100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting DESIGNING SOCIAL RESEARCH Boek Colleges Bestuurskunde €5,29   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting DESIGNING SOCIAL RESEARCH Boek Colleges Bestuurskunde

2 beoordelingen
 188 keer bekeken  14 keer verkocht

MIJN TENTAMEN CIJFER : 8 Jaar 2019/2020 Heel het boek samengevat EN colleges erin verwerkt.

Voorbeeld 9 van de 33  pagina's

  • 7 november 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (18)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: 581176qb • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: karsb • 4 jaar geleden

avatar-seller
MrWesley
Chapter 1 & 2


Epistemology = the science of knowing; systems of knowing.

Methodology = ( a subfield of epistemology) the science of finding out; procedures for scientific
investigation.

Ontology = Wat is de nature van reality?

Observaties :

Door observatie doelbewuster te maken verminder je errors.

- Niet overgeneraliseren. Als je eerste 10 respondenten hetzelfde antwoord geven toevallig
betekent dat nog niet dat de andere tientallen mensen hetzelfde vinden. Niet zomaar van
een patroon uit gaan dus. Een gevaar van overgeneralisatie is dat het kan
leiden tot selectieve observatie. Als we eenmaal hebben geconcludeerd dat een bepaald
patroon bestaat en er een algemeen begrip is ontwikkeld van waarom het bestaat, hebben
we de neiging ons te concentreren op toekomstige gebeurtenissen en situaties die in het
patroon passen, en hebben we de neiging om degenen die dat niet doen te negeren.
Raciale en etnische vooroordelen zijn sterk afhankelijk van selectieve observatie voor hun
persistentie.
- Replicatie is ook een goede manier om te zorgen dat je observatie betrouwbaar is.
Replicatie = Een research study herhalen om gegevens van eerdere onderzoeken te testen of
te bevestigen.



Attributen zijn kenmerken of kwaliteiten die een object/persoon beschrijven. Voorbeelden :
female, Asian, alienated, conservative, dishonest, intelligent, and farmer. Anything you might say to
describe yourself or someone else involves an attribute. Leeftijd 0-17, 18-22, <-65+. Oud, jong. ).

Variabelen = logische sets van attributen. De variabele bezetting is samengesteld van attributen
zoals boer, professor en vrachtwagen bestuurder. Bijvoorbeeld : Sociale klasse is een variabele die
bestaat uit een set van attributen zoals upper class, middle class en lagere klas.

Voorbeelden van variabelen : Voorbeelden van bijbehorende attributen:

Politieke voorkeur Conservatisme/socialisme/liberalisme

Leeftijd Jong, Middle-Aged, Oud

Gender Male, Female

Etniciteit Nederlands, Spaans, Japans, Koreaans

Sociale Klasse Onderklasse, Middenklasse, Bovenklasse



Onafhankelijke Variabelen : Deze variabelen staan vast. Kunnen niet veranderen . geslacht, leeftijd,

Afhankelijke variabelen : Variabelen die veranderlijk kunnen zijn. criminaliteit, inkomen,
werkloosheid, vooroordelen, attitudes, arbeidsperspectief. Over antifeminisme wordt gesproken als

,een variabele omdat het varieert. Sommige mensen tonen de houding meer dan anderen. Sociale
onderzoekers zijn geïnteresseerd in het begrijpen van het systeem van variabelen dat zorgt ervoor dat
een bepaalde houding sterk is het ene exemplaar en het andere zwak.




Onafhankelijke variabele : Afhankelijke variabele :

Gender Inkomen

Educatie Raciaal vooroordeel

Baan vader Educatie zoon



Operationalisatie :
Een stap verder dan conceptualisering. Het speciferen van de exacte handelingen betrokken bij het
meten van een variabel. Er zijn veel manieren waarop we het kunnen proberen om onze hypothese
te testen, die elk toelaat verschillende manieren om onze variabelen te meten.
• Contact hypothesis : ethnic diversity of a classroom increases trust &
cooperation between ethnic groups within a classroom
• Conflict hypothese: ethnic diversity of a classroom decreases trust &
cooperation between ethnic groups within a classroom
• Constrict hypothesis :ethnic diversity of a classroom decreases the trust &
cooperation within a ethnic group and between ethnic groups within a classroom




Benaderingen voor social research
Inductive : Het logische model waarin algemeen principes zijn ontwikkeld op basis van specifieke
observaties. Voorbeeld : Wanneer je ziet dat Joden en Katholieken meer op de Democraten stemmen
in de VS dan dat Protestanten dat doen, zou je kunnen concluderen dat religieuze minderheden in de
VS meer zijn aangesloten bij de Democraten en het is uw taak uit te leggen waarom. Dit zou een
voorbeeld van inductie zijn.

Deductive : Het logische model waarin specifiek verwachtingen van hypothesen zijn ontwikkeld op
de basis van algemene principes. Beginnend vanaf het algemene principe dat alle decanen middelen
zijn, je zou kunnen verwachten dat deze je niet zal toelaten van koers veranderen. Deze verwachting
zou de resultaat van aftrek zijn.

Deductive begint met een verwacht patroon dat wordt getoetst aan observaties, terwijl inductive
begint met observaties en er een patroon in probeert te vinden.

Idiografisch : Probeert volledig de oorzaken te begrijpen van wat er in 1 case is gebeurd.
Een type uitleg waarbij we streven naar volledig, diepe begrip van unieke/eigenaardige oorzaken van
wat is gebeurd in een specifieke situatie. (Specifieke (reeks van) oorzaken waarom jij je tentamen
slecht hebt gemaakt). De intentie is om één situatie volledig te verklaren. – (case). Váák kwalitatief.
Voorbeeld: Waarom een bepaalde vrouw op een bepaalde partij heeft gestemd.

,Nomothetisch : Wil een reeks van gebeurtenissen/situaties verklaren i.p.v. 1 . Een type uitleg
waarbij er wordt gekeken naar meerdere oorzaken die meerdere situaties/gebeurtenissen uitleggen,
i.p.v. alleen één. Meerdere causale factoren hebben impact (causaal model). Er wordt niet naar alle
factoren gekeken die het zouden kunnen uitleggen, maar alleen naar een deel. De intentie is niet om
de groep gebeurtenissen volledig te verklaren – (generalizability).
Váák kwantitatief, vaak deductief. Voorbeeld : Een aantal factoren identificeren die gaan over het
algemeen stemgedrag.




Puur onderzoek (basis onderzoek/zuiver wetenschappelijk onderzoek)
Er wordt onderzoek gedaan om kennis op te doen. Uit nieuwsgierigheid, om aan bestaande kennis te
kunnen bijdragen. Veel autonomie van onderzoekers.

Toegepast onderzoek
Er wordt onderzoek gedaan die in de praktijk wordt gebracht. Bijvoorbeeld door resultaten om te
zetten in evaluatieonderzoek of beleidsonderzoek. Voorbeeld : onderzoek naar snelwegen, met als
doel deze direct te kunnen verbeteren. Weinig autonomie, vaak in opdracht.




Kritisch (conflict & feminist paradigma, critical race theory) Machtsrelaties kritisch bekijken →
meerderheid vs minderheidsgroepen. Het identificeren van onderliggende structuren die leiden tot
ongelijkheid en mensen motiveren om dit te veranderen. - nomothetisch - ideologisch - zowel
inductief als deductief.

Interpretatief (symbolisch interactionisme, ethnomethodology): We construeren de
samenleving zelf (constructivistisch). Sociale realiteit wordt bepaald door de betekenis die
participanten hechten aan sociale fenomenen. Vaak kleine N, kwalitatief, idiografisch.

Positivistisch (structural functionalism) : To discover natural laws so people can predict and
control events. Vaak grote N. Vaak kwantitatief, nomothetisch,



Benaderingen/paradigma’s van social research
Positivisme (Functionalistisch)
Empirisch verklaren. Het vroege positivisme had de drie stadia van Comte. Metafysische stadium
veranderde het religieuze wereldbeeld in filosofische ideeën over natuur en natuurwetten. Daarna
positivistisch paradigma. Hierdoor ontstond het positivisme → doel: het observeren van de
samenleving en deze rationeel en logisch verklaren en het bewijzen of ontkrachten van beweringen.
→ Het positivisme gaat uit van een objectieve realiteit die we kunnen kennen door wetenschap.
Het is deductief en kwantitatief en nomothetisch. Er wordt gezocht naar causale verbanden tussen
fenomenen. De onderzoeker is afhankelijk en heeft geen invloed op de data.

,Kritiek op positivisme : Wetenschappers kunnen niet objectief zijn & het positivisme wordt
uitgedaagd door het postmodernisme. Dat is een paradigma dat de uitgangspunten van het
positivisme in twijfel trekt dat theorieën een objectieve realiteit beschrijven. Postmodernisten
zeggen dat misschien alleen onze opvattingen en ervaringen echt zijn

Conflictparadigma (Kritisch) : Een paradigma dat menselijk gedrag ziet als pogingen om andere
mensen te domineren of dominantie van anderen te vermijden.

Constructivisme : Kennis komt tot stand door een actieve constructie, eerder dan een passieve
representatie van de werkelijkheid.



Symbolisch interactionisme (interpretatief)
Een paradigma die het menselijke gedrag ziet als de creatie van betekenisvol gedrag in sociale
interacties. Mensen proberen algemeen begrip te krijgen van dingen door het gebruik van taal,
symbolen.

Ethnomethodologie (interpretatief)
Garfinkel zegt : ‘’ Mensen worden niet gevormd door sociale structuren, maar ze creëren zelf
sociale structuren door hun acties en interacties. Ze maken hun eigen realiteiten.’’ Mensen proberen
voortdurend het leven dat ze ervaren te begrijpen. Iedereen gedraagt zich als een sociaal
wetenschapper; vandaar de term etnomethodologie of 'methodologie van de mensen."

- Interacties verschillen altijd per situatie en personen en bepalen je toekomstverwachtingen.

- Mensen zijn op een wetenschappelijke manier continu aan het proberen om het leven zinnig te
maken hoe ze het ervaren. Iedereen ‘gedraagt zich als een sociale wetenschapper’

→ ‘Methodologie van de mensen’.

- Onderzoek binnen dit perspectief focust zich vaak op communicatie. Er wordt vaak
onderzoek gedaan door anders te gedragen dan normaal en kijken hoe mensen hierop
reageren en hoe dit hun verwachtingen verandert.




Structureel functionalisme
Structureel functionalisme, soms ook bekend als sociale systeemtheorie, is voortgekomen uit een
idee geïntroduceerd door Comte en Spencer: Een sociale entiteit, zoals een organisatie of een hele
samenleving, kan worden gezien als een organisme. Zoals andere organismen, bestaat een sociaal
systeem uit delen, die elk bijdragen aan het functioneren van het geheel. Overweeg naar analogie
het menselijk lichaam. Binnen het functionalistische paradigma zouden we kunnen zeggen dat
criminelen dienen als werkzekerheid voor de politie. In een gerelateerde observatie suggereerde
Emile Durkheim (1858–1917) dat misdaden en hun straf een gelegenheid bieden om de waarden van
de samenleving opnieuw te bevestigen.

Feminisme paradigma (kritisch) = Paradigma’s die de samenleving bekijken en begrijpen door de
ervaring van vrouwen. Onderzoek dat aandacht richt op de onderdrukking van vrouwen en de relatie
met andere aspecten in het leven. Feministische paradigma's onthullen niet alleen de behandeling

,van vrouwen of de ervaring van onderdrukking maar wijzen vaak op beperkingen in hoe andere
aspecten van het sociale leven worden onderzocht en begrepen.

Critical race theory (kritisch) : Een paradigma gebaseerd op ras bewustzijn en een intentie om raciale
gerechtigheid te bereiken.

Babbie zegt dat dit een niet-traditionele academische kijk is. Ras is een sociale constructie. Als
mensen situatie als echt definiëren, zijn ze ook echt in hun consequenties – Thomas theorema →
critical realism.

Interest convergence : De stelling dat de meerderheid van de groepsleden alleen de belangen van
minderheden ondersteunen wanneer die acties ook de belangen van de meerderheidsgroep
ondersteund.




Tolerantie voor dubbelzinnigheid ( tolerance for ambiguity) : Het vermogen om vast te houden aan
conflicterende ideeën in je geest tegelijkertijd, zonder ze te ontkennen of af te wijzen.

Causaliteit
Oorzaak / gevolg. Er is een causaal verband/correlatie tussen oorzaak en gevolg. Verband tussen
onafhankelijke en afhankelijke variabelen.
Je moet de tijdsvolgorde kunnen vaststellen, anders kan je niet spreken van oorzaak en gevolg.
Er moet niet alleen observatie zijn maar ook logica.

Voorbeeld : Hoeveelheid ijs – hoeveel verdrinkingsdoden. Er is een statistisch verband maar niet een
echt verband. Het komt beide door de temperatuur (in zomer).




Welke soorten onderzoek zijn er?


Kwantitatief onderzoek :

Probeert feiten te achterhalen uitgedrukt in nummers/cijfers. Er doen vaak veel respondenten mee.
Vaak via enquêtes/surveys.

Kwalitatief onderzoek :

Complexe vragen / motivatie/ interpretatie. Gaat vaak dieper. Bij kwalitatief onderzoek wordt
verzamelde data geanalyseerd en verklaard en is het verkregen door het observeren van wat mensen
doen en zeggen. Bij kwalitatief onderzoek doe je bijvoorbeeld observaties, interviews en
focusgroeps.

, Het onderscheid tussen kwalitatieve en kwantitatieve data in sociaal onderzoek is in wezen het
onderscheid tussen numeriek en niet-numeriek gegevens. Als we zeggen dat iemand intelligent is,
hebben we dat heeft een kwalitatieve bewering gedaan.

Kwantitatief + kwalitatief = Pluralistisch onderzoek.



Wanneer gebruik je kwalitatief onderzoek Als je :
1. Dieper op je onderwerp wil in gaan

2. Complexe vragen wil stellen

3. Om er achter te komen wat iemands motivatie/interpretatie bijvoorbeeld is.

4. Je wil nieuwe informatie verkrijgen.




Chapter 3 Ethiek & Politics of Social Research


Belmont Report principles :
1. Respect voor deelnemers — Deelname moet volledig vrijwillig zijn en gebaseerd op
volledig begrip van wie erbij betrokken is. Bovendien moet speciale voorzichtigheid
worden betracht om minderjarigen en personen die volledige autonomie missen
(bijvoorbeeld gevangenen) te beschermen.
2. Beneficence — Subjecten mogen niet geschaad zijn door het onderzoek en, idealiter,
zouden zij ervan moeten profiteren.
3. Gerechtigheid - De lasten en voordelen van onderzoek moeten eerlijk worden
verdeeld binnen de maatschappij.


Informed consent : Een norm waarin onderwerpen hun vrijwillige deelname aan onderzoek
projecten baseren op een volledig begrip van de mogelijke risico's die zijn betrokken. Voorbeeld : In
een medisch experiment krijgen potentiële proefpersonen bijvoorbeeld een bespreking van het
experiment en alle mogelijke risico's voor zichzelf. Ze moeten een verklaring ondertekenen dat zij zich
bewust zijn van de risico's en dat ze ervoor kiezen om toch mee te doen.



De duidelijkste zorg bij de bescherming van de belangen en het welzijn van personen is de
bescherming van hun identiteit, vooral tijdens enquêtes onderzoek. Als hun enquêtereacties worden
onthuld dan zou dit hen op enige wijze kunnen beschadigen, daarom wordt het steeds belangrijker
voor onderzoekers zich te houden aan regels. Twee technieken - anonimiteit en vertrouwelijkheid -
helpen onderzoekers in dit verband.

, Wanneer is anonimiteit en vertrouwelijkheid bereikt door de onderzoeker?
Anonimiteit : Anonimiteit wordt bereikt in een onderzoeksproject wanneer noch de onderzoekers
noch de lezers van de bevindingen gegevens kunnen identificeren van een respondent.

Vertrouwelijkheid : Een onderzoeksproject garandeert vertrouwelijkheid wanneer de onderzoeker
zich kan identificeren met de antwoorden van een bepaalde persoon, maar belooft dit niet zo
publiekelijk te doen. Voorbeeld ; In een interviewenquête bijvoorbeeld de onderzoeker zou de
inkomsten openbaar kunnen maken gemeld door een gegeven respondent, maar de respondent is
ervan verzekerd dat dit niet zal worden gedaan. Wanneer een onderzoeksproject vertrouwelijk is in
plaats van anoniem, is het de verantwoordelijkheid van de onderzoeker om dat feit duidelijk te
maken aan de respondent.

Interviewers trainen in hun ethische verantwoordelijkheden. Interviewers moeten privé data
verwijderen zodra deze data niet meer nodig is.




Waarom moet research integer en ethisch zijn?
- Voor de geloofwaardigheid van de academische community.
- In veel gevallen, is het de belastingbetaler z’n geld waarmee het onderzoek wordt
gefinancierd.

Main ethical issues & principles

No data fabrication, data falsification ; niet data interessanter laten klinken als het is.
- Geen plagiaat plegen
- Vermijd harmful conflict of interests
- Informed consent



Voorbeeld van onethisch research gedrag :
- Milgram experiments (1974)
- Ghostwriting
- Self-plagiaat
- Plagiaat in thesis
- Data fabriceren om met fancy conclusies te komen.



Remedies for unethical research
- Ethical research committees
- Open Science (publiceert niet alleen je artikel maar ook surveys, data files, algorithms etc)

Na publicatie van je onderzoek :
Utilization : De graad en manier van hoe je research in de praktijk wordt gebruikt in de
samenleving.

, Valorization : waarde maken van je kennis door je kennis geschikt te maken voor economisch of
sociaal gebruik.




Chapter 4 Babbie
De structurering van onderzoek: Kwantitatief en kwalitatief
3 doelen om onderzoek te doen : iets beschrijven, verklaren of verkennen. Een onderzoek
kan meerdere doelen hebben.



Beschrijvend onderzoek :


Het beschrijven van de staat van sociale zaken; situaties en gebeurtenissen beschrijven.

Voorbeeld: Wat is het werkloosheidspercentage? Wat is de raciale samenstelling van een bepaalde
stad? Welk percentage van de bevolking is van plan om op een bepaald politiek te stemmen
kandidaat? De Amerikaanse volkstelling is een uitstekend voorbeeld van beschrijvend sociaal
onderzoek.

Voorbeelden van beschrijvend onderzoek :

- De berekeningen van leeftijd - geslacht profielen van populaties gedaan door demografen.
- De berekening van criminaliteitscijfers voor verschillende steden.
- Een onderzoek naar productmarketing dat de mensen beschrijft die gebruiken, of zouden
gebruiken, een bepaald product.
- Een antropologische etnografie, kan bijvoorbeeld proberen het specifieke te beschrijven
cultuur van een preliterate samenleving.



Verkennend onderzoek :
Verkennend onderzoek kan misvattingen wegnemen en helpen bij toekomstgericht onderzoek. Er is
vaak nog beperkte kennis beschikbaar over dit onderwerp. Het onderwerp zelf is vaak relatief nieuw.
Bijv : Hoe is het om lid te zijn van een gang?

Waarom verkennend onderzoek?

1. Om de nieuwsgierigheid van de onderzoeker en het verlangen naar beter begrip te bevredigen,

2. Om de haalbaarheid van het ondernemen van een meer te testen uitgebreide studie

3. Om methoden te ontwikkelen voor een volgende studie.

, Nadelen/tekortkomingen bij verkennend onderzoek ?

1. De belangrijkste tekortkoming van verkennende studies is dat ze zelden bevredigende
antwoorden geven om vragen te onderzoeken.
2. De reden waarom verkennende studies zelden definitief zijn op zichzelf heeft het te maken
met representativiteit; dat wil zeggen dat de mensen die je bestudeert in je verkennend
onderzoek misschien niet typerend zijn voor de grotere bevolking die u interesseert.




Verklarend (explanation) onderzoek :
Doel : Dingen uitleggen. Redenen geven voor verschijnselen in de vorm van causale relaties.
Beschrijvende studies beantwoorden vragen van wat, waar, wanneer en hoe; verklarende vragen,
waarom…. Je wil niet alleen bendegeweld beschrijven maar ook hoe dat komt.

Een onderzoeker die wil weten waarom een anti-abortusdemonstratie eindigde in een gewelddadige
confrontatie met de politie heeft een verklarend doel, in tegenstelling tot eenvoudig beschrijven wat
er is gebeurd. Voorbeeld : Waarom doen sommigen steden hebben hogere werkloosheidspercentages
dan anderen? Waarom zijn sommige mensen meer bevooroordeeld dan anderen? Waarom verdienen
vrouwen waarschijnlijk minder dan mannen voor hetzelfde werk?

Idiografische verklaring = meestal relatief compleet

Nomothetische verklaring = probalistisch en meestal incompleet

Idiografische verklaring : Zoekt een volledig begrip van de oorzaken van gebeurtenissen en
situaties in een enkel of beperkt aantal gevallen. Voorbeeld : Als je wil weten waarom er op de
Erasmus Universiteit een studentenprotest uitbrak, wil je alles weten wat er aan bijdroeg; de
geschiedenis van het college, de organisatiestructuur, de acties van invloedrijke personen
(beheerders, docenten, studenten, anderen) etc.

Besteed aandacht aan de uitleg die wordt geboden door de mensen die de sociale processen
doorlopen die je bestudeert.

Vergelijkingen met vergelijkbare situaties, hetzij in verschillende plaatsen of op verschillende
tijdstippen op hetzelfde plaats, kan inzichtelijk zijn



Nomothetische verklaring : Bedenk dat we in dit model een paar factoren (onafhankelijke
variabelen) hebben die kunnen worden verklaard voor een groot deel door de variatie in een
bepaald fenomeen. Voorbeeld : We zagen dus dat mannen waarschijnlijker waren dan
vrouwen om legalisatie te ondersteunen; liberalen meer waarschijnlijk dan conservatieven,
enzovoort. Dit verklarende model staat in contrast met het idiografische model, waarin we
op zoek zijn naar een volledige, diepgaande begrip van een enkel geval.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MrWesley. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64438 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,29  14x  verkocht
  • (2)
  Kopen