Inhoud
FH 1 beroerte bekeken vanuit een breed perspectief........................................................................2
FH 2 beroerte bekeken vanuit een breed perspectief........................................................................5
FH 3 Premobilisatiefase......................................................................................................................6
FH 4 Verplaatsingen in bed.................................................................................................................8
Week 2 FH 5 Functionele prognose na een CVA.................................................................................9
FH 6 Zitbalans...................................................................................................................................12
FH 7 Verplaatsingstechnieken met materialen.................................................................................12
Week 3 FH 9 opstaan, gaan zitten, verplaatsingen uit bed...............................................................14
FH 10 houdingscontrole tijdens staan..............................................................................................19
Week 4 FH 11 Loopvaardigheid........................................................................................................22
FH 12 Reiken, grijpen en manipuleren..............................................................................................26
FH 13 Training gaan en loophulpmiddelen.......................................................................................27
Week 6 FH 15 + 16 basisinstrumenten en groepstraining................................................................30
FH 17 de behandeling van Parkinson................................................................................................31
FH 18 +19 De ziekte van Parkinson...................................................................................................32
Week 7 Parkinson behandeling........................................................................................................34
Week 8 Dwarslaesie, MS, CP, GBS....................................................................................................35
,FH 1 beroerte bekeken vanuit een breed perspectief
Wat is een beroerte?
Dit is wanneer er geen zuurstof naar de hersenen komt voor een tijdje.
De symptomen die ervan komen noemt met een beroerte. Het hangt er
vanaf welke symptomen je krijgt omdat het gaat om de plek waar de
zuurstof niet komt. Je krijgt een hangend gezicht, of een arm die niet
omhoog gaat of verminderde spraak. Ook kan je ander zicht krijgen,
verminderde balans, verwarring en geheugenverlies. Soms kunnen de
symptomen weg gaan wanneer het optijd behandelt wordt. De dokter
maakt een scan in het ziekenhuis om te kijken waar de bloeding heeft
gezeten. Er is een ezelsbruggetje die ze gebruiken. Je moet snel (FAST)
reageren:
F- face hangend gezicht
A-arms verminderde kracht
S- speech verwarde spraak
T-time bellen bij symptomen
Er zijn 2 groepen beroertes:
- Blokkades ischaemic stroke 85%
- Bloeding hemorrhagic stroke
Ischaemic stroke komt vaak door een teveel aan vet in de
bloedvaten waardoor er dus een blokkade komen en het bloed niet verder kan stromen. Medicatie
die de blokkade geneest kan een trombolysis zijn of een aspirine.
Hemorrhagic stroke is wanneer er een bloeding ontstaat doordat er een bloedcel opeens ontploft.
Dit zorgt ervoor dat het bloed in of om het brein heen komt. Bloed op het brein kan zorgen voor
zwelling waarvoor soms een operatie nodig is.
Wanneer de symptomen van een beroerte binnen 24 uur weer verdwijnen noemen ze dit een mini
beroerte ook wel ‘T.I.A’ transient (voorbijgaand) ischaemic (bloedtoevoer) attack (aanval).
Wanneer je ooit een TIA of een beroerte hebt gehad blijf je heel je leven lang aan medicatie om het
te voorkomen of te verminderen in de rest van je leven.
Met de tijd worden de symptomen vaak minder erg. Er
worden veel zorgprofessionals aangeboden bij patiënten
met een beroerte.
Wat je ziet op het plaatje is dat in de eerst drie maanden
het meeste herstel optreedt. Dan zie je op het einde een
streep omlaag. Dit betekend dat het herstel achteruit gaat.
Dit kan meerdere redenen hebben: stop revalidatie, gebrek
motivatie, geen sociale steun thuis. Dan heb je de streep
die stijgt dit kan als reden hebben: goede sociale steun,
veel zelfvertrouwen en een jonger persoon.
,Wat kan je doen om de kans te verminderen?
- Bloeddruk verlagen
- Niet roken
- Meer bewegen
- Gezond eten
- Minder alcohol drinken
- Cholesterol verlagen
- Bloedsuiker level bijhouden bij diabetes
Kenmerken en functies en aandoeningen
hersenlobben:
Frontale kwab motorische en cognitieve functies
Plannen, organiseren, geheugen, redeneren, aansturen van bewegingen,
impulsbeheersing, sociaal gedrag, taal (broca), besluitvorming, emoties.
Aandoening: afasie, verlamming
Pariëtale kwab gevoels functies
Aandacht, ruimtelijke inzicht, bewegingscontrole, sensibiliteit.
Aandoening: apraxie (onvermogen uitvoeren complexe handelingen),
dyscalculie, verminderde hand-oog coördinatie.
Temporale kwab spraak functies
Geheugen, gehoor, taal, herkennen/benoemen, gedrag, concentratie,
categoriseren van voorwerpen
Aandoening: persoonlijkheidsveranderingen, agnosie, afasie.
Occipitale kwab visuele functies
Zien, kleur, lengte, diepte, vormen.
Aandoening: hemianopsie, agnosie, neglect, woordblindheid, visuele
illusies.
Cerebellum ook wel kleine hersenen
Coördinatie van bewegingen, evenwicht
Aandoening: ataxie, dysartie
Linker hemisfeer aandoeningen Rechter hemisfeer aandoeningen
Hemianopsie Apraxie
Agnosie Hemianopsie
Apraxie Neglect
Krachtverlies Beweging/gevoel stoornissen
Planningsproblemen Ruimtelijk inzicht
Langzaam Weinig inzicht in eigen gedrag
Moeite met geldzaken Moeite met sociale situaties inschatten
Onzeker Snapt humor niet goed
Hoort geen emotie
Moeite met gezichten herkennen
Overschatting
Gejaagd gedrag
,