Boek: anatomie & fysiologie hoofdstuk 6 Spijsvertering
De maaltijden en tussendoortjes zijn samengesteld uit verschillende levensmiddelen zoals
brood, kaas, vlees, aardappelen, groente en fruit. In de voedingsmiddelen komen zo’n 50
stoffen voor die onontbeerlijk zijn voor het lichaam. Deze stoffen worden voedingsstoffen of
nutriënten genoemd. De voedingstoffen kunnen in 6 groepen worden verdeeld:
1. Eiwitten
2. Vetten
3. Koolhydraten
4. Vitaminen
5. Mineralen
6. Water
Elke groep heeft een eigen functie in het lichaam. Goede voeding bevat voldoende van deze
voedingsstoffen. Door de spijsvertering worden de voedingsstoffen voor zover nodig,
afgebroken tot stoffen die opgenomen kunnen worden in het bloed. Daarna worden ze
vervoerd naar hun eindbestemming, de cellen.
Vitaminen, mineralen en water kunnen vrijwel ongehinderd door de wand van het
darmkanaal worden opgenomen in het bloed. Deze stoffen moeten eerst worden
verteerd(gesplitst) tot kleinere moleculen.
In het spijsverteringkanaal scheiden we diverse klieren en sappen af zoals speeksel, maagsap
en darmsap, die belangrijk zijn voor de vertering. In deze sappen bevinden zich talrijke
enzymen, die inwerken op de eiwitten, vetten en koolhydraten. De enzymen breken deze
stoffen af tot kleine moleculen die wel geschikt zijn om in het bloed te kunnen worden
opgenomen. Het voedsel wat niet verteerd kan worden, wordt ook niet opgenomen in het
bloed en blijft in de darm achter. Deze onverteerde resten verlaten het lichaam met de
ontlasting of feces (fecaliën). Het mechanisme om de ontlasting te verwijderen, wordt
defecatie (stoelgang) genoemd.
Voeding
Bij de spijsvertering hebben we te maken met 2 zaken. Namelijk de voedingstoffen en het
spijsverteringskanaal. Om de vertering in het verteringskanaal te begrijpen moet je het een
en andere weten omtrent het voedsel dat we dagelijks eten en drinken.
Wanneer we over voedsel spreken kunnen we onderscheid maken tussen de begrippen
voedingsmiddel en voedingstof. Een voedingsmiddel is de algemene benaming van
producten waarin voedingsstoffen voorkomen. Er zijn zeer veel voedingsmiddelen, die in
verschillende groepen zijn verdeeld zoals:
- Groente
- Vruchten
- Vlees
- Aardappelen
- Graanproducten.
De talrijke voedingstoffen worden, zoals we reeds hebben besproken, in 6 groepen
onderverdeeld. Ze hebben de volgende functies:
- Bouwstof. De belangrijkste bouwstoffen zijn water, eiwitten en mineralen. De
bouwstoffen zijn vooral belangrijk tijdens de groei. Er moeten dan veel nieuwe cellen
en tussencelstof (denk aan botweefsel)
, - Regulerende stof. Er is een groot aantal stoffen die, hoewel in kleine hoeveelheden,
moeten worden opgenomen omdat ze onmisbaar zijn voor het leven. Het zijn de
vitaminen en mineralen. Omdat ze lichaamsprocessen regelen en dus ons lichaam
bescherming bieden, worden ze regulerende of beschermende stoffen genoemd.
Van alle voedingstoffen hebben we niet evenveel nodig. Het kan per dag variëren van enkele
milligrammen tot tientallen grammen. De benodigde hoeveelheid wordt onder andere
bepaald door:
- Geslacht
- Leeftijd
- Gewicht
- Gezondheid
- Dagelijks werk
Tijdens de groei, bij herstel (na ziekte) en tijdens zwangerschap is de behoefte verhoogd.
Ons lichaam is in staat van verschillende voedingstoffen reserves aan te leggen, zoals van
vet, van koolhydraten en van sommige mineralen en vitaminen. Het reservevet is
opgeslagen onder de huid (waar het tevens voor de warmte-isolatie zorg) en rondom enkele
organen zoals de nieren, waar het tevens ter bescherming dient (steunvet).
