Samenvatting: persoonlijke documenten en de constructie van de
levensloop
De samenvatting is opgesteld vanuit de collegeslides, persoonlijke aantekeningen en de onderstaande
literatuur.
College 1
Inleiding – Geeft een overzicht van de doelstellingen en achtergrond van de cursus, en gaat in op de
betekenis van persoonlijke documenten voor de psychologie.
- Allport (part 1, p. 3-64)
- Baggerman en Dekker – egodocumenten
- Wrightsman, hoofdstuk 1 en 5
College 2
De kindertijd als basis – Hier zal worden besproken hoe de kindertijd in de belangstelling van
onderzoekers kwam te staan en steeds meer als determinerend voor de verdere levensloop werd
opgevat.
- Wrightsman, met name hoofdstukken 1 t/m 3
- Baggerman – Kinderdagboek
- Roling
- Brian – A family science
College 3
Soeverein in niemandsland; over de adolescentie – Hierin zal de opkomst van de adolescentie worden
besproken en zullen we zien hoe die een heel eigen dynamiek aan levensloop geeft, waarbij met name
het denken over identiteit een belangrijke rol speelt. Dat geldt niet alleen voor de traditionele media als
het boek, de brief, de biografie, maar ook voor veel activiteiten op de nieuwe media.
- Arnett – Storm and stress
- Moinian – internet diary
College 4
Emerging adulthood – De adolescentie werd lange tijd gezien als de overgangsfase naar de
volwassenheid. Die fase heeft zich echter steeds meer uitgedijd en volgens sommige onderzoekers is er
tegenwoordig zelfs sprake van een nieuwe extra fase, die zich tussen adolescentie en volwassenheid
heeft genesteld.
- Jeffrey Jensen Arnett (boekhoofdstuk)
College 5
Volwassenheid als crisis – De volwassenheid werd in de klassieke ontwikkelingspsychologie opgevat als
het eindpunt van ontwikkeling en zou zich volgens de theorie vooral kenmerken door stabiliteit, terwijl
volwassenproblematiek (conform Freud) terug te voeren zou zijn op de kindertijd. Pas in de jaren
zeventig van de vorige eeuw neemt de belangstelling voor de volwassenheid zelf een vlucht. Dan blijkt
de stabiliteit tijdens deze periode helemaal niet zo ondubbelzinnig en lijkt de volwassenheid zelf een
bron van allerlei crises.
- Arnett (boekhoofdstuk), Wrightsman, met name hoofdstuk 4, 6 t/m 8.
,College 6
Persoonlijke documenten en de terugblik op het leven – In de nadruk op persoonlijkheid en zelfreflectie
is ook het terugblikken op het eigen leven steeds belangrijker geworden en in dat leven laten we ook
een reeks aan persoonlijke documenten achter. Maar wat doen we eigenlijk als we terugkijken op ons
leven? Kunnen we spreken van een betrouwbare reconstructie of gaat het veeleer om een constructie
van ons leven?
- Met name Allport, Wrightsman en Baggerman en Dekker
Hoorcollege 1 – Inleiding
Doelstellingen van de cursus:
De rol van persoonlijke documenten in de psychologie.
- Karl Weintraub: de dagelijkse optekeningen door de dagboekschrijver worden bepaald door het
[…] fundamentele gegeven dat het autobiografisch moment voor hem de dag is.
- Weintraub: De onvervalste autobiografische inspanning komt voort uit het onvervalste
verlangen betekenis te vinden in en toe te kennen aan een leven.
Psychologie van de psychoonlijkheidsontwikkeling (zelf, identiteit, etc.)
- Wilhelm Dilthey: de autobiografie is slechts de te boek gestelde zelfbezinning van de mens op de
eigen levensloop.
- Karl Weintraub: een zelfbewuste persoonlijkheid kan haar eigen geschiedenis slechts vertellen
als deel van de geschiedenis van haar wereld.
Inzicht in het denken over de samenhang in de levensloop
- Kinder- en jeugdjaren: we hebben de kindertijd nodig om daar te komen waar we willen zijn:
een goed functionerend volwassen persoon. Wanneer je dat bent, heb je de kindertijd achter je
gelaten. Grote link tussen volwassenheid en de kindertijd.
Theorie van Freud: alles wat van belang is in ons leven vindt plaats in de eerste
levensjaren. Daarna moeten we het doen met de bagage die we in die periode hebben
verzameld.
Kinderen kijken zelf erg uit naar de volwassenheid. Autobiografie = retrospectief (terugkijkend
op wie je was). Kinderen laten zien dat autobiografie ook prospectief kunnen zijn (naar de
toekomst kijken).
- Volwassenheid en ouderdom
- Continuïteit en/of discontinuïteit (veel continuïteit bij autobiografie, maar beide zijn belangrijk
in het leven. Bijv. succes is niet een rechte lijn).
Willem de Kooning: om dezelfde persoon te blijven, moet je voortdurend veranderen.
- Theorie en praktijk van de ontwikkeling
De levensloop als constructie: Wat zijn de bouwstenen?
De levensloop als beeld: Hoe praten mensen over hun levensloop? (7-up)
Bouwstenen/constructie van de levensloop: Wat vormt de ontwikkeling? Wat heeft invloed?
- Genen, opvoeding, temperament, hechting, zelfbeeld, identiteit, psychosociale crisis,
veroudering (biologisch/psychologisch).
- Afkomst, sociaaleconomische status, onderwijs en opleiding, beroep, generatie, gezondheid
(sociaal/historisch).
- Doelen, verwachtingen, idealen, eisen (ideologisch/levensbeschouwelijk).
Over persoonlijke documenten
, - Gordon Allport – The use of personal documents in psychological science, 1942.
- In psychology the font and origin of our curiosity in, and knowledge of, human nature lies in our
acquaintance with concrete individuals (Allport, 1942). (In dit boek ligt de nadruk om concrete
individuen: maar in psychologie is de individu een uit velen).
- Gewone mensen (in de 20e eeuw is de belangstelling voor gewone mensen gestegen)
Thomas & Znaniecki, The Polish Peasant, 1918/1920. (Poolse immigranten naar Amerika:
hoe hebben ze dat gedaan? Hoe integreren?).
The Great Depression (Grote (economische) crisis in de jaren 20: financiële problemen)
De 1e Wereldoorlog (en 2e WO): toename dagboeken, getuige zijn van iets groots
- Nomothetische (wettelijke kennis over het menselijk gedrag) vs idiografische kennis
(zelfbeschrijvend)
Verklaren (algemene uitspraken) vs begrijpen (uitleggen gedrag)
Populatie vs individu
Algemeen vs bijzonder
Allport pleidooi voor ideologische kennis (zelfbeschrijving: individu)
De oorsprong van persoonlijke documenten in de psychologie
- De stand van zaken in de psychologie rond 1900:
Traditie van fenomenologie en introspectieve (gericht op het individu) Allport:
eigenlijk waren dit allemaal persoonlijke documenten (introspectie van psycholoog)
Invloed van biologisch positivisme (Hoe ziet gedrag er eigenlijk uit?)
Ontdekking van individuele verschillen (mechanismen verschillen per persoon)
Belangstelling voor morbiditeit en genie (casestudies: belangrijke manier om zicht te
krijgen op gedrag en oorzaken van gedrag. Inzicht in individu).
De ontwikkeling van de psychologische roman (bijv. Jane Osten: proberen in de psyche
van de hoofdpersoon verplaatsen. Veel gebruik gemaakt van brieven/dagboeken).
Neergang van de Victoriaanse terughoudendheid en taboe t.a.v. intieme gevoelens in
brieven, dagboeken en autobiografieën. (Enorme preutsheid naar vrouwelijk lichaam).
- De bijdragen van William James (psychologie van de religie), Stanley Hall en Sigmund Freud
(Allport, 1942).
Bijv. Freud: het persoonlijke, casestudies. Allport: ondergeschikt aan zijn eigen theorie. Freud
toetste volgens zijn eigen theorie.
