Hoorcollege + werkgroep aantekeningen van het tweedejaarsvak Directe Belastingen I. De hoorcollege aantekeningen zijn van 19/20 (maar worden dit jaar ook gebruikt vanwege corona) en werkgroep aantekeningen zijn ook van 19/20.
Hoorcollege 1
Op welke wijze inkomen definiëren?
- Bron van inkomen: datgene dat in staat is een voordeel op te leveren. Causaal
verband tussen voordeel en bron van inkomen.
- Bronnentheorie: als er sprake is van een bron van inkomen, dan betekent dat alle
voordelen die uit die bron voortvloeien en causaal verband houden met de bron van
inkomen, die zijn belast. Belangrijk is om te bepalen of er sprake is van een bron van
inkomen.
- Er zijn drie cumulatieve vereisten voor bron van inkomen:
o Deelname aan het economisch verkeer: hier is sprake van ‘alles wat niet
binnen de persoonlijke levenssfeer afspeelt, vindt per definitie plaats in het
economisch verkeer’. Voorbeeld: je vader vraagt of je op zaterdag zijn auto
wilt schoonmaken. Aan het einde krijg je € 50,- is dit belast? Wassen auto
vindt plaats in familiesfeer, dus geen sprake van een bron van inkomen. Stel
dat je een paar weken later benaderd wordt door iemand uit de straat die
vraagt of je zijn auto wilt wassen en je krijgt daar betaald voor. Dan is er wel
sprake van bron van inkomen. Stel dat je naast geld ook een fles wijn en paar
kratten bier krijgt, dan is dit ook een bron van inkomen.
o Oogmerk om voordeel te behalen (subjectief element)
o Voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn (objectieve element)
Voordat je in IB kijkt, moet je vaststellen dat er sprake is van een bron van inkomsten. Pas
daarna ga je naar de inkomenscategorieën kijken.
Inkomenscategorieën Wet IB 2001
- Inkomen uit werk en woning (box 1) 🡪 houden verband met verrichten arbeid
o Winst uit onderneming
o Loon uit dienstbetrekking
o Resultaat uit overige werkzaamheden
o Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
o Inkomsten uit eigen woning
- Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) 🡪 inkomen wat verband houdt met aandelen
(minstens 5%)
o
- Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)
Box 1 heeft progressief tarief. Belangrijk om onderscheid te maken in box 1, want afbakening
t.o.v. andere bronnen. Met name van belang voor aftrekbaarheid kosten.
,Belastbare winst uit onderneming
- Art 3.2 Wet IB: ‘belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de
winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer
ondernemingen’.
Wie geniet winst uit onderneming?
- Ondernemer is gedefinieerd in art 3.4 Wet IB 🡪 eisen:
o Er is sprake van een onderneming 🡪 uitwerking definitie in rechtspraak;
▪ Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid;
▪ Waarmee door deelname aan het maatschappelijk productieproces;
▪ Beoogd wordt winst te behalen;
▪ Die redelijkerwijs te verwachten valt.
Deze definitie is aan modernisering toe. HR + lagere rechters zeggen dat dit
een veel te algemene formule is. Er wordt met name gelet op factoren (geen
eisen):
▪ Zelfstandigheid 🡪 niet onder toezicht van ander, niet verplicht
instructies van andere op te volgen.
▪ Duurzaamheid van de werkzaamheden 🡪 bedoeling dat die
werkzaamheden gedurende lange tijd zijn.
▪ Omvang van de werkzaamheden en opbrengsten
▪ Aantal opdrachtgevers 🡪 hoeveel opdrachtgevers heb je?
▪ Beschikbare tijd en de bekendheid die naar buiten aan de
werkzaamheid wordt gegeven 🡪 heeft iemand een eigen website?
Wordt er reclame gemaakt voor onderneming?
▪ Belangrijk criterium: het lopen van (ondernemers)risico 🡪 loopt hij risico
dat opdrachtgevers hem niet betalen?
o Die onderneming wordt voor rekening van de belastingplichtige (natuurlijk
persoon) gedreven (resultaten komen hem toe);
▪ Aanwezigheid band tussen de financiële resultaten van de
onderneming (eis 1) en de belastingplichtige-natuurlijk persoon
▪ Gerechtigdheid tot resultaat onderneming/er moet sprake zijn van
een rechtstreekse band. Dit kan niet via huwelijksvermogensrecht
(BNB 1963/205).
▪ Eenmanszaak
▪ Personenvennootschappen
● Maatschap (beroep samen met andere), VOF, CV (uitoefenen
bedrijf, maar er zijn ook geldschieters bij betrokken). Kan
civielrechtelijk zelfstandig handelen. Fiscaal wordt entiteit niet
erkend.
● Fiscaal transparant 🡪 de mensen erachter zijn betrokken bij de
IB, niet de maatschap, VOF of CV.
o De belastingplichtige wordt rechtstreeks verbonden voor verbintenissen
betreffende die onderneming.
▪ Ondernemerschap is aantrekkelijk gemaakt door het opnemen van
allerlei faciliteiten.
▪ Steeds meer belastingplichtigen willen ‘fiscaal ondernemer’ zijn 🡪
aanhaken bij ‘echte’ ondernemer.
