Samenvatting Dicaat PBAN03
1. inleiding
De land en tuinbouwondernemers brengen producten voort door middel van
productiefactoren. De originele productiefactoren zijn:
Grond
o Is een natuurlijke hulpbron. Grond slijt niet
Arbeid
o Ondernemerschap: het nemen van beslissingen, het dragen van
risico’s en het organiseren van het productieproces.
o Gewone arbeid: dit wordt uitgedrukt in arbeidsuren of arbeidsjaren.
Kapitaal
o Staat op de balans
Arbeidseenheid (AJE) = 2000 arbeidsuren per jaar.
Arbeidskracht (VAK) = volledig beschikbaar en volwaardigheid
Technische ontwikkeling: heeft vaak de vorm van procesinnovaties, waarbij een
nieuwe productiemethode wordt toegepast.
Productinnovaties: hierbij gaat het om een nieuw product of een nieuwe kwaliteit
van een product.
2. De balans
De balans is een momentopname en geeft een overzicht van de bezittingen die
de ondernemer heeft en hoe deze bezittingen zijn gefinancierd. De bezittingen
geven de vermogensbehoefte en staan aan de linker kant van de balans (debet
of activa). De wijze van financiering, vermogensvoorziening, staat aan de rechter
kan van de balans (credit of passiva).
De bezittingen zijn gefinancierd met eigen vermogen en met vreemd vermogen.
Activa:
1
,Vaste activa gaat langer mee dan 1 jaar. Bijvoorbeeld: Productiequota, grond,
gebouwen, machines, veestapel (koeien, zeugen), aandelen, ledenbewijzen.
Duurzame activa vermogen word geleidelijk minder door afschrijvingen.
Vlottende activa gaat korter mee dan 1 jaar, ze worden in het productieproces
eenmalig gebruikt. Bijvoorbeeld: voorraden ( veevoer,
vleesvarkens,vleeskuikens), vorderingen (debiteuren), liquide middelen ( kasgeld,
banktegoed.)
Passiva:
Aan de creditzijde van de balans is te zien hoe in de totale vermogensbehoefte
wordt voorzien. De samenstelling van het totale vermogen geeft de structuur van
de vermogensvoorziening weer. Er zijn 2 soorten vermogen beschikbaar: het
eigen vermogen en vreemd vermogen. (ook wel de schulden van het bedrijf
genoemd.
Het eigen vermogen is het sluitstuk van de balans. Het eigen vermogen
verandert door het bedrijfsresultaat en door de privé onttrekking.
Formule:
Eigen vermogen begin + fiscale bedrijfswinst + privé ontvangsten -
privé onttrekkingen = eigen vermogen eind
Als de bedrijfswinst en de privé ontvangsten hoger zijn da de privé onttrekkingen,
dan neemt het eigen vermogen toe (besparingen genoemd). Als de
gezinsbestedingen hoger zijn dan de som van de bedrijfswinst en de privé
ontvangsten dan neemt het eigen vermogen af (ontsparingen genoemd).
Het hebben van een eigen vermogen is voor een bedrijf om een aantal redenen
noodzakelijk:
Eigen vermogen geeft een kredietwaardigheid.
Het eigen vermogen heeft een bufferfunctie
Hoe groter het eigen vermogen, des te minder vreemd vermogen, dus
minder rente, wat een positief effect heeft op het inkomen.
Vreemd vermogen wordt door de onderneming geleend van derden
(familie,bank, participanten):
Lang vreemd vermogen: heeft een looptijd langer dan 1 jaar.
o Bijv. hypothecaire lening, banklening of familielening, financial
lease.
Kort vreemd vermogen: heeft een looptijd korter dan 1 jaar.
o Bijv. rekening courant krediet, leverancierskrediet (crediteuren),
aflossingsverlichting lopend jaar, diverse rekeningen.
2
, De Bezittingen en de schulden hebben op de balans een vaste volgorde: deze is
afhankelijk van de mate van liquiditeit. Hoe vaster het vermogen in het bezit is
vastgelegd, des te hoger deze in de volgorde in de balans staan.
Soorten balansen:
Fiscale balans:
o om te bepalen hoeveel belasting er betaald moet worden.
Bedrijfseconomische balans:
o om te bepalen wat de vergoeding voor de ondernemer is voor de
inzet van zijn arbeid, vermogen en risico.
Liquiditeitsbalans:
o wat is de werkelijke waarde van de bezittingen bij vrije verkoop en
wat is het werkelijke vermogen dat de oneernemer in het bedrijf
heeft geïnvesteerd.
Privé balansen:
o welke bezittingen en schulden heeft de ondernemer buiten het
bedrijf.
Buitenvennootschappelijke bedrijfsbalans:
o Deze balans geeft een overzicht van de bezittingen en schulden van
een ondernemer die de goederen in gebruik geeft gegeven aan een
samenwerkingsverband, maar zelf de eigenaar blijft.
Het werkelijke eigen vermogen en het totale vermogen kunnen anders zijn dat de
fiscale balans aangeeft. Omdat deze meer of minderwaarde niet op de balans
staat vermeld, wordt dit een stille reserve genoemd.
Bij verkoop van de bezittingen of bij bedrijfsoverdracht kunnen de stille reserves
tot waarde worden gemaakt, waardoor er een hogere winst wordt gerealiseerd.
Dit kan tot gevolg hebben dat er meer (inkomsten) belasting moeten worden
betaald. 2
3. Resultatenrekening
3