VASTSTELLEN ONDERVOEDING
1. Screenen op risico ondervoeding (SNAQ/MUST)
2. Vaststellen ondervoeding m.b.v. GLIM criteria
- Tenminste 1 fenotypische (kenmerkende) factor EN
tenminste 1 etiologische (oorzakelijke) factor
- Van ernstige ondervoeding is sprake wanneer een patient
daarbij voldoet aan tenminste 1 fenotypische factor voor
ernstige ondervoeding
Voedingsadviezen bij onbedoeld gewichtsverlies:
- Eiwit en energieverrijking
- Kleine, frequente maaltijden
- Voldoende vocht
- Geen maaltijden met hoge verzadigingswaarde
- Geen lichte producten
- Evt gebruik van drink- of sondevoeding of TPV
Radiotherapie:
- Straling
- 50 % curatief, 50 % palliatief
EIWIT BEHOEFTE
Chemotherapie:
- Cytostatica (cel dodende of remmende medicijnen) 0,8 g/kg Gezonde volwassenen
↳
Per infuus of oraal 1,0-1,2 g/kg Gezonde ouderen (>70) & ziekte met stabiel gewicht
- Palliatief en curatief >1,2 g/kg Fysieke activiteit, training
- Neoadjuvant = voor een operatie/bestraling 1,2-1,5 g/kg Ziekte met recent gewichtsverlies
- Concurrent = tegelijk met een bestraling >1,5 g/kg Grote chirurgische ingreep, grote verliezen
- Adjuvant = na een operatie/bestraling to (koorts, diarree, grote ulcera)
- Bijwerking: toxische effect op bloedcellen bloedingen
me
Correctie behoefte vanwege gewicht:
BMI 20
<
gewicht corrigeren naar BMI van 20
FASEN ZIEKTEPROCES BMI 20-27 geen correctie
BMI >27 gewicht corrigeren naar BMI van 27
1. Fase van in opzet curatieve behandeling
- Doel: tumor/metastasen bestrijden totdat deze volledig en blijvend zijn
Medicatie bij slechte eetlust en gewichtsverlies
verdwenen
Progestativa
- Behoefte van energie en eiwit behalen, mineralen en vitaminen volgens ADH
- Levensverwachting: 2-3 maanden
2. Fase van overwegend ziektegerichte palliatieve behandeling
- Leidt tot een verlichting van
- Doel: tumor/metastasen terugdringen en onder controle houden
vermoeidheid en een verbetering van
- Geen definitieve genezing, maar verlenging van overleving mogelijk
algemene welbevinden. Ook toename van
- Gezondheidswinst op lange termijn en preventie van andere chronische
de eetlust en gewicht
aandoeningen zijn geen primair doel
Gewichtstoename = toename
↳
3. Fase van overwegend symptoomgerichte palliatieve behandeling
vetweefsel en vochtretentie
- Ziekte wordt niet meer bestreden, maar hinderlijke symptomen wel
Corticosteroiden
/
- Voeding conform de berekende behoefte kan soms nog baat hebben
- Levensverwachting: dagen-weken
ENERGIEBEHOEFTE (medicatie werkt 4-8 wkn)
Vaak 30 % toeslag - Leidt tot een kortdurende toename van
Bij COPD 50 % toeslag vanwege chronische inflammatie eetlust en welbevinden
Bij CVA niet terugrekenen naar gezond BMI wanneer - Geen significant effect op het gewicht
er sprake is van overgewicht, want zij hebben extra Ageusie = de onmogelijkheid om smaken te
energie juist nodig. herkennen
Hypogeusie = een verminderde smaak
Dysgeusie = een verstoorde smaaksensatie van
de normale smaak, een vieze smaaksensatie bij
normaal gesproken plezierige smaken
Fantogeusie = een onaangename smaak, zoals
een zout- of metaalsmaak, zonder externe
prikkel van eten in de mond
, Fasen in de palliatieve zorg Voeding in de palliatieve fase
1. Ziektegerichte palliatie Ziektegerichte palliatie: voeding volgens berekende behoefte
- De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is Symptoomgerichte palliatie: comfortvoeding
2. Symptoomgerichte palliatie Palliatie in de stervensfase: geen voeding
- De focus ligt op het verlichten en onder controle houden
van de symptomen HEUS ( DARM OBSTRUCTIE )
3. Palliatie in de stervensfase Door metastasen in het buikvlies (peritonitis
- De aandacht verschuift van kwaliteit van leven naar carcinomatose) kan de peristaltiek van de darm ernstig zijn
kwaliteit van sterven. Duurt meestal een paar dagen, de afgenomen en ontstaat een paralytische ileus (stille buik)
laatste dagen voor het overlijden met verminderde motiliteit van een darmsegment.
