meerdere autonome
systemen afspraken maken omtrent peering (het koppelen van hun netwerken).

Het wereldwijde web: wordt mogelijk gemaakt door het Hypertext Transfer Protocol
(HTTP), het protocol voor communicatie tussen webclient (zoals browser) en webserver (de
plaats waar bv. websites zijn opgeslagen). D.m.v. HTTP doet cliënt verzoek aan de server.
Elk verzoek bevat een zogenaamde Uniform Resource Locator (URL) die naar specifieke
data op webserver verwijst (bv. locatie webpagina, afbeelding of e-mailadres). URL's dienen
als hyperlinks waarmee gebruikers naar verschillende pagina's binnen een website, naar
externe websites of naar documenten doorgestuurd kunnen worden.

Acces provider: biedt particulieren en bedrijven de faciliteiten om via een vaste computer of
een mobiel apparaat verbinding met het internet te maken (ISP: Internet Service Provider).
 Een access provider slaat in principe geen informatie op, maar functioneert primair als
doorgeefluik voor internetverkeer (mere conduit). De access provider kan informatie wel
tijdelijk opslaan (caching) om snellere toegang tot de data mogelijk te maken.
Hosting provider: levert diensten voor het opslaan en beschikbaar maken van gegevens,
zoals een website. Bij hosting kunnen tal van vormen worden onderscheiden:
 Eerste onderscheid:
1. unmanaged hosting: klant zelf verantwoordelijk voor beheer en aangeboden server
2. managed hosting: servers beheerd door de hoster (onderhoud, server etc.)
 Tweede onderscheid:
1. dedicated hosting: gebruiker heeft eigen, specifieke server (met eigen IP-adres);
2. virtual hosting: gebruiker deelt fysieke server met andere gebruikers en heeft
slechts een eigen afgesloten deel van de server ter beschikking.
Vaak samengesteld.

Platformen:
1. Sociale netwerken (Myspace, Facebook, LinkedIn)
2. Microblogging diensten (Wordpress, Twitter en Tumblr)
3. Videosites (YouTube, Vimeo)
4. Fotosites (Flickr, Instagram)
5. Veilingsites (Marktplaats, eBay)
6. Opslagdiensten (Mega, Rapidshare, WeTransfer).

'Cloud': d.m.v. cloud computing kunnen hardware, applicaties en gegevens via het internet
ter beschikking worden gesteld aan eindgebruiker. In feite zijn clouddiensten specifieke
vormen van platform- en hostingdiensten, waarbij dienst op afstand wordt geleverd.
 Bekende voorbeelden van clouddiensten zijn email (Gmail, Outlook), kantoorsoftware
(Office 365, Google Docs, Salesforce) en opslag (Skydrive, Clouddrive, iCloud).

Domain Name System (DNS): het netwerkprotocol dat op internet gebruikt wordt om
domeinnamen te koppelen aan IP-adressen; vertaling van IP-adressen naar namen van
websites. Ofwel het ‘telefoonboek’van het internet. Wereldwijd geregeld door een
organisatie.
 Top level:
 Generic Top Level Domains: .com, .net, .org etc.
 Country Code Level Domains: .nl, .de, .uk etc.
 Nieuwe domeinnamen: .eu, .hotel, .app etc.
 Second level: Bv. leidenuniv.nl
 Subdomain: Bv. law.leidenuniv.nl

,Domain Name Resolution: als je naar Google wilt, moet je code bereiken, maar dat weet je
natuurlijk niet, daarom heb je de Domain Name Resolution nodig om Google toch te
bereiken.

Het internet ontwikkeld snel, 10 jaar geleden anders en over 10 jaar ook anders.

The Internet of Things (IoT):
 Cheaper computing technology (Moore’s Law)
 Miniaturisation
 Wireless / mobile internet
 These digital technologies use IP or otherwise ‘sit on top’ of IP
Dus steeds meer apparaten aangesloten op het internet. Niet alleen mens-apparaat, maar
ook apparaat-apparaat. Met mogelijke risico’s van dien.

Wat is internet governance?
 Het beheer van en controle over internet. Anders dan bij fysieke wegen waar in de wet is
aangegeven wie de wegbeheerder is, zijn er bij het internet vele beheerders op
verschillende niveaus en ontbreekt er een duidelijke wettelijke grondslag.
 Internet governance in enge zin: infrastructuur en technisch ontwerp internet. Betreffen
vraagstukken aangaande protocollen, standaarden, domeinnamen enzovoort.
 Internet governance in brede zin: inhoudelijke, politieke of juridische vragen romdom
specifieke thema's zoals auteursrecht, vrijheid van meningsuiting, privacy en e-
commerce.

Het belang van internet governance
 Toen in Nederland (1998) steeds meer bedrijven en huishoudens internet dagelijks
gebruikten, formuleerde Nederlandse overheid voor eerst coherente visie op toekomstige
regulering internet. In Nota Wetgeving voor Elektronische Snelweg (WES)
onderkende overheid sociale en economische veranderingen die 'informatie samenleving'
teweeg zou brengen en belang van regulering bij in goede banen leiden hiervan In WES
werden drie situaties onderscheiden voor wat betreft het belang van internet binnen onze
samenleving:
1. Internet als luxegoed;
2. Internet als infrastructuur naast bestaande infrastructuren (nevenschikking);
3. Internet als infrastructuur die andere infrastructuren vervangt (verdringing).
Inmiddels hebben wij op veel gebieden het stadium van verdringing bereikt.
 Kern bij onderscheid tussen luxegoed, nevenschikking en verdringing is idee dat
naarmate belang internet in maatschappij toeneemt, ook belang toeneemt om deze
omgeving te reguleren. Bij niveau van luxegoed moest de overheid terughoudende rol
aannemen, terwijl bij het niveau van nevenschikking een meer ordenende rol van de
overheid verwacht mocht worden. Indien sprake is van verdringing van offline diensten
door elektronische diensten en applicaties, is een proactieve houding van de overheid
gepast.
College: ook belangrijke bijdrage aan reguleren protocollen.

Vijf governance modellen voor het internet (Solum) (al dan niet in combinatie toe te
passen om tot een effectieve regulering van het internet te komen):
1. Zelfregulering en spontane ordening: gaat uit van zelfregulering door alle betrokken
actoren en spontane ordening. Het idee is dat normering internet het beste aan
gebruikers zelf kan worden overgelaten en d overheid zich erbuiten moet houden. In

, bepaalde situaties is model bruikbaar, maar in praktijk blijkt dat te veel gebruikers zich bij
ontbreken van externe druk door handhavende instituties onttrekken aan zelfregulering.
2. Nationale regulering van staatswege: ziet op regulering door nationale overheden, is
dominant in de fysieke wereld, maar aanvankelijk als lastig of onmogelijk gezien voor
internet. Binnen grenzen land kan het internet echter wel degelijk effectief gereguleerd
worden. De nationale overheid kan regels stellen aan het gebruik van het internet door
het reguleren van nationale netwerken en ISPs.
3. Transnationale en internationale regulering: omvat twee modellen die regulering
nationale staat overstijgen. In eerste plaats valt er internationale regulering door
verdragen onder (Cybercrime-verdrag). In de tweede plaats wordt er regulering door
transnationale organisaties, dat wil zeggen nongouvernementele, internationale
organisaties die op grond van overeenstemming tussen betrokken partijen het internet
reguleren, onder begrepen.
4. Regulering door technologie: sluit aan bij het concept van Code as Law. Normering
kan besloten liggen in de vormgeving van de technische toepassingen en de architectuur
van het internet. Zo kan normconform of gewenst gedrag worden afgedwongen door de
mogelijkheden die de technologie de gebruiker biedt. Hierbij kan worden gedacht aan
filters waardoor een gebruiker bepaalde websites niet kan bezoeken.
5. Marktwerking: laat zien dat gezichtsbepalende spelers internet, zoals Google en
Amazon, door grote macht tot op zekere hoogte zelf normen bepalen. Wanneer diensten
niet langer aantrekkelijk zijn voor gebruikers, bv. omdat de bedrijven onzorgvuldig
omgaan met privacy gebruikers, zullen deze gebruikers overstappen naar alternatieve
diensten.
Complicerende factoren bij internet governance en regulering
 Rechtsmacht: grenzen in fysieke wereld bepalen dit grotendeels, maar vervallen in de
online wereld, die geen beperkingen kent in ruimte en niet eindigt bij de langgrens.
 Wetgevende (prescriptieve) jurisdictie: gaat over of een staat rechtsmacht kan
aannemen met betrekking tot bepaalde gedragingen, maar zonder territorialiteit niet af te
bakenen, wat leidt tot botsende soevereiniteit, wanneer staten verschillend denken over
de strafbaarheid van gedragingen en de noodzaak om bepaald gedrag te reguleren.
 Handhavingjurisdictie: gaat over in hoeverre staat dwangmiddelen en opsporings-
bevoegdheden mag inzetten tegen burgers en daarmee nauw verbonden met nationale
soevereiniteit. In principe bekert tot eigen landsgrenzen, voor buiten landsgrenzen moet
via rechtshulpverzoek toestemming worden gevraagd aan het andere land, wat duur en
tijdsintensief is. Op het internet gedragingen ook nog eens in meerdere jurisdicties.
 Anonimiteit: zorgt dat daders vaak niet achterhaald kunnen worden, wat attributie-
probleem oplevert: wie is verantwoordelijk voor bepaalde gedraging online en welke
juridisch instrumentarium kan staat inzetten als reactie op deze gedraging? Het juridisch
instrumentarium in geval van cybercrime is strafrecht, bij cyberwarfare is het
oorlogsrecht.
 Snelle ontwikkeling technologieën: opstellen wetgeving tijdsintensief proces. Hierdoor
loopt nieuwe regelgeving bijna altijd achter op technologische werkelijkheid. Om hieraan
tegemoet te komen, kunnen wetten open en technologieneutraal worden geformuleerd,
maar hier weer oppassen voor te vage en dubbelzinnige formuleringen (rechtszekerheid).
 Technische en organisatorische complexiteit: hierdoor niet eenvoudig effectieve
reguleringsstrategieën te formuleren en uit te voeren. Voor effectieve wet- en regelgeving
internet gedegen kennis werking internet nodig, welke wetgever niet altijd heeft.

Wie is verantwoordelijk voor internet governance?

,  Een complex geheel van actoren en belanghebbenden is betrokken bij internet
governance. Er is een belangrijke stroming van experts en politici die benadrukken dat er
gewerkt moet worden aan regulering van nieuwe technologie op basis van afspraken
tussen publieke, private en maatschappelijke partijen (multi-stake-holder governance).
 Het multi-stakeholder-denken vindt haar oorsprong in het feit dat:
a. De technische infrastructuur van het internet veelal in handelen is van private
partijen, waarmee de feitelijke beschikkingsmacht niet exclusief bij nationale staten
ligt;
b. Ook zal technologische ontwikkeling voornamelijk vanuit de private sector komen,
waardoor het zinvol is om regelgeving samen met de sector vorm te geven;
c. Daarnaast speelt in het multi-stakeholder-denken mee dat wanneer controle over
internet volledig bij staten gelegd, dit mogelijk gevaar oplevert voor mensenrechten;
d. Tot slot, heeft volledige staatscontrole over het internet mogelijk nadelige gevolgen
voor vrije mededinging en innovatie.
 Belangrijkste stakeholders m.b.t. internet governance binnen multi-stakeholder model:
o Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN): private
organisatie. Coördineert belangrijkste technische processen internetverkeer: DNS en
het stelsel van IP-adressen. Naast beheerrol ook strategische rol op gebied van
ontwikkelen van beleid, technische standaarden en IT-protocollen.
o Internet Engineering Task Force (IETF): groot, internationaal samenwerkings-
verband tussen onderzoekersdat zich bezighoudt met ontwikkelen technische
standaarden en beleid internet, gefaciliteerd door non-profitorganisatie Internet
Society (ISOC). De officiele documenten en zienswijzen van IETF zijn Requests for
comments (RFCs), hierin beschreven hoe protocollen en standaarden internet beter
geïmplementeerd kunnen en hoe internetgemeenschap technische vooruitgang kan
boeken. Geen juridische betekenis, maar gezaghebbend in technische wereld.
o International Telecomunications Union (ITU): intergouvermentele organisatie (193
landen vertegenwoordigd) opgericht in 19e eeuw en agentschap VN. Houdt zich
bezig met regulering en internationale standaardisatie op gebied van IT en
telecommunicatie (telecom, radiocommunicatie en duurzame ontwikkeling), gericht op
samenwerking tussen beleidsmakers en private telecomsector. Afspraken in ITU-
verband zijn internationale overeenkomsten en verdragen, slechts bindend voor
stakeholders die hiermee instemmen en staten die verdragen ratificeren.
o World Summit on the Information Society (WSIS): Een van eerste mondiale
gezaghebbende politieke conferenties over informatiemaatschappij, waar gesproken
over internetregulering en de rol van overheden en internationale organisaties daarin.
In 2001 uitgeroepen in een resolutie door Algemene Vergadering VN.
o Internet Governance Forum (IGF): opgericht als onderdeel van de Tunis Agenda
voor de informatiemaatschappij, ontstaan tijdens de WSIS-bijeenkomst en heeft het
fundament gelegd voor debat over regulering internet. IGF slechts adviserende rol
binnen VN-besluitvorming, maar ondanks geen formele juridische status, toch
relevant want gezaghebbende uitspraken over internetregulering vanuit bedrijfsleven,
maatschappelijke organisaties en andere non-gouvernementele organisaties, die tot
stand komen in samenspraak met overheden. Daarnaast belangrijke
agendavormende rol in het politieke proces rondom internetregulering.
ARTIKELEN
The law of the horse: What Cyberlaw might teach
 Law of the horse: een term die halverwege de jaren negentig werd gebruikt om de
toestand van cyberlaw tijdens de opkomende jaren van het internet te definiëren. Deze
term werd als eerste gebruikt door de rechter Easterbrook tijdens een presentatie op de

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper criminologiesther. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53249 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  31x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd