Alle hoorcolleges rechtswetenschap
Inhoud
Aantekeningen hoorcollege week 1 Rechtswetenschap Visies op het recht en rechtsbronnen ............2
Uitwerking filmpje Dossier Wat is recht?: Recht als visie ................................................................... 12
Uitwerking filmpje extra materiaal ‘De butler heeft het niet gedaan’.............................................. 16
Instructievideo Visies op het recht en rechtsbronnen week 37 .......................................................... 19
Uitwerking hoorcollege week 3 Juridisch argumenteren ................................................................... 30
Uitwerking hoorcollege 3 Rechtswetenschap week 5 (week 40) Gebondenheid aan het recht en
rechtsvorming .................................................................................................................................. 38
Uitwerking hoorcollege Hoe schrijf ik een betoog?............................................................................ 49
1
,Aantekeningen hoorcollege week 1 Rechtswetenschap Visies op
het recht en rechtsbronnen
Rechtswetenschap
(premaster rechtsgeleerdheid)
Hoorcollege
Visies op recht en rechtsbronnen
Prof. Dr. M. Adams
4 september 2020
Het doel van het vak rechtswetenschap is om de overstap van het HBO naar de universiteit
te bevorderen. We merken dat de benadering van het academisch recht verschilt in
vergelijking met die van de HBO opleidingen. Het gaat er niet om of dat makkelijker of
moeilijker is, maar wel dat de accenten ergens anders opgelegd worden. De opleiding aan
de universiteit lijkt wat minder op toepassing gericht en stelt ten dele ook andere vragen over
het recht. We willen in ieder geval niet alleen de vragen stellen hoe luidt het recht of wat is
nu de juridische stand van zaken, dat willen we ook, maar we willen ook dat verklarende en
evaluerende invalshoeken aan de orde komen. Waarom is dat recht of die juridische
institutie, zoals het is? En wat vinden we ervan? Kunnen we niet op een alternatieve manier
naar het recht kijken? Een academische jurist moet ook kunnen functioneren als
rechtsformer en misschien wel als rechtswetenschapper. Dat zijn de typische juristen die dat
soort vragen stellen, die ik zojuist als voorbeeld gaf. Het gaat dus om allerlei verschillende
perspectieven in het recht. Die verschillende manieren om naar het recht te kijken, die
verschillende perspectieven, die vormen de hoofdraad van dit vak.
Let op we hebben drie hoorcolleges en een beperkt aantal werkcolleges. Dus we verwachten
van jullie veel zelf werkzaamheden en zelf redzaamheid. Ik raad jullie ook namens de team
van docenten aan de Syllabus, maar ook zeker de canvas pagina goed door te nemen en
steeds bij de hand te houden.
Programma:
- Inleiding op het vak en thema: wat is recht?
- Een aantal casus
- Kenmerken van het positivisme, natuurrecht, interactionisme (contexualisme)
- Relatie met rechtsbronnen
Wat ik vandaag vooral probeer te doen tijdens dit hoorcollege is duidelijk maken dat de wijze
waarop je naar het recht kijkt en je antwoord op de vraag wordt bepaald door jou visie op dat
recht en dat het doorwerkt in de wijze waarop je verschillende rechtsbronnen hanteert. We
beginnen met de vraag: wat is recht? Dat lijkt een hele eenvoudige vraag, maar het antwoord
is zo eenvoudig nog niet. Daarna bespreek ik kort een casus, dan spreek ik de kenmerken
van drie grote visies op het recht die wij behandelen met het zogenaamde rechts positivisme,
het natuurrechts denken en het ineractionisme (of contextualisme). Vervolgens komt de
relatie met rechtsbronnen en de visie op het recht aan de orde en ga ik nader in op een
bijzondere rechtsbron en dat is vooral de rechtsbeginselen.
2
, Een paar voorbeelden van definities van recht
- Een verzameling van wetten
- Een verzameling van regels (geboden en verboden) die in Nederland gelden (dus bevoegd
zijn vastgesteld), en waaraan we ons moeten houden
- Een verzamelingen van regels en beginselen die in Nederland gelden etc.
