100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Natuuronderwijs Inzichtelijk €4,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Natuuronderwijs Inzichtelijk

3 beoordelingen
 382 keer bekeken  12 keer verkocht

Samenvatting van 26 pagina's voor het vak Natuuronderwijs en techniek aan de HAN

Voorbeeld 2 van de 26  pagina's

  • 17 mei 2014
  • 26
  • 2012/2013
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: wokky • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: RicardoJoel1996 • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jjbruinsma • 10 jaar geleden

Duidelijk en goed geschreven

avatar-seller
sannedj
Samenvatting Natuur

Hoofdstuk 1 Planten
1.1 Indeling van het plantenrijk
Planten krijgen groene kleur door bladgroen in de bladeren. Bladgroen belangrijk bij fotosynthese (= planten
maken met behulp van licht hun voedsel). Diversiteit van planten kun je indelen in een aantal hoofd- en
subgroepen. Verdeeld in mate van verwantschap door voortplanten en karakteristieke kenmerken.

- Wieren: (algen). Geen echte wortels, stengels , bladeren. Fotosynthese. Vooral in water. microscopisch klein:
eencellige wieren (algen)  zoals groene aanslag op een ruit.
meercellige wieren  lage draden of bladvormig.
Flap = verzamelnaam voor allerlei draadvormige wieren die je vooral in overbemeste sloten ziet. Sommige algen
ook op land zoals op bomen = eencellige boomalgen.
Meeste algen op noordkant van een boom.

- Korstmossen = grijsgroene plakkaten mos. Er zijn korstvormige, bladvormige en struikvormige soorten.
Struikvormig is bijv. dat in kerststukjes. Korstmossen niet tot de categorie mossen. Korstmos is
samenlevingsvorm tussen alg en schimmel. Beide voordeel ( symbiose = mutualisme) Korstmossen en vooral
struikvormige zijn erg gevoelig voor luchtvervuiling. Korstmossen daarom natuurlijke graadmeter voor mate van
luchtverontreiniging.

- Mossen: zaadplanten maar vochtige leefomgeving nodig. Mossen hebben geen transportsysteem van
vaatbundels waarmee ze water vanuit de bodem naar boven transporteren. Mossen ook geen echte wortels.
Kussentjes worden gevormd door vele mosplanten samen. Mossen met veel droogte niet meteen uitgedroogd.
Zijn dan in rust. Als ze weer vocht krijgen zuigen ze zich weer vol. Voor de voortplanting produceren ze
sporendragers/sporenkapsels. Sporendrager = doosje op een steeltje. In het doosje sporen gevormd. Bestaan uit
erfelijk materiaal, omgeven door een omhulsel. Geen embryonaal plantje! In het voorjaar mosplanten met
sporendragers. Bij droog weer springt speeltje kapot en wordt stof verspreid.

- Paardenstaarten: beter aangepast aan droger landleven. Echte wortels en bladeren + stengels wasachtige laag
tegen uitdroging. Bevatten vaatbundels waarmee water en voedingsstoffen door plant worden getransporteerd.
Houtachtig materiaal voor stevigheid. Door deze eigenschappen ook in de hoogte groeien.
Fossiele brandstoffen zoals steenkool ontstonden doordat bomen afstierven en vanaf onderaan begonnen te
rotten. Heermoes is veelvoorkomend.

- Varens: groeien uit wortelstok en hebben grote veernervige bladeren. Elk blaadje vertakt in kleinere blaadjes.
Stevig opgerold uit de grond. Ze ontrollen. Onderkant van bladeren ontstaan sporendragers.

- Zaadplanten: Best op droog land. Veel vaatbundels die water en voedingsstoffen door plant kunnen vervoeren.
Loof- en naaldbomen. Verstevigde stengel (=stam). Moeten stevig wortelstelsel hebben om water op te kunnen
nemen. Planten zich voort door zaden. Bevat embryonaal plantje. Zaadplanten 2 subgroepen:
- Coniferen (naaktzadigen): geen bloemen/vruchten, zaden ontwikkelen zich op
houtige schubben van kegels. Ook naaldbomen. Bv. dennenappels, sparappels.
Naaktzadigen omdat zaden zich niet in vrucht ontwikkelen.
- Bloemplanten (bedektzadigen) bijv. loofbomen, struiken, kruidachtigen. Kruidachtige
stengels sterven af na groeiseizoen. Bloemen die rol spelen bij voortplanting. Veel
manieren van bestuiving. Grote veelvormigheid binnen bloemplanten.
Na bestuiving vindt de bevruchting plaats. Zaad ontwikkelen in vruchtbeginsel.
Groeit uit tot vrucht. Vruchten belangrijk bij rol van verspreiding van zaden. Vruchten
sappig of droog.

1.2 Bouw van zaadplanten
Wat heeft een plant nodig om te groeien?
Groei in bepaalde delen van plant. Knoppen uitgroeien tot nieuwe zijtakken of bloemen. Stengel kan dikker
worden na aantal jaar. Vooral bomen en struiken diktegroei. Deze overleven ook na 1 seizoen. Snellere groei als
omstandigheden gunstig zijn. Belangrijke voorwaarden zijn licht, koolstofdioxide, zuurstof, water, voedingszouten
en warmte. Plant sterft af als 1 niet voldoet. Groei ook gestimuleerd in bijv. kas of glastuinbouw. Veel meer
energie nodig, daarom ook duurder.
Zaadplanten bladeren, stengels en wortels. Door specifieke bouw groeivoorwaarden optimaal benutten.

De bouw en functie van bladeren
Belangrijkste functie bladeren aanmaken van voedsel voor eigen plant door fotosynthese. Fotosynthese in
bladgroenkorrels. Bladgroenkorrels in cellen van bladeren en stengel. Plant groen door niet absorberen van
weerkaatste kleur groen in bladgroenkorrels. Bladgroenkorrels kunnen door middel van zuurstof suikers maken
uit eenvoudige grondstoffen. Bijproduct ontstaat zuurstof. Suikers is bouwstof voor opbouw van weefsels.
Voedingszouten uit bodem opgenomen door stengel. Suikers ook brandstof. Verbranding suikers omgekeerde

, van fotosynthese. Afgebroken tot CO2, water en energie en dit wordt gebruikt voor de groei en vorming van de
plant. Voor fotosynthese genoeg licht, CO2 en water nodig.
Plant meestal volledig in de zon zodat er genoeg licht kan worden opgenomen. Cellen met meeste
bladgroenkorrels bovenaan blad voor meeste zonlicht. Door grote oppervlak ook veel CO2 opgenomen. CO2 niet
via opperhuid naar binnen. Er zitten huidmondjes die open en dicht kunnen waar CO2 door kan. Via huidmondjes
ook zuurstof aangevoerd en afgegeven. Door hoofd- en zijnerven constant water aangevoerd. Wasachtig laagje
tegen overmatige verdamping en uitdroging.

De bouw en functie van wortels
Wortelstelsel 2 functies: wortels verankeren zodat plant stevig in de grond staat. Wortels nemen water en
voedingszouten op uit de bodem. Plant water nodig voor fotosynthese en verkrijgen van stevigheid. Stevigheid
verliest als er niet genoeg water is of als verdamping groter is als de aanvoer. Plant slap hangen en kan
verwelken. Jonge planten vooral stevigheid door vochtgehalte in cellen. Planten ook voedingsstoffen nodig door
poep en urine van dieren en doordat plantaardig en dierlijk materiaal wordt afgebroken door reducenten
(bacteriën). Plant kan deze stoffen opnemen.
Kleinste vertakkingen van wortels nemen water en voedingszouten op: wortelharen. Achter alle toppen van
wortels. Soms plant 1 hoofdwortel met zijwortels. Soms veel zijwortels in de grond vertakt. Bij verpotten van
planten goed de hele wortelkluit bij elkaar houden.
3e functie van wortels: opslagplaats voor reservevoedsel.

