Die Weiβe Rose – Inge Scholle Rose – Inge Scholl
Pagina’s 7 tot en met 67
Korte samenvatting boek (op achterkant):
Die Weiβe Rose was de codenaam van een illegale groep studenten uit München die in 1942
de Duitse bevolking opriep tot actief verzet tegen Hitler en het nationaal socialisme. Als twee
leden van de groep, Hans en Sophie Scholl, op 18 februari 1943 pamfletten neerleggen in het
universiteitsgebouw, worden ze betrapt door de conciërge. Deze geeft hen aan bij de
Gestapo en vier dagen later worden ze ter dood veroordeeld en onthoofd, samen met drie
andere leden van de groep. Inge Scholl verteld het waargebeurde verhaal van haar broer en
zus, op basis van haar herinneringen en geredde documenten.
Inge zit in een trein van München naar Solln (staddeel van München). Tegenover haar zitten
twee NSDAP’ers te praten over de laatste voorvallen in München. Het leven ging gewoon
door, maar in het geheim veranderde dingen (doelend op het verzet). Een aantal dagen later
hangt er overal een rood plakkaat waar op te lezen stond:
Wegen Hochverrats wurden zum Tode verurteilt:
Der 24jährige Christoph Probst
Der 25jährige Hans Scholl
Die 22jährige Sophia Scholl
Das Urteil wurde bereits vollstreckt.
De pers schreef over onverantwoordelijke eenlingen die zichzelf door hun doen en laten
automatisch uit de gemeenschap uitgesloten hadden. In een later proces werden ter dood
veroordeeld en geëxecuteerd:
Willi Graf
Professor Kurt Huber
Alexander Schmorell
Sommige mensen zeggen dat wat ze gedaan hebben crimineel is, terwijl ze voor anderen
helden zijn (lees: Hitlerkant, of verzetskant). Inge zegt dat ze op zijn gestaan voor hun
rechten en dus niet zo gestraft hadden moeten worden (en kiest dus voor de verzetskant).
Inge vertelt over haar jeugd en hoe ze voor het eerst hoorde dat Hitler aan de macht was
gekomen. Een klasgenoot zei dat alles nu beter zou worden. Op dat moment was Hans 15 en
Sophie 12. Ze lazen veel over de politiek. Ze hielden van hun vaderland, Hitler zei dat hij
iedereen werk en brood wilde geven, zij vonden dat goed. Hans, Sophie, Inge, Elisabeth en
Werner sloten zich aan bij de Hitlerjugend. Hun vader was het er niet mee eens. Ze werden
daar serieus genomen. Op een nacht zei een meisje in hun tent dat alles zo mooi was,
,behalve de zaak met de joden. De volgende nacht was dat gesprek vergeten. Hans had
verschillende liedjes verzameld en zijn vrienden vonden het leuk wanneer hij ze zong met
zijn gitaar. Het waren niet alleen liedjes van de Hitlerjugend, maar ook van andere landen en
volken. Op een gegeven moment werden die liedjes verboden, zoals de Führer had gezegd.
In deze tijd kreeg hij een opdracht, hij moest de vlag naar de Parteitag (congres) brengen.
Toen hij terugkwam zag je in zijn gezicht de teleurstelling. Daarna kwam een nieuw verbod
voor Hans, hij mocht het boek van zijn lievelingsdichter (Stefan Zweigs) niet meer lezen.
Waarom? Daar was geen antwoord voor.
Hans had samen met zijn jongens (hij was de leider van zijn groep), een nieuwe vlag
gemaakt. Daarna kwam een hoge officier en zei dat die niet mocht. Hans kreeg meer en
meer twijfel over de Hitlerjugend. In die tijd hoorde ze ook een verhaal van een jonge leraar
die op raadselachtige wijze verdwenen was. Hij werd voor een SA-groep gezet en alle
jongens moesten hem op bevel in het gezicht spugen. Daarna had niemand de jongen meer
gezien.
Ook bij Sophie en Inge had de twijfel toegeslagen. Met hun vader hadden ze het erover hoe
zo’n regering kon komen. Hun vader had het over de oorlog (de eerste wereldoorlog) de
naoorlogse tijd, inflatie en de grote armoede. Daarom was deze regering gekomen, mensen
geloofden in de ideeën van Hitler en hadden hoop weer werk te krijgen.
Hans en Werner sluiten zich aan bij de Jungenschaft, een groep met jongens van tussen de
14 en 18. Dit was verboden door de Gestapo. Je kon ze herkennen aan de manier waarop ze
zich kleden en hun liedjes. Ze gingen in een tent leven en als ze rond het vuur zaten
verzamelden ze liedjes uit andere culturen. Ze verfden en fotografeerden, hieruit
ontstonden tijdschriften die niemand kon namaken. Ze konden in het woud jagen, baden in
de ijskoude rivier, uren stil liggen. Een lievelingslied van de jongens (pagina 17, niet echt
belangrijk).
