Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges uit studiejaar 2020/2021.
Het is voor de toets Orthopedie 1 anatomie en fysiologie 1.
Hij bevat veel plaatjes waardoor de samenvatting visueel is gemaakt en dus duidelijk is.
Voet/enkel/onderbeen:
Dorsale aponeurose zijn alle extensoren van de voet samen.
De vezels van de aponeurosis plantaris zitten vast aan de huid. Dient ter schokabsorptie.
Van links naar rechts vlak onder de tenen loopt een ligament: lig. metatarsale transversum
superficiale.
Het hielkussen bestaat uit kleine ruimtes gevuld met vet.
De spierlagen:
Eerste spierlaag gelegen onder de aponeurosis plantaris:
- Abductor digiti minimi
- Flexor digitorum brevis
- Abductor hallucis
Tweede spierlaag:
- Quadratus plantae, zit aan calcaneus vast en verloopt in de lange flexoren van de teen.
- Lumbricali, beginnen aan de pezige structuur van de lange flexoren en vanuit daar maken ze
beweging in het MTP gewricht.
- Flexor hallucis longes
- Flexor digitorum longus
- Tibialis posterior
- Tibialis anterior
Derde spierlaag (niet meer palpeerbaar):
- Flexor hallucis brevis, heeft een mediale en een latere kop en verlopen naar de grote teen. Er zitten
kraakbenige sesambeentjes in het metatarsale phalange spiergebied om de beweging en kracht van
die spier in een goede beweging naar die teen te begeleiden. Liggen Aan de onderkant van de grote
teen.
- Adductor hallucis
- Flexor digiti minimi, beweegt de klein teen
Vierde en diepste spierlaag:
- Interossei, liggen tussen de metatarsale botstukken. Interossei onderscheiden we in de plantare die
maakt de adductie en bevind zich dan ook meer naar mediaal, de dorsale is voor abductie en bevind
zich meer lateraal vanaf voetrug gezien. Deze zijn gerangschikt rond de tweede teen, deze kan de
minste bewegingen uitvoeren.
- Peroneus/Fibularis longus, vanuit laterale zijde voet naar os cuneiforme.
- Tibialis posterior, niet
goed te onderscheiden
dus daarom in twee
lagen ingedeeld.
,Ligt een fascia heen om de verschillende spierloges.
Lijn van Chopart; tussen talonaviculaire en calcaneocuboid gewricht.
Lijn van Lisfrans; tussen os cuneiforme en os cuboid.
Lijn van Lisfranc heeft geringe dorsaalflexie en 15 graden plaintairflexie.
Deze lijnen hebben te maken met amputaties die vroeger werden
uitgevoerd.
Sustentaculum. Daar leunt de mediale rij voetbotten op.
Voetbogen:
Drie steunpunten: Calcaneus, kopje MT1 en
MT5.
De voetbogen lopen van die punten naar elkaar
toe, zo heb je mediale, laterale(weke delen) en
voorste voetboog. Dient als steun Die voetboog
moet ondersteunt worden en dat gebeurd door
een aantal ligamenten. Deze wordt gegeven
door drie ligamenten:
- Lig. Calcaneonaviculaire plantare, deze is
onderdeel van het onderste spronggewricht en
stevig met kraakbeen bedekt.
- Lig. Calcaneocuboidium
- Lig. Plantare longum
Deze boogvormen zijn meer
wigvormig en bij druk zakken ze op
de volgende manier in:
Myogene (actieve) ondersteuning bij de voetbogen:
- Tibialis anterior
- Tibialis posterior
- Peroneus longus
- Flexor hallucis longus
,Mediale ligamenten:
Laterale ligamenten:
,Voetvormen:
- Platvoet, pes planus
- Normale voet, pes rectus
- Holvoet, pes cavus
Bewegingsassen:
Momentane bewegingsassen zijn verschuifbare bewegingsassen (verandering in vrijheidsgraden).
Bewegingen zijn vaak gecombineerde bewegingen rondom diverse assen.
Bovenste spronggewricht (talocrurale):
De as voor plantair en dorsaalflexie. Gaat door de mediale en laterale maleolli. As verloopt van links
naar rechts maar ook een beetje van laag lateraal naar hoog mediaal. Bestaat uit de tibia en fibula en
de talus.
Onderste spronggewricht (subtalaris):
De as van pro en supinatie. Loopt van achter lateraal naar voor mediaal. Bestaat ui talus calcaneus en
naviculaire en cuboideum. Pro en supinatie is beter voor qua benaming voor de onderarm, bij de
voet past beter inversie en eversie. Eversie is adductie en inversie is abductie.
Gewrichten van de voorvoet kunnen heel veel individuele variaties geven dus veel bewegingen.
Mechanica van de tenen:
Goed opletten waar de spieren aanhechten, dus welk deel van de teen er buigt of strekt.
Strek(extensor) lusje, loopt onder de metatarsalephalangiale verbinding.
Dus dit trek je hiermee omhoog als je
juist wil flecteren. Lusje zit om de
proximale phalanges. De functie hiervan
is dat de aponeurosis opgeschoven
wordt.
, Bij een landing op de hak kan de energie op deze manier worden doorgegeven aan de tenen voor
weer een tenenafzet, bijvoorbeeld bij het hardlopen. Dit heet de Spaanse windas mechanisme:
Bloedvoorziening:
Naar de voet komt het bloed vanuit de dorsale zijde van het onderbeen. Arteria oblitua die naar het
onderbeen verloopt en op dat moment de arteria tibialis genoemd wordt.
Vanaf het bekken gezien:
Na de poplitea splitst het bloedvat zich in de a posterior en a anterior. De A. Dorsalis pedis is
belangrijk bij het palperen om de doorbloeding van de voet te kunnen waarnemen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tessa-seeley. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.