De bouw en functie van stengels
Stengel geeft bladeren goede plaats ten opzicht van licht. Ook stevigheid aan plant. Belangrijkste functie is
transport van water en voedingsstoffen. Elk onderdeel plant verbonden met stengel dus overal genoeg water en
voedingsstoffen.
In bladeren suikers gemaakt door naar rest van plant gaat. Bijvoorbeeld naar delen die bouwstoffen nodig hebben
om te groeien.
Stengel veel vaatbundels (soort bloedvaten) transportfunctie. Buisachtige cellen met elkaar verbonden. 2 soorten:
- bastvaten: dichtst bij buitenkant stengel. Vervoeren suikers uit
bladeren naar rest van plant.
- houtvaten: Meer binnenkant stengel. Vervoeren water en voedingsst.
door rest van de plant. Celwanden extra stevig anders geen water
opnemen.
Vaatbundels in nerven van plant. Tussen bast- en houtvaten laagje cellen: cambium. Maakt altijd cellen. Naar
buitenkant bastcellen, naar binnenkant houtcellen. Ook laagje stengel: in dikte groeien.

Bomen
Bomen hetzelfde als andere zaadplanten: stengel, wortels etc. Alleen hogerop komen (groter worden).
Overschaduwen andere planten. Beschikken over extra stevige en houtachtige stengel = stam. Bomen heel oud.
Bastcellen elk jaar vernieuwd. Houtcellen blijven bestaan, ookal gaan ze dood (door extra houtstof in ook dode
cellen). Houtvaten geven boom stevigheid anders valt deze om. Hout ook belangrijke grondstof voor ons.
Wortelstelsel ook meegroeien doordat boom groeit. Wortels kunnen ook zijwaarts groeien. Stevig verankerd en
veel wortelharen voor voldoende water en voedingszouten.
Je kunt ringen tellen in het hout van een boom. Deze ringen dor lagen houtvaten elk jaar aangemaakt. In het
begin grote houtstroom en hout dus lichte kleur. Naarmate het seizoen vordert minder sapstroom en worden
ringen donkerder. Dit zijn jaarringen, je kunt leeftijd tellen.
Boomstam bedenkt met schors. Beschermt tegen uitdroging, aanvallen en schimmel. Toch insecten en
schimmels geregeld door de schors. Schors groeit mee. Elk jaar nieuw laagje. Oude laag verschilferen of barsten.
Loof- en naaldbomen belangrijke types. Naaldbomen smalle, harde bladeren in de vorm van naalden (fijnspar,
grove den, lariks  te onderscheiden door plaatsing van naalden. Fijnspar: individueel aan tak, grove den in
duo’s, lariks in groepjes). In de herfst vallen ze af.
Loofbomen tot bloemplanten. Platte, brede bladeren. Enkelvoudig of samengesteld. Samengesteld = 1 bladsteel
met meerdere blaadjes.

1.3 Voortplanting van bloemplanten
Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting is voortplanting d.m.v. doorgeven van erfelijke eigenschappen zodat je precies
dezelfde plant (met de dezelfde eigenschappen) creëert.
Geslachtelijke voortplanting is versmelting mannelijke geslachtscel (stuifmeel) en vrouwelijke geslachtscel.
Geslachtscellen bij elkaar komen maar dit moeilijker voor planten omdat zij niet zichzelf kunnen bewegen. Toch
voordelen: Bepaalde eigenschappen worden gecombineerd waardoor er variatie ontstaat binnen een soort.
Hiermee kun je combineren en is er grotere kans op nakomelingen met gunstige eigenschappen.
Land- en tuinbouw: maken gebruik van beide voortplantingswijze. Ongeslachtelijk om dezelfde eigenschappen in
een plant te krijgen. Geslachtelijke om gericht bepaalde eigenschappen te combineren en betere rassen te
kweken.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannedj. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,48  12x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd