HVO – deeltoets 2
De basis
De student kan:
1. de anatomie van het orofaciale gebied benoemen met
betrekking tot de volledige gebitsprothese.
H1:
Mondholte (cavum oris):
- Isthmus fautium: overgangsgebied tussen achterzijde van mondholte
en pharynx.
- Vestibulum oris: gebied tussen tandbogen, wangen en lippen
(uitmonding gl. parotis t.h.v. M2 sup).
- Omslagplooien:
Vestibulaire omslagplooi: overgang slijmvlies aan buitenzijde van OK
en BK naar gingiva.
Linguale omslagplooi: overgang slijmvlies van tandboog in dat van
mondbodem.
Bij kaak- en tongbewegingen veranderen beide sterk van vorm:
orofaciale spieren liggen vlak onder het verschuifbare deel van
slijmvlies.
- Slijmvlies aan binnenzijde OK (begrensd door tong, mondbodem, en
tandbogen) onderverdeeld in:
Pars paralingualis (aan achterzijde).
Pars sublingualis (aan voorzijde):
o Plicae sublingualis: uitmondingen gl. sublingualis (boven m.
mylohyoideus).
Bij sterk geresorbeerde OK vaak prominent (‘’puilende
mondbomdem’’).
o Papilla sublingualis: uitmondingen gl. mandibularis.
Kwaliteit speeksel belangrijk voor retentie van prothese: hoe viskeuzer
het speeksel, hoe groter de bijdrage van speeksel aan retentie.
Slijmvlies:
- Epidermis (epitheellaag):
Meerlagig plaveiselepitheel (afh. van plaats in mond min of meer
verhoornd).
Afslijting keratocyten aan oppervlak vernieuwing in ≈ 14 dagen.
Verschillende lagen (van onder naar boven):
o Stratum basale:
Laag kubische cellen (onderling verbonden door
adhaerensverbindingen, met basale membraan door
hemidesmosomen).
Vorming nieuwe cellen die cellen aan oppervlakte aanvullen.
1
,HVO – deeltoets 2
o Stratum spinosum (stekelcellaag): cellen stevig verbonden door
macula adhaerens elasticiteit.
o Stratum granulosum: 3-5 lagen platte keratohyaline (=
basisproduct voor keratine) bevattende cellen.
o Stratum corneum: platte, kernloze cellen met keratine in
cytoplasma.
- Lamina propria: onderlaag van losmazig bindweefsel.
Veel bloedvaten en zenuwen voeding epidermis.
Grens epidermis en lamina propria: epidermiskammen, met daartussen
bindweefselpapillen.
- Basale membraan verankering basale cellen.
Veranderingen door prothese:
Afvlakken epidermiskammen.
Afnemen aantal keratohyaline bevattende cellen.
Stratum corneum wordt dunner.
Toename aantal mitosen in stratum basale epitheel sneller dan
normaal vernieuwd (palatum veranderd niet van dikte).
o Meer plooien in het slijmvlies (wordt 'te wijd' door de resorptie
van de
processus alveolaris)
Bij sterk geïnvolueerde OK: centraal een smalle, stevig met
kaak verbonden plooi met daaromheen wel verschuifbare
slijmvliesplooien.
Palatum:
- Palatum durum:
Gevormd door processus palatini van ossa
maxillares en laminae horizontales van ossa
palatini.
Tuber maxillare: benige verhevenheid achter
laatste molaar.
Dik meerlagig plaveisepitheel.
o Bij raphe en proc. alveolaris stevig met
periost verbonden.
o Veel klier- en vetweefsel tussen raphe en proc. alveolaris, vooral
in A-zone (= overgang tussen palatum durum en molle
zichtbaar maken door met dichtgeknepen neus lucht in neusholte
te persen; palatum molle stulpt uit in mond).
- Palatum molle:
Bindweefselplaat (aponeurose) waaraan 5 paren spieren hechten: m.
levator veli palatini, m. tensor veli palatini, m. palatoglossus, m.
palatopharyngeus, mm. uvulae
Mondbodem:
- Gevormd door m. mylohyoideus:
2
,HVO – deeltoets 2
Aanhechting aan linea mylohyoidea (links en rechts aan
binnenzijde OK) en os hyoideum.
In het midden een raphe.
Tussen m. mylohyoideus en tong liggen mm. geniohyoidei, onder m.
mylohyoideus mm. digastrici anteriores.
Innervatie door n. trigeminus.
Ligging grote speekselklieren:
o Gl. sublingualis: boven op m. mylohyoideus, lateraal van mm.
geniohyoidei.
o Gl. submandibularis: buigen om achterrand m. mylohyoideus
heen en liggen voor grootste deel onder m. mylohyoideus tegen
binnenzijde van OK.
Suprahyoïdale spieren:
M. mylohyoideus.
M. geniohyoideus
M. stylohyoideus
M. digastricus
Wangen en lippen:
- Wangen:
Gevormd door m. buccinator:
o Loopt horizontaal van raphe pterygomandibularis naar modiolus
(zie hieronder).
Bij aanspannen van deze spier wordt onder prothese op proc.
alveolaris gedrukt betere stabilisatie onderprothese.
o Op achterste deel corpus adiposum buccae (= vetkussen).
- Lippen:
Gevormd door 12 paren mimische spieren (zie tabel hieronder) die
vormen:
o Kringspiercomplex.
o Complex van radiaal Lipspieren (innervatie n.
gerangschikte spieren. facialis)
Vorm van lippen beïnvloed - M. orbicularis oris (basis van
kringspiercomplex)
door:
- M. zygomaticus major en minor
o Spiervezeltjes die door
- M. levator labii superioris
lippen lopen. alaeque nasi
o Mm. incisivi labii superior - M. levator labii superioris
en inferior. - M. levator anguli oris
Modiolus: knooppunt van - M. incisivus labii superioris en
diverse mimische spieren dat inferioris
zich distaal van de mondhoek - M. orbicularis oris
in de wang bevindt. - M. risorius
o Kan worden gefixeerd door - M. incisivus labii inferiores
gelijktijdige contractie van - M. depressor anguli oris
mm. depressor anguli oris, - M. depressor labii inferioris
- M. mentalis
3
, HVO – deeltoets 2
levator anguli oris en zygomaticus major betere stabilisatie
onderprothese (goed ontwikkelde modiolus gunstig).
M. mentalis:
o Vormt spierkussen van kin.
o Bij edentaten met sterk geresorbeerde OK liggen
aanhechtingsvezels meestal op OK bij mondbewegingen kan
onderprothese naar achteren worden geduwd.
Frenulum (lipbandje) buccale superior en inferior:
slijmvliesplooien in midden van resp. boven- en onderlip die zorgen
voor verbinding met gingiva.
Tong:
- Voorste deel = corpus linguae (tonglichaam), achterste deel = radix
linguae (tongwortel), gescheiden door V-vormige sulcus terminalis
(dorsum linguae = tongrug).
Op radix linguae tonsillae lingualis (onderdeel van ring van
Waldeyer-Hartz, samen met tonsillae palatinae en pharyngeales).
- Slijmvlies:
Meerlagig plaveiselepitheel, verbonden met spiermassa.
Op radix veel speekselkliertjes.
Papillae:
o Fungiformes, foliatae en vallatae (9-14 grote, vlak voor sulcus
terminalis) smaaksensoren
(‘’smaakkoppen’’).
o Filiformes ruwheid.
- Onderzijde van tong met mondbodem
verbonden door frenulum links en
rechts van frenulum: plicae fimbriae
- Spieren:
Intrinsieke tongspieren (mm.
longitudinalis superior en inferior,
mm. transversus linguae, m. verticalis
linguae) vormgeven tong.
Extrinsieke tongspieren: m.
genioglossus, m. hyoglossus, m.
styloglossus en m. palatoglossus
tong bewegen als geheel.
Smaak en reuk:
- Smaakbekers:
Verdeeld in basale cellen, steuncellen en sensorcellen.
o Sensorcellen eindigen in microvilli in slijmvlies smaakprikkels
grijpen aan op microvilli ontstaan potentialen bij voldoende
grootte zenuwimpuls.
4