Minor Kind in Zorg, blok A Samenvatting
HC1: Zwangerschap en bevalling
Uitleggen wat de normale zwangerschapsduur is, en hoe een normale fysiologische
bevalling verloopt
De zwangerschapsduur bedraagt 266 dagen (38 weken), gerekend vanaf de conceptie tot
aan de geboorte. Omdat de conceptie bij een regelmatige cyclus twee weken na het begin
van de laatste menstruatie plaatsvindt, duurt de amenorroe (=uitblijven van bloedverlies)
280 dagen. = 40 weken. Daarom wordt in de dagelijkse praktijk 40 weken als
zwangerschapsduur aangehouden. Het is van groot belang om te tellen vanaf de laatste
menstruatie, omdat er dan specifieker gekeken kan worden wanneer de foetus
levensvatbaar is. De gewoonlijke periode waarin vrouwen bevallen is na 37 weken tot na 42
weken.
Gedurende de zwangerschap kan de vrouw last hebben van verschillende klachten:
misselijkheid, vermoeidheid, obstipatie, zuurbranden, stemmingswisselingen, slecht slapen
en bekken problematiek.
Deze klachten zijn deels te verklaren door het hormoon oestrogeen, maar ook door de
fysieke verandering en de druk die het kind geeft op de verschillende organen/ banden.
Oestrogeen stimuleert de doorbloeding van de baarmoeder, ook verwijdt de vaten van de
placenta. Aan het eind van de zwangerschap veranderd de verhouding oestrogeen en
progesteron , de verhoging van oestrogenen zorgt er voor dat er een toename is van
oxytocine en prostiglandinen. Deze zorgen dat de uitdrijving kan plaatsvinden.
FYSIOLOGISCHE BEVALLING:
Een vrouw krijgt allereerst de diagnose ‘in Partu’,
ze heeft dan:
- Weeën om de drie tot vijf minuten, duur
driekwart tot één minuut, regelmatig,
krachtig, tenminste één tot twee uur
aanwezig
- Verlies van bloed en cervixslijm
- Cervixveranderingen zoals verweken,
centreren, verstrijken, ontsluiten
- Gebroken vliezen, vruchtwaterverlies
Ontsluitingstijdsperk (5-7 uur bij eerste baby, nullipara, korter bij multipara)
De zwangere krijgt ontsluiting van de cervix (baarmoederhals), dit gaat met ongeveer 1 a 2 cm
ontsluiting per uur.
- Ontsluitingsweeën
- Opgetrokken worden van de contractie-ring en vorming van het onderste uterussegment
(OUS)
- De baarmoedermond moet van 4 cm naar 10 cm, dan is er volledige ontsluting
- Veranderingen van cervix: verweken, verstrijken, centreren, ontsluiten
- Belangrijk om te letten op:
o Foetale harttonen: tachycardie, bradycardie
o Hevig vaginaal bloedverlies
o Temperatuur (infectie door gebroken vliezen)
o Tensie vrouw (HELLP, pre-eclamsie)
o Uterusactiviteit
1
,Minor Kind in Zorg, blok A Samenvatting
Uitdrijvingstijdperk
Het uitdrijvingstijdperk is
begonnen als er persdrang is,
gedragsveranderingen bij de
moeder optreden (onrustig,
angstig), vroege decleraties op
het CTG te zien zijn en het
voorliggend deel dieper komt.
- Het kind verlaat het
corpus uteri en passeert
de contractie-ring
- Ontsluitingsrand is niet meer te voelen = volkomen ontsluiting (10 cm)
- Reflectoire persdrang onhoudbaar als voorliggende deel van kind op bekkenbodem staat
- Vliezen zijn al gebroken of worden nu door de verloskundige of arts gebroken
- De manier waarop het kindje het barinskanaal passeert is afhankelijk van:
o De uitdrijvende kracht
o Vorm en weerstand van het baringskanaal
o Vorm, houding en prestatie van het voorliggende kindsdeel (dwarsligging bijv.)
Nageboortetijdperk (de periode tussen de geboorte van het kind en de geboorte van de placenta (+/-
20 min, max. 1 uur)
Benoemen welke zorgverlening nodig is tijdens een zwangerschap waarbij er sprake is van een
negatieve of een positieve dyscongruentie, Diabetes Mellitus of Diabetes Gravidarum, Rhesus-
antagonisme, intra-uteriene infectie of een gemelli graviditeit
NEGATIEVE DYSCONGRUENTIE (foetale groeivertraging)
Mogelijke oorzaken zijn: roken van moeder, hypertensie, pre-eclampsie en HELLP syndroom,
placenta afwijkingen en aangeboren afwijkingen.
