100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting GEO2-2271 Technologiebeoordeling en -evaluatie €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting GEO2-2271 Technologiebeoordeling en -evaluatie

 26 keer bekeken  1 keer verkocht

In deze samenvatting worden vier theorieën over de beoordeling van technologieën besproken; financiële haalbaarheid, maatschappelijke kosten-baten analyse, multicriteria analyse en scenario's.

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • 4 november 2020
  • 20
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
yaralangeveld
FINANCIËLE HAALBAARHEID
8. Net present value and other investment criteria: ​Net present value
Capital budget decision =​ welke vaste activa moeten worden gekocht → de meest
fundamentele beslissing is de productlijn → ​strategische asset-allocatie​ → elk bedrijf heeft een
groot aantal mogelijke investeringen.
→ c​ apital budgeting:​ proberen te bepalen of een voorgestelde investering/project meer waard
zal zijn dan de kosten.
Net present value (NPV) =​ verschil tussen marktwaarde van een investering en de kosten.
→ hoeveel waarde wordt gecreëerd door het ondernemen van een investering.
→ e​ stimating NPV:​ (1) toekomstige cash flows inschatten → (2) discounted cash flow
procedure toepassen om de huidige waarde van de cash flows in te schatten → (3)
NPV inschatten als het verschil tussen de huidige waarde van de toekomstige cash flows en
de kosten van de investering → d ​ iscounted cash flow evaluation​ (DCF) genoemd.
→n ​ et present value rule:​ an investering moet geaccepteerd worden als de net present value
positief is en afgewezen als het negatief is → als NPV=0 dan onverschillig over investering.
→ NPV is de voorkeur voor het inschatten van waardes, maar wordt niet altijd gebruikt.
The payback rule
Payback =​ de tijdslengte waarin de initiële investering hersteld wordt → de manier waarop
de payback period berekend wordt, garandeert niet 1 enkel antwoord.
→p ​ ayback period rule:​ een investering is acceptabel als de berekende payback period kleiner is
dan een vooraf gespecificeerd aantal jaren.
Tekortkomingen:
1. Berekend door toekomstige kasstromen op te tellen → geen kortingen betrokken,
waardoor de tijdswaarde van geld genegeerd wordt → investeringen die minder waard
zijn dan ze kosten → kan leiden tot voorkeur voor k ​ orte-termijn investeringen​.
2. Houdt geen rekening met risico verschillen → risicovolle en veilige projecten.
3. Er is geen objectieve basis voor het kiezen van een getal → willekeurig.
Reden voor gebruik:
1. Veel analyses vereisen geen gedetailleerde analyse, omdat de kosten van een analyse
het mogelijke verlies zou overschrijden.
2. Door de voorkeur aan korte-termijn projecten, geeft het voorkeur aan l​ iquiditeit​ →
investeringen die snel geld vrijmaken voor andere dingen de voorkeur geven.
3. Kasstromen die later in project worden verwacht zijn waarschijnlijk onzekerder.
The discounted payback
Discounted period payback =​ tijdslengte tot de som van de d ​ iscounted cash flow​ gelijk is aan
de initiële investering.
→d ​ iscounted payback rule:​ een investering is acceptabel als zijn discounted payback kleiner is
dan een vooraf gespecificeerd aantal jaren.
VB: stel, er is een 12,5% rendement voor nieuwe investeringen. Er is een investering van die
300 euro kost en deze heeft een cash flow van 100 euro elk jaar
voor 5 jaar. Elke cash flow moet verdisconteerd worden: (12,5%
van het bedrag).
→ als een project zich terugbetaalt, moet het een p ​ ositieve NPV
hebben → de NPV is 0 als de som van de discounted cash flows
gelijk is aan de initiële investering.

