Open Universiteit Psychologische Gespreksvoering PB1102 versie 2019.08.27
INSTUUROPDRACHT EINDVERSLAG
Studentgegevens
Naam student Margo Valks
Studentnummer 852041638
Naam medestudent (cliënt) Mandy vd Venne (Kim Janssen)
Data gesprekken 20-06-2020 en 29-06-2020
Aantal woorden (max 6000) 4135 (exclusief gespreksfragementen)
PROBLEEMVERHELDERING
GESPREKSDOELEN PROBLEEMVERHELDEREND GESPREK
1. Bereiken van een goede vertrouwensrelatie met de cliënt
2. Verkrijgen van overzicht van de problemen van de cliënt (zowel voor hulpverlener als voor de cliënt)
3. Vaststellen van concrete en haalbare counselingsdoelen
4. Meegeven van een huiswerkopdracht
SAMENVATTING GESPREK 1
Cliënte, Kim Janssen, is 24 jaar en woont samen met haar vriend (geen kinderen). Cliënte heeft sinds 5
maanden last van hoofdpijn, stress, slaapproblemen en vermoeidheidsklachten. Via de huisarts is cliënte
doorverwezen naar een psycholoog. De huisarts vermoedt dat de stress van haar opleiding en werk te maken
heeft met de spanningsklachten. Cliënte heeft deze klachten nooit eerder meegemaakt en ze heeft nooit
eerder behandeling gehad.
Cliënte zit in haar tweede jaar van de BBL opleiding Retail. Ze werkt 32uur per week bij de Kruidvat en gaat 1
dag per week naar school. Ze vindt haar opleiding erg leuk, maar ze heeft sinds het tweede jaar van haar
opleiding nog maar weinig vrije tijd over. Na een werkdag bij de Kruidvat, gaat ze in de avond huiswerk maken.
Ook in de weekenden is ze bezig met haar opleiding, wat maakt dat ze geen tijd meer heeft om met
vriendinnen of haar vriend leuke dingen te doen. Cliënte herkent dit niet van het eerste jaar, toen werkte ze
24uur in de week i.p.v. 32uur. Doordat ze toen minder werkte, lag er minder druk op de weekenden en had ze
meer vrije tijd over.
Op haar werk heeft ze het erg druk. Ze merkt de laatste tijd dat ze moe is als ze aan een werkdag moet
beginnen en is vaak laat thuis. Ze vindt het lastig om tegen collega’s ‘’nee’’ te moeten zeggen als collega’s
vragen of ze taken van hen wil overnemen. Hierdoor moet cliënte regelmatig overwerken omdat ze niet aan
haar eigen taken toekomt. Ze wil niet laten merken dat ze het te druk heeft, ze is juist trots dat ze haar hebben
gevraagd of ze meer wil werken (32 uur i.p.v. 24uur).
In het eerste jaar stond ze gemiddeld een 9 en nu in het tweede jaar staat ze gemiddeld een 7. Cliënte baalt
hier van en heeft het gevoel dat ze faalt. Ze is bang dat ze haar opleiding niet kan halen en dat ze niet geschikt
is voor deze baan en opleiding. Hierdoor wordt cliënte erg onzeker. Cliënte is perfectionistisch en wil niet laten
zien dat ze het op dit moment niet aan kan. Ze reageert hierop door nog meer te gaan studeren, ook als ze moe
is en ze zich niet kan concentreren.
Daarnaast heeft ze het gevoel dat ze faalt tegenover haar vriendinnen en vriend. Ze zou graag meer tijd willen
doorbrengen met hen, maar dan heeft ze het gevoel dat ze niet voldoende toekomt aan haar huiswerk. Ze wil
niet aan haar omgeving laten merken dat ze het te druk heeft, dan is ze bang dat haar omgeving gaat denken
dat ze haar opleiding niet aan kan. Ze blijft tegenover haar omgeving volhouden dat alles goed gaat en dat er
niks aan de hand is.
Cliënte heeft altijd een hoge standaard gehad. Ze is perfectionistisch ingesteld, dat weet ze van zichzelf. Tot nu
toe leidde dat niet tot problemen, maar door de vele uren die ze werkt in combinatie met haar opleiding, merkt
1
, Open Universiteit Psychologische Gespreksvoering PB1102 versie 2019.08.27
ze dat ze dit niet vol kan houden. Ze heeft de overtuiging dat ze alles goed moet doen en geen fouten mag
maken. Door deze overtuigingen, voelt cliënte zich onzeker en heeft ze het gevoel dat ze faalt.
