Samenvatting Pedagogiek artikelen; Visie op leren, Dalton en Coöperatief leren

Waar staat cooperatief leren voor?

Antwoord: samen werken en samen leren

Welke uitgangspunten ken het constructivisme van cooperatief leren?

Antwoord: 1. Leren is een actief proces. Leerlingen leren door zelf te enken en te handelen. 2. Kennis wordt actief geconstrueerd en niet passief geabsorbeerd. 3. Kennis wordt uitgevonden en niet ontdekt. Alle menselijke kennis is subjectief, het is een product van de menselijke geest. 4. Alle kennis is persoonlijk en sociaal geconstrueerd. 5. Leren is in essentie een proces van betekenisverlening. Leerlingen proberen nieuwe leerstof te begrijpen vanuit datgene wat ze reeds weten of waar ze meer bekend zijn. Betekenisverlening wordt makkelijker door het leren plezieriger en gemakkelijker te maken.

Noem 4 punten waarom cooperatief leren meer in de belangstelling staat volgens Veeman

Antwoord: 1. Het heeft een positieve invloed op de cognitieve en sociale ontwikkeling van de leerlingen 2. CL is een uitstekend middel voor de huidige voorkeur van actief leren 3. Via coöperatieve leergroepen kan beter worden omgegaan met de individuele verschillen tussen de leerlingen in de klas 4. Leerlingen met leerachterstanden doen het op scholen met coöperatief ingerichte leergroepen beter

Welke 5 basiskenmerken heeft het Cooperatief leren?

Antwoord: Positieve wederzijdse afhankelijkheid: is het belangrijkste basiskenmerk. De leerlingen beseffen dat ze elkaar nodig hebben om de opdracht met succes af te ronden/ 2. Individuele verantwoordelijkheid: het effect van Cl is het grootst als de leerlingen zich zowel verantwoordelijk voelen voor hun eigen bijdragen aan de opdracht als voor het helpen van de andere roepsleden bij het maken van de opdracht. Het doel van de samenwerking is dat ieder groepslid er beter van wordt. 3. Directe interactie: leerlingen zitten zo dicht bij elkaar dat ze goed met elkaar kunnen communiceren. Niet alleen de inrichting van de klas, maar ook de opdracht die gegeven wordt, dient directe interactie te bevorderen. 4. Sociale vaardigheden: CL vereist niet alleen sociale vaardigheden, maar bevordert deze ook. Van belang is dat de leerkracht nagaat welke sociale vaardigheden bij een bepaalde opdracht belangrijk zijn en er hiervan één in de belangstelling zet. 5. Evaluatie van het groepsproces: bij Cl dienen zowel de cognitieve als de sociale doelen geëvalueerd te worden.

Ezelbruggetje GIPS

Antwoord: Gelijke deelname, Individuele aanspreekbaarheid, Positieve wederzijdse afhankelijkheid, Simultane interactie.

Noem de zes sleutelhangers van Kagan

Antwoord: 2. Structuren: de vele coöperatieve werkvormen die Kagan uitgeschreven heeft 3. Teams: groepen mensen die volgens Kagan ideaal gezien uit vier personen bestaat die elkaar kennen, elkaar accepteren en steunen 4. Coöperatief management: het instellen van routines 5. De wil om samen te werken: wordt gestimuleerd door het gebruik van ‘klasbouwers’. Deze coöperatieve werkvormen zorgen ervoor dat kinderen vertrouwd raken met hun klasgenoten 6. De vaardigheid om samen te werken: dit kan op verschillende manier worden bevorderd

Hoe kan cooperatief leren Kagan implementeren? Noem 3 stromingen

Antwoord: . De Structuur Aanpak (Kagan): De beginnende CL-leerkracht kan volgens Kagan het beste beginnen met deze stroming. Het is een aanpak waarbij de leerkracht start met een volledig uitgeschreven structuur (werkvorm). Wanneer je thuis bent in een eenvoudige CL werkvorm en hem op verschillende manieren gebruikt hebt, begin je leerlingen pas een nieuwe werkvorm aan te bieden. 2. De Concept Aanpak (Johnson & Johnson): Leerkrachten volgen hierbij een aantal stappen bij het voorbereiden van CL: 1. Doelen voor leerinhouden en voor samenwerkingsvaardigheden kiezen 2. Keuze maken t.a.v. de werkvorm, de groepsgrootte, etc. 3. Start van de les: korte instructie, de stappen van de werkvorm, doelen, kwaliteitseisen en de samenwerkingsvaardigheden 4. Evaluatie van de leeruitkomsten en van het groepsproces 3. De Curriculum Specifieke Pakketten