Inleiding Muziek en Media Colleges
Week 1
Hoorcollege week 1
Wat is een medium?
•Midden/middel
•Communicatiemiddel (telefoon, telegraaf, drukpers manier hoe mensen met elkaar
communiceren)
•Platform (medium vs. ‘de’ media de nieuwsmedia (tv, kranten, radio)
•Materiaal (van wat het gemaakt wordt)
•Technologie: ‘extensions of man’ (Marshall McLuhan) de mens drukt zichzelf uit in
technologie. De mens wordt weerspiegeld in de media die hij gebruikt.
•Tussen geest en materie (mediums vs. media)
Muziek en/als Media
•Is muziek een medium?
•‘Is’ medium of ‘als’ medium? Muziek is een medium of muziek als een medium.
•Muziek als medium:
•Materiaal: artistiek medium (hoe een kunstenaar zichzelf uitdrukt).
•(Communicatie)middel:
•Gebrauchsmusik (tegenhanger van autonome muziek, muziek die een communicatiefunctie
vervult.)
•Achtergrondmuziek (Muzak)
•Media(technologie) in muziek(praktijken) vs. muziek in media bepaalt structuur van deze
cursus.
•Christopher Small: musicking (1998) musicologen moeten zich niet zo zeer bezighouden
met het idee muziek als een object. Muziek als een ding. Maar meer dat muziek is wat
mensen doen. Een praktijk waar mensen mee bezig zijn.
Muziek in (‘de’?) media
•‘Massamedia’: radio, televisie, film
•‘Social media’: YouTube, TikTok
Technologisch determinisme vs. sociaal constructivisme
Marshall McLuhan en technologisch determinisme
Understanding Media: The Extensions of Man (1964)
•Media als ‘extension’ (Verlengstuk van de mens. Extensie van zichzelf)
- De mythe van Narcissus (de mooiste van de wereld, hij werd smoorverliefd op zijn
spiegelbeeld)
•Media als ‘environment’ (Media werkt als een omgeving)
- ‘The Global Village’ (communicatietechnologieën zorgen ervoor dat wij nauw in contact
komen met andere mensen over de hele wereld)
- De mythe van Narcissus
•Media als ‘content-less’ (zonder inhoud, het gaat om de radio en plaat zelf)
- ‘The medium is the message’
- Geen betekenis, maar effect (Het gaat of het effect van de media, niet om de betekenis)
“The effects of technology do not occur at the level of opinions or concepts, but alter sense
rations or patterns of perception steadily without any resistance”
Raymond Williams en sociaal constructivisme
Television: Technology and Cultural Form (1974)
,•Sociaal constructivisme/voluntairisme
•Cultural studies en de Birmingham School (vs. Frankfurt School)
•Medium als ‘material social practice’
“[I]f the medium – whether print or television – is the cause, all other causes, all that men
ordinarily see as history, are at once reduced to effects. Similarly, what are elsewhere seen
as effects, and as such subject to social, cultural, psychological and moral questioning, are
excluded as irrelevant by comparison with the direct physiological and therefore ‘psychic’
effects of the media as such.”
Determinisme vs. voluntairisme
Determinisme Sociaal constructivisme
Causaliteit Handelingsvermogen (agency)
Macroperspectief Reflexiviteit (mate waarin mensen zich
bewust zijn van bepaalde sociale processen
die hun handelen beïnvloeden)
Ideologie Affordances (mogelijkheden tot handelen)
- Media als ‘environments’ vs effecten
Lisa Gitelman en mediageschiedenis
Always Already New (2006)
•Thomas Edison: fonograaf niet oorspronkelijk ‘bedoeld’ voor muziek
- Home recordings, ‘antwoordapparaat’/memo’s
•Rol van vrouwen in de ontwikkeling tot muzikaal medium
•Voluntairisme/agency of determinisme/teleologie?
Intermediale relaties
Remediatie
•McLuhan: ‘The content of a medium is always another medium’
•Bolter & Grusin (in Remediation, 1999):
- Immediacy (Virtual reality, idee dat je onmiddellijk in een virtuele wereld komt die je niet
meer kan onderscheiden van de werkelijkheid, we hebben direct toegang tot een andere
werkelijkheid)
Transparency
Translucency
- Hypermediacy (het samenkomen van verschillende media bij die verschillende media wel
nog van elkaar te onderscheiden. Ze zijn juist naast elkaar aanwezig. CNN, guitarhero
voorbeeld)
•Gitelman: mediaprotocollen
Transparent immediacy: het medium is volledig afwezig (bladmuziek).