POSITIEVE DYSCONGRUENTIE (te sterke groei van de uterus)
Mogelijke oorzaak is diabetes
Bij een geboortegewicht van > 4500 gram of > P95 spreken we van macrosomie
Diabetes mellitus (DM)
- Traject voor de zwangerschap waarbij wordt gestreefd naar een stabiele glucosewaarde
- Verhoogde kans op aangeboren afwijkingen bij instabiele glucose bij conceptie /
beginstadium zwangerschap
- Gevaren:
o Verhoogde kans op IUVD (Intra Uteriene Vruchtdood)
o Macrosomie → verhoogde kans op problematiek bij de bevalling
o Glucose regulatie problemen bij de pasgeboren baby
- DIABETES GRAVIDARUM (GDM) is een vorm van diabetes die ontstaat tijdens de
zwangerschap, risicofactoren zijn:
o GDM in de medische voorgeschiedenis
o Een BMI > 30 (kg/m2) bij de eerste prenatale controle
o Een eerder kind met een geboortegewicht > P95 of > 4500 gram
o Eerstegraads familielid met diabetes
o Bepaalde etnische groep waarin diabetes veel voorkomt (zuid-azië, o.a.
hindoestanen, afro-caribiërs, vrouwen uit het midden-oosten, marokko en egypte)
o Onverklaarde IUVD in de voorgeschiedenis
2
, Minor Kind in Zorg, blok A Samenvatting
RHESUS-FACTOR
Antistoffen van moeder breken bloedcellen
van de 2e baby af. Hierdoor krijgt de baby
rhesusziekte: de baby ziet geel vanwege
bloedafbraak.
- Interventies:
o Rhesusnegatieve moeder
krijgt gedurende
zwangerschap en na de
bevalling (als kind rhesus+
blijkt) de rhesusprik
o Baby wordt behandeld met
UV licht, of eventueel
wisseltransfusie
INTRA-UTERIENE INFECTIE
Infecties in de baarmoeder
- CMV (cytomegalie virus)
o relatief veel voorkomend virus, kans op IUVD, aangeboren afwijkingen. Infectie van
de moeder.
o Door jonge kinderen overdracht via urine en ontlasting.
o Door placenta heen naar de foetus
o 1000 baby’s per jaar krijgen een aangeboren afwijking door CMV.
➔ Handhygiëne en handschoenen ter preventie
- Prematuur en/of langdurig gebroken vliezen
o Er is sprake van een open verbinding tussen baby en buitenwereld
o Dit veroorzaakt geen aangeboren afwijkingen, maar kindjes wel ziek → AB-kuur
➔ Preventief krijgt de moeder AB, wanneer de baby ziek is ook AB IV
- PARVO B19
o Vruchtdood en aangeboren afwijkingen als gevolg
o Bloedonderzoek naar antistoffen word gedaan, meestendeel heft antistoffen
o Overgegeven via lichaamsvloeistoffen
o Hoger percentage abortus (miskraam)
➔ Preventive: handhygiëne en handschoenen
- Toxoplasmose
o Kan opgelopen tijdens het verschonen van de kattenbak, in de tuin werken zonder
handschoenen.
➔ Preventie vooral door vooraf informeren
- Listeria
o Veroorzaakt vruchtdoden en aangeboren afwijkingen
o Bacterie kan opgelopen worden door het eten/drinken van rauw voedsel (melk, kaas)
➔ Preventive door vooraf informeren
- Algemene interventies bij een intra-uteriene infectie
o Preventief handen wassen na contact met lichaamsvloeistoffen (urine, ontlasting etc)
o Voorlichting geven over preventieve maatregelen tegen toxoplasmose en listeria
o Uitvragen klachten (‘grieperige’ verschijnselen, leven voelen van de baby)
o Echoscopie voor opsporing eventueel (aangeboren) afwijkingen
o Controle van temperatuur en hartslag (maternal)
o Foetale harttonen of CTG controle
o AB profylaxe
o Observatie afscheiding en/of vruchtwaterverlies (geur (infectie), kleur, hoeveelheid)
o Ziekenhuisbevalling, observatie van pasgeborene
3