COUNSELINGSDOELEN
Als doel voor de gesprekken zou cliënte meer inzicht willen krijgen in wat maakt dat ze zoveel stress en druk
ervaart vanuit haar opleiding en werk. Daarnaast zou ze willen onderzoeken of het haar lukt om meer tijd vrij te
maken om leuke dingen te gaan doen met haar vriendinnen en vriend. Als lange termijndoel zou cliënte ook
willen onderzoeken wat maakt dat ze zo’n hoge standaard heeft op verschillende gebieden (zowel op haar
werk, op haar opleiding en op sociaal vlak). Gebaseerd op deze verwachting zijn de volgende counselingsdoelen
geformuleerd:
1. Korte termijn: Inzicht krijgen in de factoren die de werkdruk verhogen
2. Korte termijn: Inzicht krijgen in de manier waarop cliënte met de werkdruk omgaat
(gedrag/gevoel/gedachten)
3. Korte termijn: Onderzoeken of cliënte meer tijd kan vrijmaken om leuke dingen te gaan doen met haar
vriendinnen/vriend
4. Lange termijn: Inzicht krijgen in de hoge standaard van cliënte (gedrag/gevoel/gedachten).
Cliënte stemt in met deze counselingsdoelen.
HUISWERKOPDRACHT
Om meer inzicht te krijgen in de vraag hoe cliënte momenteel omgaat met de drukte die ze ervaart, zal cliënte
drie situaties opschrijven wanneer zij stress ervaart. Hierbij zal ze antwoord gaan geven op wanneer ze stress
ervaart, wat haar gedachten hierbij zijn, wat ze hierbij voelt en wat haar gedrag is (gebaseerd op het G-
schema). Cliënte vindt de huiswerkopdracht duidelijk en stemt in met de huiswerkopdracht.
Ik denk dat deze huiswerkopdracht wel adequaat was. Hierdoor komt er meer inzicht in de gevoelens en
gedachten van de cliënte op het moment dat ze stress ervaart.
THEORETISCHE ANALYSE
ANALYSE VAN DE SITUATIE VAN DE CLIËNT
De primaire klachten van cliënte (hoofdpijn, stress, slaapproblemen en vermoeidheidsklachten) hangen
vermoedelijk samen met de drukte op haar werk en opleiding en de hoge eisen die cliënte daarbij stelt aan
zichzelf: eerder lukte het haar om aan deze eisen te blijven voldoen, omdat ze toen minder werkte en minder
verantwoordelijkheden had op haar werk. Door de vermoeidheidsklachten lukt het cliënte niet meer om aan
deze eisen te kunnen voldoen en heeft ze het gevoel dat ze faalt. Hierdoor kan ze het hoge niveau niet
vasthouden. Vanuit de cognitieve theorie (Roelofs, Arntz, & Voncken, 2015) kan de problematiek verklaard
worden door disfunctionele cognities. Cliënte heeft moeite om zichzelf aan te passen aan de nieuwe situatie
(meer verantwoordelijkheden op werk en opleiding en meer uren gaan werken) wat gepaard gaat met
vermoeidheidsklachten. De disfunctionele cognities die cliënte heeft zijn ‘’een 7 is niet goed genoeg’’, ‘’ik moet
alles goed doen’’, ‘’als ik nee zeg dan vinden ze mij niet meer aardig’’, ‘’als ik laat weten dat ik het te druk heb,
denken andere mensen dat ik niet geschikt ben voor dit werk/opleiding’’. Deze aannames die cliënte doet,
heeft ze niet op juistheid onderzocht. Deze disfunctionele cognities worden in stand gehouden door de
vertekende informatieverwerking; cliënte ziet vooral dat ze harder moet studeren en harder moet gaan
werken, anders gaat ze haar opleiding niet halen. Haar aandacht is vooral gericht op dat ze alles goed moet
doen (negatieve aandachtsbias). Met een negatieve aandachtsbias heeft men meer aandacht voor bepaalde
negatieve informatie. Ze richt haar aandacht vooral op de dingen die haar niet lukken, ze presteert op haar
opleiding minder, faalt tegenover haar vriendinnen en vriend en is moe op haar werk. Hiernaast vindt cliënte
het moeilijk om met haar omgeving te delen dat ze stress ervaart, omdat ze dit interpreteert als onkunde. Ze is
bang dat haar omgeving gaat denken dat ze haar opleiding niet aankan (negatieve interpretatiebias). Een
negatieve interpretatiebias betekent dat een individu systematisch negatieve interpretaties maakt over
2