Het gebruik van persoonlijke documenten
- De bepaling van de psychologische betekenis
Wat voor soort persoonlijke documenten (dagboek, autobiografie, brieven, etc.)
Voor wie geschreven (privé of publiek)
Wat is de status (uniek of is er ondersteunend materiaal)
Kan de betrouwbaarheid (herkomst) worden aangetoond
Wat is de waarde van het materiaal (voor een onderzoeker)
Lenen ze zich voor hypotheses, theorie, ed.
Wat is de invloed (bias) van de interpretator (welk belang: gelijk krijgen/bewijzen? Wie
is er betrokken? Censuring?)
- Any selfrevealing record that intentionally or unintentionally yields information regarding the
structure, dynamics, and functioning of the auther’s mental life (Allport, 1942).
Autobiografisch schrijven als historisch genre (Baggerman en Dekker)
- Egodocumenten in de geschiedwetenschap (Jacques Presser, 1958) – Napoleon, Alexander de
Grote etc.
, Jacques Presser: Historische bronnen, waarin de gebruiker zich gesteld ziet tegenover
een ‘ik’ of een enkele keer een ‘hij’ als schrijvend en beschrijvend subject [die]
voortdurend in de tekst aanwezig [is].
- Egodocumenten als de gevaarlijkste van alle bronnen (Jan Romein)
- Moderne oriëntatie
Actor-perspectief en beleving van het verleden
Postmoderne denken: motieven en onbedoelde betekenissen
- Autobiografisch schrijven (welke instelling/culturele context)
- Michael Mascuch: Een culturele praktijk, waarbij de tekst een publiek vertoon is van de eigen
identiteit, de ‘Self-identity’.
Diversiteit van persoonlijke documenten
- Victor Klemperer (1881-1960) – Curriculum vitae, Herinneringen, 1881-1918 (Memoires: o.b.v.
van herinneringen).
- Petr Ginz (1928-1944) – The Diary of Petr Ginz, 1941-1942 (concentratiekamp).
- Marcel Cohen (1937) – Het innerlijke toneel (feiten) (laatste herinnering van de jeugd:
voorwerpen).
Psycholoog als beoordelaar
- Psychologische uitspraken: door wie, waar en wanneer?
- Ooit een normaal mens ontmoet?
- Normaal en volwassen gedrag (verwachten)
- Zelfkennis als opdracht en deugd (er wordt geacht om zelfkennins te hebben)
- Den Haag vandaag: filmfragment – Dufresne
- In het ideale geval zal iedere uitspraak over een persoon die persoon veranderen en tevens de
kern van zijn persoonlijkheid bevestigen (Hans Eysenck)
De (lange) weg naar zelfkennis (van orakel tot oordeel)
- Zelfkennis is de moeilijkste van alle kennis (Thales van Milete, 624-545 v. Chr.) Je weet je
plaats t.o.v. de goden (Grieken).
- Wie zichzelf niet kent, kan geen meester zijn over zichzelf (Baltasar Gracián, 1601-1658) veel
waarde hechten aan zelfkennis. Zelfkennis: op het juiste moment niet het achterste van je tong
laten zien. Behoedzaam: andere mensen kunnen misbruik maken.
- De persoonlijkheid als ui (onmogelijkheid van zelfkennis) (Benjamin Kouwer, 1921-1968)
lastig om de kern van de persoonlijkheid te vinden. Het is als het pellen van een ui: uiteindelijk
heb je allemaal losse schillen.
Persoonlijkheid als concept
- Psychologische theorieën: Freud, Jung, Erikson, Bowlby, Murphy,
Buss, etc.
- William James
De (on)mogelijkheid van zelfkennis.
‘I’: je neemt van alles waar/zintuigelijk. Kennende zelf.
Wanneer er gevraagd wordt wat je denkt.
Zelfreflectie en kom je in het ‘me’. Uitspraken doen
over jezelf.
Geen uitspraken over onszelf zonder in empirische zelf
te komen.