Samenvatting minor Oude
Testament
Cursusjaar 20-21
Boek: In ontmoeting met het
oude testament
Disclaimer: de colleges bevatten informatie die ondersteunend is voor deze leerstof en we raden aan
die stof ook zeker door te nemen.
Inhoud
Thora & Bijbelse geschiedschrijving.......................................................................................................2
Genesis...............................................................................................................................................2
Exodus................................................................................................................................................5
Leviticus..............................................................................................................................................6
Thora & leefregels en wetten.................................................................................................................7
Numeri, Deuteronomium en Jozua.....................................................................................................8
Richters, Ruth en 1 Samuël.................................................................................................................8
Koningsgeschiedenis & reflectie.............................................................................................................9
1 & 2 Samuël.......................................................................................................................................9
1 & 2 Koningen.................................................................................................................................11
1 & 2 Kronieken................................................................................................................................14
Psalmen & wijsheid..............................................................................................................................16
Psalmen............................................................................................................................................16
Spreuken...........................................................................................................................................16
Job....................................................................................................................................................17
Prediker............................................................................................................................................18
Profeten en profetie.............................................................................................................................19
Elia....................................................................................................................................................21
Elisa..................................................................................................................................................21
Jesaja................................................................................................................................................21
Jeremia.............................................................................................................................................23
Ezechiël.............................................................................................................................................25
Kleine profeten.................................................................................................................................26
Valse en ware profetie......................................................................................................................29
,Na-exilische periode.............................................................................................................................30
Ezra en Nehemia...............................................................................................................................30
Esther...............................................................................................................................................30
Thora & Bijbelse geschiedschrijving
Eerste vijf boeken van het OT
Verhaal van oorsprong van het universum en de verspreiding van mensen over de wereld.
Eén familielijn en hun ups en downs eeuwenlang worden gevolgd en beschreven.
Door christenen ook wel Pentateuch genoemd.
Torah: de instructie, de lering/ het onderwijs (, de wet).
Genesis
Genesis: oorsprong, begin
De structuur van het boek Genesis
Twee delen:
Genesis 1-11:26: oergeschiedenis (stopt bij verhaal van de toren van Babel)
Genesis 11:26-slot: geschiedenis van de aardsvaders
Nadere indeling:
Gen 1-3: Eden, paradijs alles was goed, ook tussen God en schepping
Gen 4:1-6:8: Tijd tussen Eden en de zondvloed donkere periode: schaamte, moord,
straf op zonde
Gen 6:9-11:26: Zondvloed tot roeping van Abraham zonde binnen de perken houden
Gen 11:27-50:26: Zegen van God als tegenhanger van zonde
Gen 12-25: Roeping en verdere leven van Abraham
Gen 26-27: Isaak
Gen 27-50: Jacobscyclus
In Genesis komt 10 keer de zogenaamde Toledoth-formule voor (Gen 2:4, 5:1, 6:9, 10:11,
11:10, 11:27, 25:12, 25:19. 36:1, 36:9, 37:2)
Vertaald met: geslachten, verwekkingen, geschiedenis (meestal van mensen, hier in
begin van genesis van de hemel en de aarde: het gaat over de aarde, mens is
daarmee dus slechts een deel in het geheel)
Vaak voorafgegaan door een meervoudig aanwijzend voornaamwoord: deze.
(behalve in Gen 5:1). En gevolgd door: van.
Het is een schakelformule, duidt op product/resultaat, knooppunt tussen twee
verhalen. Je moet de verhalen bij elkaar houden. Bijv. Verhaal over de mensen
(aardsvaders) kun je niet los zien van het scheppingsverhaal.
Genesis kun je hiermee verdelen in 12 delen, 6 daarvan behoren tot de
oergeschiedenis en 6 tot de geschiedenis van de aardsvaders. Drie keer gaat het over
Adam, drie keer Noach, drie keer Abraham, drie keer Jakob.
Toledothformule komt ook voor in Numeri 3:1 (12 e keer), Ruth 4:18 (13e keer). Zo
loopt een lijn, waar dan steeds weer een lijn aan wordt toegevoegd. En nog een
laatste keer in Matt 1:1.
Drie stambomen op belangrijke knooppunten:
, Narratieve bruggen tussen de belangrijkste historische periodes van Genesis.
Symmetrie in scheppingsdagen
Dag 1: licht, dag 4: hemellichamen
Dag 2: uitspansel, dag 5: waterdieren en vogels
Dag 3: vruchtbare aarde, dag 6: mensen om de aarde te bewonen en bewerken
Dag 7: rustdag (hoogtepunt: we hebben een God die rust, die wil genieten)
De verbondssluitingen en daarbij behorende geloften
Genesis 3:15 – De moederbelofte
Belofte: De satan zal niet overwinnen, doordat er iemand komt om hen uit het lijden te
verlossen.
Aanleiding: De zondeval
Geadresseerde: Allereerst satan. Adam en Eva kunnen meeluisteren.
Duur: Tot in eeuwigheid
Voorwaarde: Mannen moeten hard werken om te overleven. Vrouwen moeten met pijn
kinderen baren.
Genesis 9:9-17 – Noachitisch verbond
Belofte: Er zal geen zondvloed meer komen om al het leven van de aarde uit te roeien of om
de aarde ten gronde te richten.
