Hoi! Mocht je moeite hebben met het van MCS, wat heel goed te begrijpen is. Dan kun je hier mijn toets gebruiken. Ik heb voor deze toets een 10 gehaald dus als je het op deze manier doet zal je minstens een voldoende moeten kunnen halen.
Groetjes!
Daya is 45 jaar en sinds 10 jaar vrijgezel. Ze woont in een klein appartement in Nijmegen met haar
kind van 15 jaar oud. Ze heeft een laag inkomen en is bijna 3 jaar werkzaam als interieurverzorgster
(schoonmaakster) bij een tankstation. Haar inkomen ligt net boven het wettelijk minimumloon
(1750 euro b.p.m.). De vader van haar kind heeft ze al jaren niet meer gezien. Hij schijnt vertrokken
te zijn naar het buitenland. Daya maakt graag zelf haar eigen kleding. Ze koopt kleren bij de
kringloopwinkel en maakt daarmee op creatieve wijze prachtige stukken.
Het contact met haar zoon is goed. Ze kunnen goed praten en de sfeer is doorgaans goed thuis. Haar
zoon heeft de laatste tijd moeite met bepaalde vakken op de havo. Hij scoort met name laag op de
taalvakken. Daya voelt zich schuldig hierover, omdat zij zelf de Nederlandse taal ook niet voldoende
machtig is vanwege haar migratieachtergrond - Daya heeft vroeger zelf de middelbare school niet
afgemaakt - en hem gedurende zijn jeugd weinig heeft kunnen stimuleren. Gezamenlijk boekjes
lezen en voorlezen werd bijvoorbeeld weinig gedaan. Bovendien moet ze nu minimaal 36 uur
werken bij het tankstation om rond te komen. Ze schaamt zich hiervoor. Met andere woorden, ze
voelt zich erg verantwoordelijk voor haar zoon, dat hij de middelbare school succesvol afrondt met
een havodiploma, maar dit is een complexe opgave. Daya voelt zich namelijk eveneens
verantwoordelijk voor de zorg voor haar vader.
Als oudste dochter van het gezin rekent haar vader ook op haar hulp. Dit is altijd zo geweest en
vader is hier stellig in. Haar vader woont op zichzelf maar heeft hulp nodig bij de boodschappen, het
ordenen van de post en algemene huishoudelijke taakjes. Daya is dus mantelzorger. Dit doet ze niet
van harte, maar ze voelt zich schuldig als ze dat niet zou doen.
De laatste tijd merkt ze dat haar zoon steeds vaker met ‘verkeerde’ vrienden optrekt en ze is bang
dat er niets van hem terechtkomt. Hij is al een keer geschorst van school vanwege ‘fikkie stoken’
achter bij de school en via diverse media deelt hij steeds vaker gewelddadige filmpjes met hen. Hij
draagt ook steeds vaker van die dure merkkleding. Ze weet niet goed hiermee om te gaan: ‘ Is dit
normaal pubergedrag of loopt het uit de hand? Het lijkt er toch echt op dat hij erg wordt beïnvloed
door die foute vrienden’. Haar zoon wil er graag bij horen en doet inderdaad dingen waar hij niet
helemaal achterstaat.
Vorige maand heeft bovendien het Corona-virus haar intrede gedaan in Nederland, met alle
gevolgen van dien. Op dit moment zit haar zoon thuis, want de middelbare scholen zijn gesloten.
Ook al moet ze haar zoon stimuleren en ondersteunen bij het huiswerk, haar bazin verwacht toch
dat ze fulltime blijft werken. Dit lukt haar dus niet. De situatie van haar vader vraagt er namelijk ook
om dat ze meer taken op zich neemt. Normaal zou een zeer hechte vriendin Kelly haar kunnen
helpen, echter, de man van Kelly heeft longproblemen en heeft koorts. Hiermee moeten alle
gezinsleden binnen blijven. Deze zorgelijke situatie wordt ook door diverse media benoemd.
, Bijvoorbeeld op het digitale medium van het NRC Handelsblad (krant) met de titel van een artikel op
22 maart 2020 ’Pandemie maakt onderscheid arm en rijk zichtbaar’. Hierin benoemt journalist Floris
van Straaten bijvoorbeeld dat rijke mensen een betere zorgverzekering hebben. In de Verenigde
Staten is de zorgverzekering zelfs niet verplicht. Mensen in armoede sluiten daarom minder vaak
een verzekering af en zijn hiermee erg kwetsbaar gedurende deze crisis.
Er is vanuit haar werkgever weinig begrip voor deze lastige situatie, maar ze wil zich niet ziek
melden. Ze is door de crisis van 2008 namelijk haar baan verloren en heeft net weer een nieuwe
baan. Ze heeft nu voor de derde keer een jaarcontract ondertekend en in juni zou ze een vaste
aanstelling kunnen krijgen. Een werkgever is hiertoe wettelijk verplicht. De laatste maanden werkt
Daya, tijdens de piekuren, steeds vaker achter de kassa in het tankstation. Dit gaat haar goed af en
vindt ze erg leuk. Mocht ze een vaste aanstelling krijgen, dan zou ze graag promotie willen maken
van interieurverzorgster naar kassamedewerker. Haar bazin wil haar hierover in mei zekerheid
geven en dit brengt grote angst met zich mee: ‘Als ik moet vertrekken dan kan ik de huur echt niet
meer betalen. Hoe kom ik aan een nieuwe baan? Ik schaam me kapot. Ik ben 45 jaar en heb nog
steeds geen vaste baan’.
De straat vermijdt ze liever. Niet per se vanwege de kans op besmetting, met name om haar
Indonesische achtergrond. Ze heeft een Aziatisch uiterlijk en het gevoel dat mensen haar liever niet
zien op straat vanwege mogelijk besmettingsgevaar. Het virus is als eerste opgedoken in de Chinese
stad Wuhan en ze weet dat mensen in Nederland mensen met een Aziatisch uiterlijk snel onder de
noemer ‘Chinees’ scharen. Eind februari is ze zelfs door een aantal personen in de plaatselijke
supermarkt erg vervelend benaderd. De supermarktmanager heeft toen gevraagd of ze ergens
anders boodschappen wil doen om onrust te voorkomen. Ze was hier erg boos om, maar heeft het
er maar bij gelaten. Haar zoon vertelde bovendien dat er in zijn schoolklas een fikse ruzie ontstond
toen hij aan hoesten was. Dit heeft hij vaker vanwege zijn astmatische verleden. Anderen voelden
zich onveilig, met slaande deuren en een harde woordenwisseling tot gevolg. Het is, kortom, een
spannende tijd voor iedereen.
Daya komt uit een relatief arm gezin van 4 kinderen. Zij is de oudste en heeft zich altijd
verantwoordelijk gevoeld voor haar broertjes en zusjes. Haar moeder was een lieve vrouw, geboren
in Arnhem en haar ouders kwamen uit Indonesië. Hard werken, zorg dragen voor je familie, trots zijn
op je afkomst, de ‘vuile was’ niet buiten hangen (niet over onaangename zaken spreken met
buitenstaanders) en je familie niet te schande maken was iets dat Daya van haar moeder heeft
geleerd. Hun moeder was er altijd voor hen, tot het moment dat zij ziek werd en er plotseling niet
meer was. Daya was 21 jaar toen haar moeder overleed. Daya heeft zich lang schuldig gevoeld over
de dood van haar moeder. Ze had al eerder door dat haar moeder ziek was en heeft soms nare
gedachtes: ‘Had ze haar dood kunnen voorkomen? Wat als ze haar naar de huisarts had gestuurd?’
De vader van Daya was een harde werker in de bouw. Hij was vaak buitenhuis bezig en weinig
betrokken bij de opvoeding van de kinderen. De vader van Daya is geboren in een conservatief dorp
in Indonesië. Hij heeft de moeder van Daya leren kennen via zijn familie en is voor haar naar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JobWalvoort. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.