100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting probleem 1 interculturele pedagogiek €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting probleem 1 interculturele pedagogiek

1 beoordeling
 52 keer bekeken  8 keer verkocht

Samenvatting van de artikelen; Super, Bucx, Durgel, Emmen, Mesman, Prevoo, Yaman en Pels

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • 13 november 2020
  • 20
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (32)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Yesim • 3 jaar geleden

avatar-seller
SFB98
Probleem 1



Super & Harkness (1986)
Het concept van the developmental niche is afkomstig uit de psychologie en de antropologie.
Veel modellen over de omgeving voor ontwikkeling van het kind houden geen rekening met
het culturele aspect. Daarnaast zijn veel modellen gebaseerd op het eindproduct in de
volwassenheid en niet op het proces van de ontwikkeling. The developmental niche is een
theoretisch raamwerk om culturele aanpassing (regulatie) in de micro omgeving van het kind
te bestuderen. Daarnaast beschrijft het de omgeving vanuit het oogpunt van het kind,
waardoor het proces van ontwikkeling en verwerving van cultuur begrepen kan worden.

Subsystemen van the developmental niche
De developmental niche is opgebouwd uit 3 subsystemen. Deze 3 subsystemen bemiddelen
de ontwikkeling van het kind binnen de cultuur en vormen de fysieke, sociale en culturele
context van de ontwikkeling van het kind.

1. De fysieke en sociale settingen waarin het kind leeft
Via de settingen van het dagelijks leven kan de cultuur de ontwikkeling van het kind
het meest beïnvloeden
 De fysieke en sociale settingen bevatten
waarden, opvoedingsdoelen en culturele
denkbeelden van opvoeders en de wijze
waarop zij de opvoeding beleven. Deze
settingen verschillen dus per cultuur
 Bijvoorbeeld het verschil in slaappatroon:
In Kenya slapen baby’s bij hun moeder en
worden ze niet alleen gelaten overdag. In
Amerika slapen baby’s op hun eigen kamer
ook gedurende de dag.

2. Cultureel bepaalde gewoonten, verzorging
en opvoeding
Alle aspecten van de fysieke settingen worden beïnvloed door de cultureel bepaalde
gewoonten, verzorging en opvoeding.
 Cultureel bepaalde gewoontes van verzorging en opvoeding zijn
gedragsstrategieën voor het omgaan met kinderen van een bepaalde leeftijd in
een bepaalde omgeving
 Bijvoorbeeld: kind in een sjaal/kledingstuk op de rug dragen is in veel culturen
een methode van verzorging (zowel door moeder als broer/zus). Dit wordt
gebruikt om het kind te troosten.

3. De psychologie van opvoeders
Hoewel de meeste opvoedingsgewoonten vanzelfsprekend zijn, hebben opvoeders
hier wel vaak specifieke overtuigingen en waarden over die worden gereguleerd door
cultuur.
 Psychologie van opvoeders en ontwikkeling van kinderen = parental
ethnotheories/parental belief systems.
 De denkmodellen van ouders zijn afgeleid van denkmodellen van een cultuur
(macrosysteem). De psychologie van de opvoeders (3) heeft invloed op de setting
(1) en de gewoontes (2).
 Bijvoorbeeld de ontwikkeling van kindertaal: in Kenya zijn moeders van mening
dat kinderen meer van elkaar leren dan van moeders wat betreft praten. Er is
daar dus sprake van een lagere frequenties van spraak naar hun kinderen dan in
Amerika, waar ouders van mening zijn dat kinderen vooral van ouders leren. Als
ze wel met hun kinderen praten, gebruiken ze vooral bevelen.

1

, Probleem 1


Drie uitvloeisels
1. De niche als een gesloten systeem: de drie subsystemen werken samen. Binnen
dit gesloten systeem heeft de cultuur de meeste onmiddellijke invloed. De setting
past zich aan aan de migrant. De migrant houdt in dit geval meer vast aan de eigen
cultuur. Voorbeeld: Moskee in Nederland
2. De niche als een open systeem: de migrant past zich aan aan de setting (aan de
Nederlandse cultuur)
3. Wederzijdse aanpassing: de migrant past zich aan zijn omgeving aan, maar er is
ook aanvullende aanpassing vanuit de omgeving (co-evolutie). In dit geval zijn het
organisme en de Niche onderling aangepast.

De developmental niche is homeostatisch: als één ding verandert, passen de
subsystemen zich aan. Kwaliteit en verschuivingen in de niche worden bepaald door cultuur.
De niche is dus niet constant.

Conclusie
De drie subsystemen van de developmental niche hebben verschillende relaties met
kenmerken van de grotere cultuur. Ze zorgen ervoor dat onafhankelijke routes van
onevenwichtigheid en innovatie bij het grootbrengen van verschillende cohorten kinderen
ontstaan.