Plotseling kwam er een golf aan arrestaties en vernietigde de laatste resten van deze
jeugdbeweging. De dagboeken, tijdschriften en de liedjes werden in beslag genomen. De
jongens werden na een paar weken tot een paar maanden weer vrijgelaten.
De oorlog die al onder het volk plaatsvond, was de Tweede Wereldoorlog geworden. Hans
studeerde aan de universiteit München toen de oorlog uitbrak, Werner gaat naar het
Russische front. Hans studeerde om arts te worden, alleen nu de oorlog uitgebroken was,
was hij half soldaat, half student. Soms was hij op de kazerne, soms op de universiteit of in
de kliniek. Het viel hem zwaar om in onvrijheid te leven, waar leugens en haat normaal
geworden waren.
In het voorjaar van 1942 vonden ze herhaaldelijk hectogegrafeerde brieven zonder afzender
in hun brievenbus. Deze brieven bevatten uittreksels van preken van de bisschop van
Münster, graaf Galen, en ze verspreiden moed en oprechtheid. De kloosterstorm is nu ook in
Westfalen uitgebroken, de geheime staatspolitie had de vestigingen van het gezelschap Jesu
in de stad ingenomen.
, Ze ervaren nu duidelijk wat achter de nieuwe leer staat, die ze naar jaren opdringt, een
religie verbant en verenigingen onderdrukt. Onschuldige mensen worden vermoord, alsof ze
voor het volk en de staat niks waard zijn. Hans is opgewekt over wat hij leest in de brieven
van de graaf, hij krijgt de moed te spreken.
Hans leerde nieuwe mensen kennen, zoals Carl Muth, van het bekende tijdschrift ‘Hochland’
die door de nazi’s verboden werd. Ze gingen vaak met elkaar om. Ook ontmoette hij
Alexander Schmorell, zoon van een arts met hoog aanzien uit München. Hans noemde hem
Shurik.
Inge is ervan overtuigd dat die Weisse Rose een idee was van Alexander en Hans. Door
Alexander ontmoette Hans ook Christl Probst. Christl en Hans hadden dezelfde liefde voor
creaties, boeken en filosofen. Christl wist veel over de sterren, stenen en plantjes. Het
sterkste verband tussen hen was toch wel dat ze beide wilden weten wat er achter mensen
en hun verhaal zit. Christl was getrouwd en had twee zonen van 2 en 3 jaar. Christl zat achter
de schetsen en formulering van de daden van de Weisse Rose.
Later voegde Willi Graf zich bij de groep. Ook Willi was geïnteresseerd in vraagstukken over
filosofie en theologie. Willi’s vader was de directeur van een wijngroothandel. Willi studeert
net als Christl, Alexander en Hans medicijnen/geneeskunde.
Het was de avond voor het vertrek van Sophie naar München, vlak voor haar 21 ste
verjaardag. “Ik kan bijna niet geloven dat ik morgen met mijn studie ga beginnen” had ze
gezegd. Sophie had er lang op moeten wachten. Eerst een half jaar Arbeitsdienst, dat maar
geen einde leek te krijgen. Daarna moest ze nog een half jaar Kriegshilfsdienst doen. Dat was
een lijdensweg. Sophie zag de wereld als een ruimte die God verlaten had.
Sophie had in de buurt van de loods tijdens Kriegshilfsdienst een klooster gevonden.
Geregeld was ze daarheen gegaan om op het orgel te spelen en na te denken. Nu was ze vrij
en morgen ging ze naar dezelfde universiteit als Hans. Hun moeder was een klein beetje
bezorgd om Sophie. Haar bezorgdheid komt niet nergens vandaan. Op een ochtend hadden
drie mannen van de Geheime Staatspolitie hun vader laten spreken. Eerst hadden ze een
bespreking gedaan, daarna hadden ze de woning doorzocht. Ze waren weggegaan en
hadden hun vader meegenomen. Toen beseften ze dat ze ontzettend machteloos zijn. Later
werd hun vader door een bijzondere omstandigheid weer vrijgelaten uit de gevangenis, er
werd hem op het hart gedrukt dat ze nog niet klaar met hem waren. Hij mocht zijn mening
over Hitler niet meer vrijuit vertellen.
Inge verteld dat ze Sophie nog voor zich ziet, vol enthousiasme en vol verwachtingen. Ze zag
er mooi uit, met haar donkerbruine haar glad en glanzend tot op haar schouders. Ze had
bruine ogen en ze zag er nog jong uit. Toen ze in München aankwam stond Hans haar al op
te wachten. “Vanavond leer je mijn vrienden kennen” had hij gezegd. Ze hadden een taart
als middelpunt en ze deden een spel. Ze zouden een gedicht voorlezen en dan moesten ze
raden van wie het gedicht was. Hans ging een gedicht voorlezen (pagina 28 en 29). Christl
zegt dat hij het aan de Führer op moet dragen. Het gedicht bleek van Gottfried Keller te zijn.
Vervolgens gingen ze zingen en wijn uit de Englischen Garten drinken.