,→ wordt weinig gebruikt, omdat het niet simpeler is dan de NPV en de cut-off moet nog
steeds willekeurig worden gekozen, cash flows hierbuiten worden genegeerd → hierdoor kan
een project met positieve NPV onacceptabel worden, omdat de cut-off te kort is.
→ beter dan normale ​payback​, omdat het tijdswaarde meeneemt.
The average accounting return
Average accounting return (AAR) =​ average net income / average book value.
VB: vereiste investering is 500.000 pond voor een vijfjarig project. De afschrijving is 100.000
pond per jaar en het belastingtarief is 25%. Het ​average book value​ begon met 500.000 pond en
eindigde met 0, dus = (500.000 + 0) / 2 = 250.000 pond → bereken ​average net income​ door alle
inkomsten per jaar op te tellen en te delen door het aantal jaar → bereken AAR.
→ zolang er rechte lijn afschrijving is, is average investment altijd ½ x initiële investering.
→a ​ verage accounting return rule:​ een project is acceptabel als zijn gemiddelde accounting
return hoger is dan een gemiddeld boekhoudkundig rendement.
→ AAR is niet rendement in economische zin, maar snelheid van 2 boekhoudkundige
nummers → negeert ​tijdswaarde​ → kijkt niet naar juiste dingen; gebruikt netto income en
boekwaarde, in plaats van cash flow en marktwaarde.
The internal rate of return
Internal rate of return (IRR) =​ belangrijkste alternatief NPV → vinden van 1 rendement dat
de verdienste van een project samenvat → intern, omdat het alleen afhangt van kasstromen.
→ i​ nternal rate of return rule:​ een investering is acceptabel als de IRR het vereiste rendement
overschrijdt.
→ IRR resulteert uit een NPV = 0 als het gebruikt wordt als discount rate → soms ook wel
discounted cash flow return​ genoemd of D ​ CF return​.
Net present value profile =​ vloeiende curve van heel veel punten.
→ I​ RR en NPV leiden tot identieke beslissing mits:​ (1) de kasstromen van het project
conventioneel​ zijn (de eerste is negatief en de rest positief) en (2) het project ​onafhankelijk​ is
(het besluit te accepteren of afwijzen beïnvloedt geen ander besluit).
Problemen met IRR:
1. Non-conventional cash flows:​ mogelijkheid dat meer dan 1 discount rate de NPV 0
maken → wanneer een derde cash flow bijvoorbeeld negatief is → niet meer
uitrekenen welke keuze beste is = ​multiple rates of return problem​.
Non-conventional cash flows kunnen op meerdere manieren ontstaan.
2. Mutually exclusive investments:​ situatie waarin 1 investering het nemen van een
ander verhindert → 2 projecten die niet wederzijds exclusief zijn, zijn onafhankelijk →
beste keuze heeft hoogste NPV, maar niet hoogste rendement → conflict NPV en IRR.
→ f​ inancing-type cash flows:​ IRR is de rate die je betaalt, niet ontvangt → ​investing-type cash
flows:​ cash flows gegenereerd uit investeringen → financing-type kiezen als het een goedkope
bron van financieren is, waarbij de IRR lager is dan het vereiste rendement.
→ voorkeur voor r​ endementen​ dan voor c​ ontante waarden​ → IRR simpele manier van
informatie communiceren → onder onzekere omstandigheden kan IRR nog steeds berekend
worden omdat het geen discount rate vereist.
Modified internal rate of return (MIRR) =​ kasstromen aanpassen en IRR berekenen.
1. Discounting approach:​ discount alle kasstromen naar het heden met het vereiste
rendement en dit optellen bij de initiële kosten → alleen eerste kasstroom is
aangepast, dus er is 1 IRR → als vereiste rendement = 20% (zie plaatje).

, 2. Reinvestment approach:​ samenstellen van alle kasstromen →
kasstromen herinvesteren ipv aan het eind van het project eruit
halen.
3. Combination approach:​ combineert 1e 2 methodes → negatieve cash
flows terug naar het heden gediscount en positieve cash flows naar het
einde van het project.
→ MIRR’s zijn ​controversieel​ en lijden niet aan het m
​ ultiple rate of return problem​ → geen
duidelijk beeld welke aanpak het beste is → rate van aangepaste kasstromen, niet echte.
The profitability index
Profitability index (PI) =​ huidige waarde van een investerings toekomstige kasstromen
gedeeld door de initiële kosten → ook wel b​ enefit-cost ratio​ genoemd.
→ groter dan 1 voor een positieve NPV investering en kleiner dan 1 voor een negatieve.
→ meet de waarde die per contante unit geïnvesteerd wordt gecreëerd → voor overheden en
andere non-profit investeringen.
→ als kapitaal schaars is, kan het toegewezen worden aan project met hoogste PI.
The practice of capital budgeting
Meerdere criteria voor het evalueren van een voorstel, omdat de echte NPV onbekend is.

9. Making capital investment decisions: ​Project cash flows: a first look
Relevante kasstroom = ​incrementele kasstroom​ = verschil tussen de toekomstige
kasstromen van een bedrijf met een project en die zonder het project.
Stand-alone principle =​ aanname dat evaluatie van een project gebaseerd kan zijn op de
incrementele kasstromen van het project.
→ wanneer incrementele kasstromen van een project zijn bepaald, is het project een soort
mini-bedrijf met eigen opbrengsten en kosten, middelen en kasstromen.
Incrementele kasstromen
Sunk costs =​ kosten die al gemaakt zijn en niet verwijderd kunnen worden en daarom niet
overwogen moeten worden in een investeringsbesluit.
Opportunity cost =​ meest waardevolle alternatief dat wordt opgegeven als een bepaalde
investering wordt ondernomen.
Erosion =​ negatieve impact op de kasstromen van een bestaand project door de introductie
van een nieuw product → alleen relevant als verkoop anders niet verloren zou gaan.
Balans in bedrijfs investeringen en financiën = investering in ​net working capital​.
In de analyse van voorgestelde investering worden betaalde ​rente​ en andere
financieringskosten niet meegenomen, omdat het gaat om de gegenereerde kasstromen.
→ geïnteresseerd in kasstromen alleen en ​after-tax​ kasstromen.
Pro forma financial statements and project cash flows
Pro forma financial statements =​ projecteren van toekomstige operaties.
Project cash flows =​ operationele kasstromen - kapitaaluitgaven.
→o​ perating cash flow = ​netto inkomen + afschrijving - toename (+ afname) in net working
capital.
More about project cash flow
Total cash flow =​ operating cash flow - change in net working capital - capital spending.
Cash flow =​ cash inflow - cash outflow.
Reducing-balance method =​ een afschrijvingsmethode waardoor versnelde afschrijving van
activa onder verschillende classificaties mogelijk is.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yaralangeveld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 78252 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen