Het zal naar alle waarschijnlijkheid een online essay tentamen zijn.
Nieuwe Franchisewet is tentamenstof
Vandaag gaan we een aantal overeenkomsten bespreken. We beginnen met het onderscheid tussen
benoemde en onbenoemde bijzondere overeenkomsten. In dit vak zitten we voor het grootste deel vast
in boek 7 BW. Boek 3 en boek 6 BW komen ook regelmatig voor. Vandaag gaan we beginnen met de
koopovereenkomst en daarnaast ook de distributieovereenkomst en de franchiseovereenkomst.
Menu
Bijzondere overeenkomst: onbenoemd v. benoemd
Distributieovereenkomst
Franchiseovereenkomst
Koopovereenkomst
Deze overeenkomsten worden onderscheiden door de vraag of ze al dan niet zijn benoemd in de wet.
Bijzondere overeenkomsten
Boek 7: benoemde (bijzondere) overeenkomsten
Relevantie Boek 3 en Boek 6: gelaagd karakter (denk aan de nietigheden)
Benoemd v. onbenoemd: bijv. koop v. distributieovereenkomst
o Rechtszekerheid/duidelijkheid (bijv. t.a.v. beëindiging)
o Bescherming van een (de zwakkere) contractspartij (semi-dwingend recht)
o Vormvoorschriften (schriftelijkheidseis)
Voor bijzondere overeenkomsten zijn bijzondere bepalingen opgenomen in de wet. Deze zijn nader
geregeld door de wetgever. De verschillende afdelingen van boek 7 BW hebben dan ook vaak de naam
van de betreffende overeenkomst.
Maar niet alle bijzondere overeenkomsten staan in boek 7 want er bestaan ook onbenoemde
overeenkomsten. Dit zijn overeenkomsten die wel bijzonder zijn, maar nog geen plek hebben gevonden
in het wetboek. Dit betekent niet dat hiervoor helemaal niets geregeld is, zij vallen wel onder boek 3 en
6. Dit geldt overigens ook voor alle benoemde overeenkomsten uit boek 7. Door de gelaagde structuur
van het BW zijn boek 3 en boek 6 van toepassing op alle bijzondere overeenkomsten
(totstandkomingregels, wilsgebreken, wanprestatie, nietigheden etc.)
Benoemde, in de wet genoemde overeenkomsten, worden gekenmerkt door redelijk wat semi-
dwingend recht. Vaak ter bescherming van een van de contractspartijen. Er zijn een aantal regels door
de wetgever neergelegd in de wet om ervoor te zorgen dat er duidelijkheid is voor de partijen. Zodat er
onder meer duidelijkheid en zekerheid bestaat over de beëindiging van de overeenkomst en het
eventueel verschuldigd zijn van een boete/schadevergoeding daarbij etc.
Voor de koopovereenkomst is heel veel geregeld in boek 7 BW. Dit vormt een groot verschil met de
distributieovereenkomst. De distributieovereenkomst is een typisch voorbeeld van een onbenoemde
overeenkomst. Bij koop wordt de zwakkere partij (in het bijzonder de consument) beschermd. Er
bestaan ook verschillende vormvoorschriften voor deze bijzondere benoemde overeenkomsten die de
rechtszekerheid dienen en partijen extra houvast geven. Denk aan de schriftelijkheidseis bij de koop
van een onroerende zaak. Als je een huis koopt als particulier moet de koopovereenkomst op schrift
komen te staan (vormvoorschrift). Er zijn veel vormvoorschriften opgenomen in boek 7, minder in
boek 3 en 6.
,Bijzondere overeenkomsten
Onbenoemde (bijzondere) overeenkomsten in Asser/Houben 7-X:
o De leaseovereenkomst
o De factorovereenkomst
o De distributieovereenkomst
o De franchiseovereenkomst
o De energieleveringsovereenkomst
o De aansluit-en-transportovereenkomst met een netbeheerder
o De overeenkomst tot het leveren van telecommunicatiediensten
Pseudo-onbenoemd/onzuiver onbenoemd?
We gaan nu stilstaan bij de onbenoemde overeenkomsten voordat we verder gaan met de koop.
Pavillon heeft een paar nummers voorgeschreven uit Asser/Houben. De keuze is gevallen op de
distributieovereenkomst om dat hier in dit vak te behandelen. Houben benoemt veel meer
overeenkomsten: de leaseovereenkomst, factorovereenkomst.
De franchiseovereenkomst zal binnenkort verdwijnen uit het rijtje van onbenoemde overeenkomsten.
Het zal een benoemde overeenkomst worden. De franchisenemer verdient in de ogen van de wetgever
namelijk meer bescherming en daarom moet meer geregeld worden met betrekking tot die
overeenkomst (zie de nieuwe Franchisewet).
Houben bespreekt ook de energieovereenkomst en de aansluit-en-transportovereenkomst met een
netbeheerder. Er is hier de laatste tijd ook wel wat om te doen geweest. Er is een uitspraak geweest van
de rechtbank Assen waarin een gasverlater (consument) werd verplicht de kosten te dragen van het
afsluiten van de gasaansluiting. Daarvan heeft de rechter aangegeven dat dit niet uit de wet voortvloeit
dat de consument daarvoor kosten verschuldigd zou zijn. Op dit punt zal ook wel het een en ander
misschien geregeld gaan worden in de toekomst. Verder bestaat de overeenkomst tot het leveren van
telecommunicatiediensten.
Dit zijn bijzondere overeenkomsten die niet in de wet geregeld zijn. Bepaalde aspecten hiervan zijn wel
in de wet geregeld. Soms in publieke wetten. Sommige zijn goed vergelijkbaar met benoemde
overeenkomsten zoals de overeenkomst van opdracht (art. 7:401 e.v. BW) en de koopovereenkomst.
Dus voor een deel kun je ook bepalingen uit bestaande benoemde overeenkomsten van toepassing
achten op deze onbenoemde overeenkomsten.
In nummer 4 Asser/Houben wordt onderscheid gemaakt tussen pseudo-onbenoemde bijzondere
overeenkomst en onzuiver onbenoemde bijzondere overeenkomst. Bij pseudo-onbenoemd
overeenkomsten wordt de betreffende overeenkomst gezien als onbenoemd, maar is het feitelijk niet
omdat het (de iure) wordt aangemerkt als een overeenkomst van opdracht. Houben wijst bijvoorbeeld
op de serviceproviders bij telecommunicatiediensten. Is dat niet eigenlijk een overeenkomst van
opdracht? Onzuiver onbenoemde overeenkomsten zijn overeenkomsten die worden als benoemd
geacht (bijvoorbeeld de koop software), dus gezien als koopovereenkomst maar is het toch niet
helemaal.
Het maakt feitelijk niet zoveel uit, maar je ziet dat partijen proberen vaak te spelen door een bepaalde
naam aan een overeenkomst te geven en daarmee onder toepassing van bepaalde regelgeving proberen
uit te komen of juist een overeenkomst een bepaalde naam te geven en zo de toepasselijkheid van
bepaalde regels proberen af te dwingen.
,Bijzondere overeenkomsten
› Kwalificeren van de overeenkomst (Bijz. ovk nr. 4)
› Rol van de rechter v. rol van partijen
§ ‘door constructie heen kijken’: daadwerkelijke materiële rechtsverhouding?
§ Bijv. koop op afbetaling art. 7A:1576 BW (oud)
- ECLI:NL:HR:2011:BT8457 (effectenlease)
- “r.o. 3.7. (…) Art. 7A:1576 lid 3 BW (oud) strekt ertoe te voorkomen dat
beoogde bescherming (huur)koper wordt ontgaan doordat de overeenkomst
in een bepaalde vorm wordt gegoten.”
- “Alle overeenkomsten, die dezelfde strekking hebben, onder welke vorm of
welke benaming ook aangegaan, worden als koop en verkoop op afbetaling
aangemerkt.”
- ECLI:NL:HR:2014:1385 (gratis mobieltjes I, Bijz. ovk. nr. 142: gratis
mobieltje is geen schenking)
Uit bestaande rechtspraak blijkt echter dat het niet aan partijen is om een overeenkomst te
kwalificeren. De bedoelingen van partijen zijn heel belangrijk om de rechten en plichten van partijen
vast te stellen bij de uitleg van de overeenkomst (Haviltex), maar uiteindelijk maakt de rechter de
balans op en deze gaat hieraan een kwalificatie aan verbinden. De rol van de rechter vs. de rol
partijen is iets wat langer een rol speelt in de rechtspraktijk. Rechters willen door de constructies heen
kijken om de daadwerkelijke materiële rechtsverhouding vast te stellen en te scharen onder een
bepaalde regeling. Er zijn bepaalde voorbeelden te bedenken.
Denk aan de effectenleaseovereenkomst. Hierom was zo’n 10 jaar geleden veel om. Te doen. Effecten
werden in een overeenkomst geleased met geleend geld. Met geleend geld werden aandelen gekocht en
toen stortte de beurs in. Mensen waren veel geld kwijt: de leningen moesten worden terugbetaald
terwijl de effecten niets meer waard waren. Daar was de vraag: bij een leaseovereenkomst
(onbenoemde overeenkomst) staat niets concreets in de wet. Daar zou wettelijk gezien niks voor
geregeld zijn. Maar er bestaat wel de regeling van koop op afbetaling in het burgerlijk wetboek. De
wetgever zegt dat alle overeenkomsten die dezelfde strekking hebben, onder welke vorm of welke
benaming ook aangegaan, worden aangemerkt als koop en verkoop op afbetaling. De effecten lease, de
HR vond dit er ook toe strekken dat het onder die regeling zou vallen. Dus werd de effecten lease onder
de koop op afbetaling geschaard en deze regeling werd dus van toepassing geacht op de overeenkomst.
Hetzelfde is ook gebeurd bij de zaak van de gratis mobieltjes. HR Gratis Mobieltjes 1. Het ging hier
om het kwalificeren van de overeenkomsten. Gratis Mobieltjes 2 ging vervolgens over de
rechtsgevolgen en de nietigheid en de afwikkeling.
De vraag: hoe moet je zo’n overeenkomst kwalificeren waarin je een gratis telefoon krijgt, maar wel
allerlei kosten voor telecommunicatiediensten moest betalen. Is het mobieltje dan wel gratis? Daar
werd doorheen geprikt door de HR. Het is geen schenking, er is niet zoveel gratis aan het gratis
mobieltje. De overeenkomst werd ook aangemerkt als een koop op afbetaling en daarnaast ook als
consumentenkrediet. Er zijn 2 wettelijke regelingen op van toepassing verklaard. Hier komen
samenloop kwesties bij kijken, we gaan hier met Verheij nader naar kijken.
, Bijzondere overeenkomsten
› Kwalificeren van de overeenkomst: rol van de rechter onlangs bevestigd
› ECLI:NL:HR: 2019:2034
› “Overeenkomst van in- en uitscharing van vee” = pachtovereenkomst (art. 7:311 BW)?
› “3.2.3 De hiervoor in 3.2.2 besproken vraag naar de kwalificatie van een overeenkomst moet
worden onderscheiden van de – daaraan voorafgaande – vraag welke rechten en
verplichtingen partijen zijn overeengekomen. Die vraag dient te worden beantwoord aan de
hand van de Haviltexmaatstaf. Nadat de rechter met behulp van die maatstaf de inhoud van
de overeenkomst – dat wil zeggen de wederzijdse rechten en verplichtingen – heeft
vastgesteld (uitleg), kan hij beoordelen of die overeenkomst de kenmerken heeft van een
pachtovereenkomst (kwalificatie).”
› Https://www.dirkzwager.nl/kennis/artikelen/hoge-raad-onderscheid-tussen-uitlegfase-en-
kwalificatiefase-van-een-wettelijk-benoemde-overeenkomst/
Wat recente rechtspraak ons leer. Bovenstaande uitspraak is niet verplicht voorgeschreven, maar van
deze zaak moet je in ieder geval de belangrijkste rechtsregel onthouden.
2 partijen hebben een overeenkomst van in- en uitscharing van vee gesloten. Er wordt dan land ter
beschikking gesteld waarop vee kan komen grazen en hiervoor wordt een bepaald bedrag betaald. De
vraag was of hier sprake was van een pachtovereenkomst (bijzondere overeenkomst). De
pachtovereenkomst is ook geregeld in boek 7 BW. De vraag was of je de overeenkomst kon aanmerken
als pachtovereenkomst. In dat geval gelden allerlei specifieke eisen voor beëindigen van de
overeenkomst, terwijl deze niet gelden indien het als een onbenoemde overeenkomst valt te
kwalificeren.
Het Hof in deze zaak heeft in deze zaak de partijbedoelingen mee laten wegen. Partijen hebben niet
voor ogen gehad om het een pachtovereenkomst – en alle bijbehorende regels – van toepassing te
laten zijn.
De HR oordeelt het volgende in r.o. 3.2.2. Zie hierboven. Als partijen wel of niet expliciet de bedoeling
hebben gehad om de pachtovereenkomst al dan niet van toepassing te laten zijn dat doet er absoluut
niet toe. Het is aan de rechter om tot kwalificatie over te gaan.
Distributieovereenkomst
Verticaal (v. horizontaal in de productieketen) samenwerkingsverband
Raamovereenkomst (waarbinnen koop en soms huur)
Duurovereenkomst
Doel = distributie van producten of diensten die worden geleverd door de leverancier
+ kennisvoorsprong lokale markt, risicospreiding, kostenbesparing (personeel, voorraad)
- Minder controle en marge afstaan
De distributieovereenkomst is nog steeds onbenoemd en nog steeds niet in de wet geregeld. Het is een
veel voorkomende overeenkomst. Het begrip distributieovereenkomst is ook een beetje een
containerbegrip omdat het allemaal niet specifiek in de wet is geregeld. Het is lastig om de contouren
van deze overeenkomst scherp te trekken. Het is een overeenkomst die over het algemeen valt aan te
merken als een langdurige contractuele relatie. In veel gevallen zijn het ook raamovereenkomsten
waarbinnen kleine (bijzondere) overeenkomsten worden gesloten (zoals huur of koop). Het betreft een
verticaal samenwerkingsverband tussen een leverancier en een distributeur. Dit betekent dat er in de
in de productieketen sterkere of zwakkere schakels kunnen bestaan, zo kan dit ook bij de
distributieovereenkomst aan de orde zijn.
De onevenwichtigheid tussen de schakels in de keten was ook bij franchiseovereenkomsten de reden
om het nu wettelijk te gaan regelen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rickdijksterhuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.