Voedingsstoffen worden in zes groepen verdeeld, ze hebben de volgende functies:
- Bouwstof. De belangrijkste bouwstoffen zijn water, eiwitten en mineralen. De
bouwstoffen zijn vooral belangrijk tijdens de groei. Er moeten veel nieuwe cellen en
tussencelstof (denk aan botweefsel) worden gemaakt. Voor aanmaak van nieuwe
cellen heb je water en eiwitten nodig (denk aan celplasma). Voor ontwikkeling en in
stand houden van botten zijn mineralen met name calcium (kalk) nodig. Bouwstoffen
zijn ook nodig ter vervanging van afgestorven cellen. In het rode beenmerg moeten
er per seconde 2,5 miljoen rode bloedcellen worden gemaakt om het verlies door
afsterven op te kunnen vangen. Ook na een periode van voedselgebrek, uitdroging
of ziekte moeten er vele cellen worden bijgemaakt. Water is een belangrijke
bouwstof, dat blijkt omdat ons lichaam voor 60% uit water bestaat.
- Energieleverende stof (brandstof). De energieleverende stoffen zijn vetten,
koolhydraten en soms ook eiwitten. Cellen hebben energie nodig om in leven te
blijven en functies uit te oefenen. Deze energie haalt de cel uit de brandstoffen. Zo
heeft een spiercel brandstof nodig om te kunnen samentrekken en een zenuwcel
om elektrische signalen door te kunnen seinen.
- Regulerende stof. Er is een groot aantal stoffen die, hoewel in kleine hoeveelheden,
moeten worden opgenomen omdat ze onmisbaar zijn voor het leven. Het zijn
vitaminen en mineralen. Omdat ze lichaamsprocessen regelen en dus ons lichaam
bescherming bieden, worden ze regulerende of beschermende stoffen genoemd.
De benodigde hoeveelheid voedingsstoffen wordt onder andere bepaald door geslacht,
leeftijd, gewicht, gezondheid en het dagelijks werk. Tijdens de groei, bij herstel (na ziekte) en
tijdens zwangerschap is de behoefte verhoogd.
- Ons lichaam is in staat om van verschillende voedingsstoffen reserves aan te leggen,
zoals van vet, van koolhydraten en van sommige minderalen en vitaminen.
, - Het reservevet is opgeslagen onder de huid (waar het tevens voor de warmte-
isolatie zorgt) en rondom enkele organen zoals de nieren, waar het tevens ter
bescherming dient (steunvet).
- Koolhydraten zijn opgeslagen in de spieren en in de lever. de lever is tevens een
opslagplaats voor enkele vitaminen.
- Botten kunnen we beschouwen als opslagplaatsen voor mineralen zoals calcium.
- Dergelijke reserves komen goed van pas in tijden waarin om welke reden dan ook te
weinig wordt opgenomen of wanneer de behoefte aan voedingsstoffen is verhoogd.
- Bij een ernstig te kort aan voedingsstoffen ontstaan er verschijnselen die bekend
staan als gebrekziekten of deficiëntieziekten. Zo ontstaat Engelse ziekte (rachitis)
door een ernstig te kort aan vitamine D.
- Wanneer men gedurende meer eet dan wat men nodig heeft spreekt men van
overvoeding, hetgeen leidt tot overgewicht of vetzucht (adipositas; adipeus =
zwaarlijvig, vet).
Voedingscentrum Nederland heeft een indeling gemaakt van voedingsmiddelen in
productgroepen.
6.2 Verbranding en energie
De brandstoffen waarover de cel beschikt zijn vooral vetten en koolhydraten. Eiwitten dienen
hoofdzakelijk als bouwstof, maar kunnen onder bepaalde omstandigheden ook als brandstof
dienstdoen. Het verbrandingsproces in een cel kunnen we schematisch als volgt weergeven:
Brandstof + zuurstof energie + verbrandingsproducten.
Een cel moet dus voor de verbranding niet alleen over brandstof beschikken, maar er moet
ook altijd zuurstof aanwezig zijn. Met de verbrandingsproducten bedoelen we de
afvalstoffen die bij de verbranding vrijkomen.
Het betreft meestal koolstofdioxide (CO2) en water (H2O).