Translucent immediacy: Het medium is niet volledig doorzichtig/afwezig maar doorschijnend
is. We zijn ons nog wel bewust van het proces van mediatie. Maar dit gaat wel gedeeltelijk
naar de achtergrond.
Convergence Culture
Henry Jenkins: Convergence Culture (2006)
• Media convergence (idee dat verschillende media samenkomen in 1 medium)
• Participatory culture (samenkomen van producenten en consumenten)
• Collective intelligence (Wikipedia, kennis creëren door gezamenlijke verspreiding)
Leesvragen week 1
,McLuhan, Marshall. (2013 [1964]). ‘The Medium is the Message.’ In Understanding Media:
The Extensions of Man. Berkeley, CA: Gingko Press (pp. 19-37).
1) Op welke manier worden media vaak benaderd volgens Marshall McLuhan? En wat is
volgens hem de juiste manier om dit te doen?
Media worden volgens McLuhan vaak benadert als iets wat door de mens is geschapen. Dus
de mens heeft invloed op media, en niet andersom (sociaal deconstructivisme). McLuhan is
het daar niet mee eens. Hij zegt dat media juist de mens beïnvloeden (technologisch
determinisme). Media is dan ook het verlengde van de mens. Media zelf hebben invloed op
de boodschap die wordt overgebracht.
De media waren simpelweg verlengstukken van ons natuurlijke zintuig, die ons hielpen de
wereld beter te horen, zien en kennen en ons hielpen ons te verbinden met geografisch verre
gemeenschappen en lichamen. Mediatechnologieën bieden een groter potentieel voor ons
individuele lichaam door onze zintuigen uit te breiden en daardoor onze individuele kracht
van de wereld uit te breiden. Vergroot het bereik van connectiviteit.
Media waren ervoor om de kennis en de blik op de wereld van kijker te verrijken. De media
helpen ons om ons verbonden te voelen met mensen en plekken op de hele wereld.
Globalisatie zorgt ervoor dat meer ongelijkheid is gekomen tussen ‘those who are plugged in
and those who are not’. Via second-generation websites (Web 2.0) versterkt de democratie
zich alleen maar meer. Denk aan blogs, forums, etc. Web users worden web producers.
2) Leg in eigen woorden uit wat McLuhan bedoelt met 'the medium is the message.'
Een medium is iets wat een boodschap overbrengt. Echter, McLuhan zegt dat het medium
zoveel invloed heeft op de boodschap die wordt overgebracht, dat het medium zelf de
boodschap is kortom, het medium zendt een boodschap niet alleen uit, het medium zelf is
de boodschap. Als je bijvoorbeeld naar de televisie kijkt, zeg je niet dat je kijkt naar een
boodschap die wordt overgebracht. Maar je zegt dat je naar de televisie aan het kijken bent.
Hij ziet media dan ook als verlengde van de mens. Hij zag media als een verlenging van de
zintuigen die zowel het individu als de maatschappij beïnvloedt.
Voorbeeld McLuhan van de telegraaf: De telegraaf is een medium en de content van een
telegraaf is een telegram. In die telegram zit ook weer een medium en dat is tekst. Spraak is
ook weer medium namelijk onze innerlijke gedachten. Het is altijd terug te brengen tot een
bepaald menselijk handel. De bestudering van dat medium kun je terug brengen naar de
mens. Maar aan de andere kant kun je niet andersom benaderen, omdat media ook weer
onverwachte kanten en effecten heeft. Dus medium is the message betekent dat elk medium
ook weer zijn eigen boodschap heeft.
Kenmerkend voor alle media, betekent dat de "inhoud" van elk medium altijd een ander
medium is. De inhoud van schrijven is spraak, net zoals het geschreven woord de inhoud is
van drukwerk, en drukwerk is de inhoud van de telegraaf.
3) Waarvoor dient het voorbeeld van elektrisch licht (pp. 13-14) in McLuhans argument?
Elektrisch licht gebruikt McLuhan om aan te geven dat een bericht van een medium bestaat
uit een ander medium. Elektrisch licht bevat geen boodschap. Het elektrische licht is pure
informatie. Het is als het ware een medium zonder bericht. Maar hij zegt dat zonder
elektrisch licht er bijvoorbeeld geen nachtelijke honkbalwedstrijden zouden kunnen
plaatsvinden, dus de nachtelijke honkbalwedstrijd als de inhoud van het elektrische licht zou
kunnen worden gezien. En door dit aan te halen gaat McLuhans argument verder in op
andere mediavormen. Hij zegt dat een boodschap (message) alleen kan bestaan doordat het
medium zelf. Dus het medium vormt het bericht, en de associaties en acties van de mensen.
, Dat het licht op zichzelf niets doet of communiceert, pas als het door de mens gebruikt wordt
krijgt het betekenis. Net zoals elke vorm van een medium.
We moeten bewust worden van media. Vaak wordt het niet zo herkend totdat het gebruikt
wordt of erkent wordt. Het toont ook aan dat het onze sociale organisatie beïnvloedt doordat
we dingen opeens in de avond kunnen doen die eerst niet mogelijk waren.
Adorno, Theodor W. 1990. ‘The Form of the Phonograph Record’. Translated by Thomas Y.
Levin. October 55: 56–61.
1) Waarom heeft adorno kritiek op de manier waarop de grammofoonplaat gebruikt wordt?
De grammofoonplaat wordt gekenmerkt door zijn vorm. Het weerspiegelt de maatschappij
waarbij dingen boven mensen worden gezet. Het wordt gebruikt om muziek thuis te kunnen
beluisteren. Alleen hij zegt dat de ambachtelijkheid van de muziek verloren gaat door zo’n
plaat. Hij zegt ook dat de grammofoonplaat alleen maar goed is voor het reproduceren en
het opslaan van muziek die zijn beste dimensie (zijn bestaan heeft gehad voor de
grammofoonplaat werd afgespeeld) heeft verloren. Muziek wordt niet significant verandert
door de grammofoonplaat, maar daardoor zit er geen ontwikkeling in de componisten van
grammofoonplaten. Het wordt gezien als een artistiek object. Maar muziek is volgens hem
alleen artistiek als het live is. Daarom klopt deze benadering van een grammofoonplaat
volgens hem niet.
De emancipatie van technologie heeft dominantie verkregen in behoefte voor ‘dingen’
bovenop de menselijke behoeften.
De grammofoonplaat is niets meer dan een momentopname, zoals een foto waar iemand
zijn herkenning in vindt. De artistieke inborst is verdwenen en heeft toch plaats gekregen in
de huishoudens van eenieder.
Er zit geen identiteit in de grammofoonplaat. Het enige karakteristieke is de grootte van het
vinyl.
Een derde dimensie gaat verloren: het individuele en menselijke aspect. 1) Het gaat de live
uitvoering vervangen en dat vindt hij niet goed. 2) Daarnaast wordt het daarmee een
handelswaar (consumerend gericht).
Het doet niets meer dan het afspelen en opslaan van muziek. Er is geen ontwikkeling van
grammofoonplaat componisten en er is ook geen muziek geproduceerd speciaal voor het
spelen op de grammofoonplaat. Hierdoor zijn nooit de volledige capaciteiten van de
grammofoonplaat benut. Het wordt verward met de artistieke prestatie, Adorno heeft kritiek
omdat mensen een grammofoonplaat vervangen voor live optreden.
2) Hoe beïnvloedt de grammofoonplaat de relatie tussen muziek en tijd?
Het artistieke kan niet worden herhaald. De grammofoonplaat is een momentopname wat
aan plaats en tijd gebonden blijft. Men kan het herroepen wanneer hij of zij maar wilt. Het is
kunstmatig leven wat als opname in de tijd wordt vastgelegd maar gebruikt kan worden op
een tijd waarin het zich niet afspeelt. Tijd is niet meer iets ongrijpbaars en iets vergankelijks,
maar iets dat we vast kunnen houden en herhalen.
De Grammofoonplaat houdt leven in stand wat anders was verdwenen, het is een verstening
van dat moment in tijd dat een live muziekopname plaatsvond.
Adorno zegt dat de grammofoonplaat onderdeel is geworden van wat de mens dagelijks
nodig heeft. Maar dat is tegenstrijdig met het menselijke en het artistieke. Het artistieke is
namelijk niet aanwezig wanneer een grammofoonplaat speelt, omdat het 1 tijdsopname is
wat in haar tijd en plaats stilstaat. Het artistieke is dus vergaan. Tijd krijgt een nieuwe