Dit is een samenvatting van de algemene introductie, hoofdstuk 1 t/m 8 en hoofdstuk 10 (zonder snapshots) van het boek van Velupillai 'Pidgins, Creoles & Mixed Languages'. Dit boek wordt (o.a.) gebruikt als cursushandboek bij de cursus 'Talen in Contact' op de Universiteit Utrecht.
Pidgins, Creoles & Mixed Languages: An
Introduction – Viveka Velupillai
Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, en 10 (zonder
snapshots)
Talen in Contact (Taalvariatie)
Tentamen 30 oktober 2020
General Introduction
Pidgins, creooltalen en mengtalen hebben meer dan één voorouder.
Er is meer onderzoek gedaan naar creooltalen dan naar pidgins, vooral
vanaf de 2e helft van de 19e eeuw.
1959: The First International Conference on Creole Language Studies >
zorgde voor meer bekendheid en specialisatie wat betreft het onderwerp.
Doel van dit boek: lesboek voor mensen met basiskennis op linguïstisch
gebied.
Terminologie uit het boek:
L1 = mother tongue = native language
Monolingual = spreker met 1 moedertaal
Bilingual = spreker met 2 moedertalen
Multilingual = spreker met meer dan 2 moedertalen
L2 = tweede taal (nooit een moedertaal)
Target language (doeltaal) = de taal die een individu aan het leren is.
In dat proces is de L1 de ‘substrate language’; de taal van waaruit de
doeltaal geleerd wordt en wat de verwerving van de doeltaal kan
beïnvloeden (bewust of onbewust).
Substrate language = verwijst naar de taal die de structuur en het gebruik
van de dominante taal in een gemeenschap heeft beïnvloed.
Input language = een taal die onderdeel was van de contactsituatie en/of
bij heeft gedragen aan de contacttaal die is ontstaan.
Superstrate language = taal met hogere prestige.
Adstrate language = een taal die een andere taal van gelijke prestige
heeft beïnvloed.
Lexifier language = de taal waarvan het lexicon van de contacttaal af
komt (vaak gelijk aan de superstrate language).
Lingua franca (bridge/vehicular language of interlingua) = de taal
waarmee mensen/groepen met verschillende moedertalen (onderling
onverstaanbaar) met elkaar communiceren.
,De namen gegeven aan de pidgins of creooltalen verschillen vaak van de
autoglossonyms, hoe de sprekers de taal zelf noemen, omdat er anders
veel dezelfde namen zullen zijn (voor duidelijkheid). In het boek staat bij
de genoemde pidgin of creooltaal welke taal de lexifier language daarvan
is. Dit betekent niet dat de pidgin of creooltaal gezien wordt als dialect van
die taal in plaats van een taal op zichzelf, maar om duidelijkheid te geven.
De vertalingen in het boek zijn de meest toepasselijke equivalenten in het
Engels met daarbij de gloss (analytische uitleg)
APiCS = Atlas of Pidgin and Creole Language Structures
Hoofdstuk 1: Pidgins
Pidgins = talen die ontstaan in een situatie van veel contact, waarin de
sprekers een voor elkaar onbegrijpelijke taal spraken en een manier van
communicatie nodig hadden. Er was dus behoefte aan een
gemeenschappelijke taal (lingua franca)
Wanneer is een contacttaal een pidgin?
- Bij herhaaldelijk of uitbreidend contact
- De talen die in contact komen zijn niet onderling verstaanbaar
(mutual intelligible)
- De contacttaal wordt gebruikt in specifieke situaties, er is één
communicatief doel (bv. Handel)
- De contacttaal wordt gebruikt door 2 of meer taalgroepen
- De contacttaal is niet de moedertaal van de sprekers.
Dialect levelling (koineization) = het proces waarbij dialecten meer gelijk
aan elkaar worden.
Interlanguage (broken language) = het linguïstische systeem van iemand
die een taal aan het leren is (incl. fouten)
Foreigner talk = het versimpelen van de eigen taal voor iemand die de
taal minder goed spreekt.
Jargon (unstable/early/primitive/incipient/rudimentary pidgin of pre-pidgin)
= een contact variëteit die heel variabel is en geen vaste structuur heeft,
het gaat er om dat beide partijen elkaar begrijpen.
Wanneer een jargon meer vaste structuur krijgt, kan het geleerd worden
als tweede taal en ontwikkelt het tot (stabiele) pidgin.
Extended/expanded (stable) pidgin/pidgincreole = wanneer een pidgin in
meer domeinen wordt gebruikt dan het communicatieve doel waar het
voor bedoeld was. De pidgin krijgt dan ook meer structurele normen en
regels omdat het voor meer communicatieve doeleinden nodig is. Dit
wordt pidgincreole genoemd omdat het zowel kenmerken van een pidgin
als kenmerken van een creooltaal heeft.
Verschillen pidgin en pidgincreole:
, Pidgincreole wordt gebruikt als voornaamste taal van de
gemeenschap, de pidgin alleen voor bepaald(e) domein(en).
Pidgincreole kan de moedertaal van de sprekers zijn, een pidgin niet.
De grens tussen een pidgin/pidgincreole/creooltaal is dus niet altijd even
concreet.
Vaak wordt een pidgin in de samenleving niet erkend als taal. Het heeft
geen ‘overt prestige’ en wordt vaak gezien als ‘broken’ of primitief.
Pidgins zijn vaak gesproken talen, geen geschreven talen.
Er zijn veel theorieën over de manier waarop het woord ‘pidgin’ ontstaan
is (etymologie). De meest geaccepteerde theorie is dat het van de Chinese
Pidgin uitspraak voor business komt, maar het is ook goed mogelijk dat de
term uit meerdere bronnen is ontstaan.
Soorten pidgins:
Handel en scheepvaartpidgins
Domestic workforce pidgins > personeel in koloniale huishoudens
Tourist pidgins > tussen personeel en toeristen
Plantation pidgins > met werkers of slaven met verschillende
(linguïstische) achtergronden
Mine pidgins
Industry pidgins
Military pidgins
Urban pidgins > ontstaan door intensief contact in een stedelijke
omgeving.
Pidgins worden vaak gezien als talen met een gebrek aan complexiteit en
simpelere grammatica. Hieronder enkele linguïstische kenmerken van
pidgins (die over het algemeen toe te passen zijn):
o Minder fonemen dan de inputtaal
o Geen tooncontrasten
o Geen of weinig inflexie (grammaticale aanpassing van het woord
aan de zin)
o Geen of weinig derivatie (prefix of suffix toevoegen etc.)
o Geen gender en nummer (m/v en 1e/2e persoon ev/mv)
o Geen bepaalde en onbepaalde lidwoorden
o Geen tijdsaanduiding
o Simpele zinnen
o Geen passieve zinnen
o Geen copula
o Lexicon afgeleid van input language, maar kleiner
o Korte woorden
o Multifunctionele woorden (hetzelfde voor het werkwoord als
zelfstandig naamwoord)
o Geen synoniemen
o Weinig functiewoorden (geven structuur aan)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Louise2001. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.