, ▪ Beleggers in een CV
● Cv-overeenkomst
● ‘Medegerechtigd is tot het vermogen van een onderneming’,
maar is niet rechtstreeks verbonden voor de verbintenissen
van de onderneming.
Art 3.5 Wet IB zelfstandig uitgeoefend beroep is ook ‘onderneming’ (lid 1)
- Zelfstandig
- Voor eigen rekening
- Ondernemersrisico
- Persoonlijke bekwaamheid van de belastingplichtige
Er moet niet ook nog worden voldaan aan de eisen uit art 3.4 Wet IB
Ondernemersfaciliteiten
- Faciliteiten waarbij niet voldaan moet worden aan het urencriterium
o
- Faciliteiten waarbij wel voldaan moet worden aan het urencriterium
o Zelfstandigenaftrek
o Meewerkaftrek
o FOR
Urencriterium🡪 art 3.6 Wet IB (1225 uur). Het is niet zo dat je pas ondernemer bent als je aan
urencriterium voldoet. Je hebt enkel recht op die extra ondernemersfaciliteiten als je aan
urencriterium voldoet. Houdt in:
- Minimaal 1225 uur op jaarbasis actief voor je onderneming.
- Alle uren dat je met je onderneming bezig bent/voor je onderneming bezig bent telt
mee.
- Voor starters wordt dit teruggebracht 🡪 je kijkt naar het totale aantal uur dat je aan je
onderneming hebt besteed en hoeveel aan je dienstbetrekking. Als het aantal uren
dat je aan je onderneming besteed meer is dan 50% van de totale tijd (onderneming
+ loon + row), dan voldoe je aan grotendeels criterium.
- Gebruikelijkheidscriterium art 3.6 lid 2 Wet IB: bepaalde uren besteed aan
onderneming tellen niet mee:
o Uren besteed aan werkzaamheden binnen samenwerkingsverband met
verbonden persoon; en
o Deze werkzaamheden zijn hoofdzakelijk (>70%) van ondersteunende aard; en
o Ongebruikelijk dat dit samenwerkingsverband zou worden aangegaan tussen
niet-verbonden personen (een derde).
Ondernemer?
- Vennoot in VOF is per definitie ondernemer voor IB.
- Maatschap is samenwerkingsverband uitoefening beroep (art 3.4), dus per definitie
ondernemer inkomstenbelasting.
- Commanditaire vennoot is niet aansprakelijk en kan dus niet als ondernemer voor IB
worden aangemerkt.
- Erfgenaam van de ondernemer, afgeleide gerechtigheid (HR 21 maart 1990 BNB
1990/134) 🡪 eisen bekijken. Er is sprake van onderneming, maar wordt het ook voor
, rekening erfgenaam gedreven? HR zegt nee, erfgenaam heeft afgeleide
gerechtigdheid. Anders is als erfgenaam onderneming wil voortzetten.
- Verhuur van een onderneming (HR 7 september 1977 BNB 1977/235) 🡪 HR:
verhuurder wordt voor IB beschouwd als ondernemer. Geldt ook voor de huidige
wet.
Wie geniet winst uit onderneming?
Ondernemer, maar ook
- Medegerechtigde (art 3.3 lid 1 onderdeel a)
o Geniet wel winst uit onderneming, maar is geen ondernemer
o Belang is met name gelegen in beperkte toegang tot faciliteiten
o Denk aan commanditaire vennoot
o Beheersverbod art 20 WvK 🡪 van rechtswege hoofdelijk verbonden schulden
en verbintenissen cv. Vanaf dat moment rechtstreeks verbonden voor
verbintenissen en voldoet dus aan derde eis uit art 3.4 Wet IB.
o HR 23 januari 2009 BNB 2009/00: commanditaire vennoot die beheersverbod
overtreedt wordt ondernemer.
- Houder van bepaalde schuldvorderingen (art 3.3 lid 1 onderdeel b)
o Zie voorwaarden die worden gesteld in art 3.3 lid 3 Wet IB.
o Vergelijkbaar met commanditaire vennoot
o Anti-arbitragemaatregel betreffende box 1 en box 3
o Gevolgen: winstregels van toepassing
▪ Afwaardering vordering ten laste van de fiscale winst.
- Voldoen niet aan de vereisten van art 3.4 Wet IB.
Werkgroep 1
Winstgenieters in de IB
Te bestuderen literatuur:
- Inkomstenbelasting 0,1,2, 3.1 t/m 3.2.7
Belangrijk om te onthouden dat er eerst gekeken moet worden naar of er sprake is van een
bron van inkomen, pas dan kan er (mogelijk) sprake zijn van winst uit onderneming. Om te
kunnen spreken van een bron moet er aan drie voorwaarden worden voldaan:
- Deelname aan het economische verkeer;
- Er moet winst beoogd worden;
- Deze winst moet redelijkerwijs te verwachten zijn.
Voor ondernemerschap is art 3.4 IB belangrijk (het ondernemersbegrip). Onder ondernemer
wordt verstaan: de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt
gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die
onderneming. Drie eisen voor ondernemerschap:
- Er moet sprake zijn van een onderneming in objectieve zin;
- Die wordt gedreven voor rekening van de belastingplichtige;
- En waarbij de belastingplichtige rechtstreeks wordt verbonden voor de
verbintenissen van die onderneming.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sewir. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.