Bucx & De Roos (2015)
Hoofdstuk 2 - Demografie en achtergrond
2.1 | Omstandigheden waarin ouders opvoeden en kinderen opgroeien
Ongeveer één op de zeven gezinnen in Nederland heeft één of twee ouders van niet-
westerse herkomst. Het gezin waarin kinderen opgroeien heeft een belangrijke invloed op
hun ontwikkeling, zeker in de eerste levensjaren. Gezinnen en ouders zelf functioneren op
hun beurt in een bredere sociale context: zij maken bijvoorbeeld deel uit van sociale
netwerken en van de buurt waarin zij wonen.
Kijken naar de structuur van het gezin (hoe groot, samengesteld etc.) en naar de
sociaaleconomische omstandigheden van migranten en hun gezinnen (financieel).

2.2 | Migrantenouders in Nederland
Een op de zeven ouders heeft een niet-westerse
achtergrond. De Turks-Nederlandse ouders vormen de
grootste groep, gevolgd door de Marokkaans-Nederlandse, de
Surinaams-Nederlandse en de Antilliaans-Nederlandse ouders.

Ruim vier op de vijf migrantenouders zijn van de eerste
generatie. Dit houdt in dat het merendeel van de
migrantenouders zelf op enig moment in hun leven naar
Nederland zijn gemigreerd. De tweede generatie is gemiddeld
20 jaar oud. Dus het aandeel ouders in deze groep (2e
generatie) is erg klein. Zie tabel 2.1

Een op de drie niet-westerse migranten heeft
thuiswonende kinderen. De Turks-Nederlandse en
Marokkaans-Nederlandse migranten hebben het vaakst
een gezin. Gevolgd door migranten met een Surinaamse
of Antilliaanse achtergrond. Dat we onder niet-westerse
migranten relatief meer ouders met thuiswonende
kinderen vinden dan onder autochtone Nederlands komt
deels omdat niet-westerse migranten gemiddeld jonger
zijn. Zie tabel 2.2

2

, Probleem 1


2.3 | Gezinsstructuur
Grote gezinnen vormen een uitzondering, behalve bij Marokkaans-Nederlandse ouders
van de eerste generatie.
In de herkomstlanden van de vier grote niet-westerse
migrantengroepen tellen gezinnen vaak meer kinderen
dan in Nederland.
Zie tabel 2.3. De tweede generatie Marokkaans-
Nederlandse ouders hebben minder kinderen dan
eerste generatie. De tweede generatie lijkt in dat
opzicht meer op autochtoon Nederlandse ouders en
op ouders uit de andere herkomstgroepen.
Bij alle herkomstgroepen zien we dat de tweede
generatie minder kinderen heeft dan de eerste
generatie (maar deze generatie is nog relatief jong).
Waar autochtoon Nederlandse vrouwen de afgelopen twee decennia wat meer kinderen zijn
gaan krijgen, is het kindertal van vrouwen met een niet-westerse achtergrond juist
teruggelopen, geldt met name voor vrouwen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond.
Verschil met autochtone Nederlanders is daardoor minder geworden. Mogelijk is de daling
van het kindertal bij deze laatste groep veroorzaakt doordat zij meer geïntegreerd zijn
geraakt in de Nederlandse samenleving.

De tweede generatie krijgt eerste kind op latere leeftijd dan de eerste generatie
Het aantal kinderen dat mensen krijgen, hangt deels af van de leeftijd waarop zij met
gezinsvorming starten. Vrouwen zijn nu bijna 30 jaar bij de geboorte van hun eerste kind. In
de herkomstlanden van de verschillende niet-westerse migrantengroepen krijgen vrouwen
meestal op jongere leeftijd kinderen, al stijgt ook daar de gemiddelde leeftijd.

De tweede generatie heeft jonge kinderen




+

Alleenstaand ouderschap komt voor bij ongeveer een op de drie Surinaams- en
Antilliaans-Nederlandse ouders
Uit onderzoek komt naar voren dat jeugdigen die opgroeien in een eenoudergezin vaker last
hebben van fysieke en psychische klachten en dat zij het minder goed doen op school dan
leeftijdsgenoten die door twee ouders worden opgevoed. Verschillende oorzaken
 Spanningen en conflicten tussen beide ouders vooraf
 Alleenstaande ouder kan zorg voor kinderen en werk niet delen met partner, wat een
grotere taakbelasting met zich meebrengt
 De meeste alleenstaande ouders moeten met één inkomen rondkomen en vaak is
dat een laag inkomen: zij hebben het dus niet breed, wat tot stress kan leiden in het
gezin



3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SFB98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 80796 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  8x  verkocht
  • (1)
  Kopen