4. Nazorg
AS CITES
- De nazorg voor naasten naast het overlijden van de client
Ascites bij kanker is een pathologische vochtophoping in de
buikholte. Het ontstaat vooral door peritonitis
carcinomatosa en levermetastasen.
- Kan onbedoeld gewichtsverlies maskeren.
Tips bij slijmvorming:
- Zoete melkproducten vervangen door zure melkproducten
of sojaproducten
- Een slokje (koud) water, thee of koffie of vruchtensap
nemen na het drinken van melkproducten
- Fris/zure producten nemen
Tips bij benauwdheid:
Verschillen in energie- en eiwitbehoefte bij ziekenhuisopname en - Veelvuldig kleine maaltijden nemen, goed spreiden over de
thuissituatie: dag
Tijdens een opname in het ziekenhuis vanwege een acute - Evt. zachte of vloeibare voeding nemen, geconcentreerd
exacerbatie kan het energieverbruik in rust oplopen tot 120-135 % . - Juiste lichaamshouding aannemen bij de maaltijd
Deze toename in de ruststofwisseling is met name de eerste 5 - Zuurstof nemen tijdens de maaltijd, indien
dagen van opname aanwezig, daarna neemt het rustmetabolisme zuurstoftherapie
af tot 110-120 % bij ontslag.
Bij depletie: 1,2-1,5 g eiwit/kg lichaamsgewicht (bij ziekte 1,5-1,7) DECUBITUS
Risicoprofiel:
Acties bij ontslag: - Immobiliteit, 65 ers, ondergewicht, overgewicht,
- Overdragen van de begeleiding naar een dietist in de 1e lijn matig tot slechte voedingstoestand, chronische
- Meegeven van schriftelijke adviezen voor energie- en eiwitrijke voeding ziekten, roken, incontinentie, radiotherapie, algehele
- Regelen van een machtiging voor drinkvoeding voor thuis malaise, infectie, koorts, gebruik van specifieke
- Bespreken mogelijke knelpunten in thuissituatie (bv koken, boodschappen) medicatie
Complicaties:
XEROSTOMIE - Abces (pus), artritis, cellulitis, wondroos,
osteomyelitis (botinfectie), sepsis (bloedvergiftiging)
Een droge mond wordt veroorzaakt door een tekort aan speeksel
Eiwitbehoefte:
(hyposialie). De patient kan minder goed proeven, omdat veel
- 1,2-1,5 g eiwit/kg lichaamsgewicht
smaakstoffen alleen in opgeloste toestand kunnen worden geproefd of
- Bij categorie III en IV: 1,2-1,7 g/kg lichaamsgewicht
geroken. Daarnaast heeft het ook negatieve gevolgen voor de
Externe factoren:
mondhygiene en bestaat er een hogere kans op infecties van de
- Druk-, schuif- en wrijfkrachten
mondholte en tandcaries. Speeksel biedt een natuurlijke bescherming
- Vochtigheid van de huid (zweet en urine)
tegen tandcaries, tanderosie en ontstekingen.
- Incontinentie
- Contactvlak met het matras
KAUW & SLIKPROBLEMEN
-
Persoonlijke (intrinsieke) factoren:
Er treedt vaak obstipatie op: doordat er minder wordt gegeten, en - Onderliggende ziekten
doordat zachte of vloeibare voeding van nature arm is aan - Hoge leeftijd
voedingsvezels. - Lichamelijke activiteit
- Ondervoeding
MUCOS IT IS
Is een ontsteking van de slijmvliezen van het gehele maag-darmkanaal.
Orale mucositis: gaat gepaard met ernstige pijn bij het kauwen van eten, en ook het slikken gaat moeilijk, waardoor
sondevoeding noodzakelijk kan zijn. Uit zich door: oedeem, erytheem, bloedingen, ulceraties en/of pijn.
Gastro-intestinale mucositis: veroorzaakt misselijkheid, braken en diarree, waardoor parenterale voeding geindiceerd kan zijn. De
patient kan misselijk zijn, last hebben van passageklachten, last hebben van zijn maag, darmkrampen, een opgezette buik, of een
dunne ontlasting of loze aandrang met verlies van slijm.