Aanleiding: De zondvloed
Geadresseerde: God sprak tegen Noach en zijn zonen. Maar het verbond geld voor alle
levende wezens.
Duur: Tot in eeuwigheid
Voorwaarde: Wees vruchtbaar, wordt talrijk en vervul de aarde.
Genesis 12:1-8 – roeping Abram en landbelofte
Belofte: Abram zal tot een groot volk worden, gezegend worden, tot een zegen zijn en zijn
naam zal groot worden. God zal zegenen wie Abram zegenen en vervloeken wie Abram
vervloeken.
Aanleiding: God lijkt weer opnieuw te willen beginnen met de mens (tussen de zondvloed en
dit verbond gingen de mensen weer van God af, zie verhaal Babel in Genesis 11)
Geadresseerde: Abram
Duur: Tot in eeuwigheid (generatie gaat nog door)
Voorwaarde: Abram moest uit zijn land en familiekring weggaan en naar het land gaan dat
God hem zou wijzen.
Genesis 15 – belofte nageslacht aan Abram, “bloedstraat” als bezegeling
Belofte: Abram zal een zoon krijgen die zijn erfgenaam zal zijn. Zijn nageslacht zal zo talrijk
zijn als de sterren. Ook belooft God dat Abram (en zijn nageslacht) dit land (van de rivier van
Egypte tot aan de Eufraat) zou krijgen.
Aanleiding: God had al eerder de belofte van nakomelingschap en land gedaan. Abram was in
een veldslag terecht gekomen, er was een strijd gaande en zijn broer Lot was meegenomen.
Deze haalde Abram terug en hij liet alle bezittingen terugbrengen waar ze behoorden.
Melchizedek (koning en priester van God) zegende Abram. Abram nam niets van de
bezittingen voor zichzelf.
Geadresseerde: Abram (en belofte geld ook voor het nageslacht)
, Duur: Tot in eeuwigheid (generatie gaat nog door)
Voorwaarde: Nakomelingen zullen vreemdelingen zijn in een land dat niet van hen is en
vierhonderd jaar onderdrukt worden. God vraagt gehoorzaamheid, daarom volgen er
ballingschappen.
Genesis 17 – verbondssluiting met Abraham
Belofte: Abram zal vader worden van een menigte volken, hij zal uitermate vruchtbaar en
talrijk worden. Er zullen verschillende volken uit hem voortkomen en ook koningen. God zal
hen tot een God zijn. En Kanaän zal hun bezit zijn.
Aanleiding: God had al lang van te voren beloofd dat Abram een erfgenaam zou krijgen.
Abram was 99 jaar en had nog geen kind. Wel van Hagar, maar niet van Sarai zijn echte
vrouw.
Geadresseerde: Abram --> Abraham (ham: menigte)
Duur: Eeuwig verbond, alle generaties door en het land zal een eeuwig bezit zijn.
Voorwaarde: “Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.” Alle kinderen wie in het huis
van Abram zijn en wie mannelijk zijn moeten op de achtste dag besneden worden als teken
van het verbond.
Genesis 26, Jacob (28) en Jozef (genesis 48 en 50)
Genesis 26 – Abimelech: Verbond tussen Izak en Abimelech dat Izak, Abimelech (en ook
Ahuzzath en Pichol) geen kwaad zou doen, opdat zij zelf Izak in vrede hadden laten
vertrekken en niets slechts hadden gedaan tegen hem. Izak was immers de gezegende van de
HEERE.
Genesis 28 – Jakob in Bethel
Belofte: God zal het land waarop Jakob lag te slapen (hij was in Haran) aan Jakob en zijn
nageslacht geven. Zijn nageslacht zal talrijk zijn en alle geslachten van de aardbodem zullen
in hem en zijn nageslacht worden gezegend. God zal bij hem zijn, hem beschermen en
terugbrengen in dit land.
Aanleiding: Izak had Jakob gezegend met de zegen van Abraham en hem geboden weg te
trekken naar Paddan-Aram om daar een vrouw te zoeken, zodat hij geen Kanaänitische
vrouw zou nemen.
Geadresseerde: Jakob
Duur: Tot God gedaan heeft zoals Hij gesproken heeft, tot de belofte is nagekomen.
Voorwaarde: …
Genesis 48 en 49 – Jozef: Efraïm en Manasse (zonen van Jozef) en Ruben en Simeon zouden
behoren tot het nageslacht van Abraham. Abraham gaf Jozef één deel meer dan hij zijn
broers gaf, een bergrug. Jakob zegent zijn zonen elk met een eigen zegen.
Exodus 19 – Mozaïsch verbond
Belofte: Israël zal uit alle volken, Gods persoonlijk eigendom zijn; een koninkrijk van priesters
en een heilig volk.
Aanleiding: (Op advies van zijn schoonvader had Mozes leiders aangesteld over het volk die
over de kleine zaken oordeelden, zodat Mozes taak lichter was.) Het was de derde maand en
dezelfde dag dat de Israëlieten uit Egypte waren vertrokken. Mozes klom op de berg Sinaï,
God riep tot hem vanaf de berg.
Geadresseerde: Mozes, Mozes moest de boodschap doorgeven aan de Isaëlieten.