- Recht is wat in een individueel geval wordt gezegd recht is
- Recht is dat wat als rechtvaardig wordt ervaren (of de gelijkheid dient, of tot vrede
aanleiding geeft, of transacties efficiënt doet verlopen)
Stel jezelf eens de vraag wat de definitie van recht nu eigenlijk is. Daar moeten jullie toch
een voorstelling van kunnen maken? Want jullie zijn via de HBO-Rechten opleiding al meer
bekend met het recht. Toch is het antwoord niet zo eenduidig. Als je in een thuissituatie bij
vrienden of bekenden de vraag zou stellen naar een definitie van het recht, dan zou je hele
verschillende antwoorden krijgen. Ik geef een voorbeeld van antwoorden die ik zelf wel eens
heb gehoord. Recht is een verzameling van wetten. Ja, dat is een hele populaire of recht is
een verzameling van regels (geboden en verboden) die in Nederland gelden, die duidelijk te
vinden zijn in wetten en misschien zelfs rechtspraak en waaraan we ons moeten houden. Dit
is ook een hele redelijke definitie.
Of recht is een verzamelingen van regels en beginselen of nog recht is wat in een individueel
geval wordt gezegd wat recht is of tenslotte recht is dat wat rechtvaardig wordt ervaren of de
gelijkheid dient, of tot vrede aanleiding geeft, of tot efficiëntie aanleiding geeft en zo kunnen
we nog wel even doorgaan. Waar twee juristen spreken, zijn drie meningen zeggen ze
weleens. Wat nu interessant is dat al deze definities ook iets zeggen over wat voor jou of
diegene die de definitie geeft, belangrijk is aan het recht. Anders gezegd: dat wat je aantreft
in de verschillende definities geeft vaak ook een beeld op de visie van het recht van diegene
die de definitie hanteert, belangrijk vindt. De eerst definities die ik zojuist gaf die zijn niet te
beschrijven zou je zeggen. Ze zeggen vooral wat recht is, hoe het eruit ziet volgens diegene
die de definitie geeft en de laatste definities geven eerder een toe van het recht weer. Over
wat het recht zou behoren te doen wil het echt als recht begrepen worden.
Casus Windels
http://nos.nl/artikel/2127683-brunssum-wil-dat-weduwnaar-zijn-vrouw-opgraaft-uit-tuin.html
Kijk eens naar dit filmpje. Daarin vernemen jullie dat de echtgenoten van een zeker Frenk
Windels een paar jaar geleden plotseling stierf en dat meneer Windels besloot om haar te
begraven in zijn eigen tuin. Want de laatste rustplaats in haar eigen tuin was volgens de heer
Windels ondubbelzinnig de laatste wens geweest van zijn vrouw. Dat had ze al heel vaak te
kennen gegeven. Er was wel een probleempje. Iemand in je tuin begraven mag niet zomaar.
Dat is logisch en heeft bijvoorbeeld te maken met een voorwaarde van hygiëne, dus zei de
gemeente waar de heer Windels woonde u moet dat graf ontruimen en dat leidde vervolgens
tot een rechtszaak. Het is misschien goed om deze casus vanuit de geldende rechtsregels te
bekijken. De wet die van toepassing is op dit soort situaties, is de wet op de lijkbezorging.
Daar bestaat ook wat jurisprudentie over.
En wat blijkt dan onder bepaalde voorwaarde mag je wel degelijk je tuin als begraafplaats
gebruiken. Maar dan heb je bijvoorbeeld een vergunning van de gemeente nodig en dan
moe het bestemmingsplan gewijzigd worden naar functie van begraafplaatsfunctie. Van zo
een vergunningsaanvraag is bekend dat die wel twee jaar kan duren. Dus als je iemand wil
begraven op eigen erf, begin dan op tijd met regelen. Uit de rechtspraak komen ook wat nare
regels naar voren. Zo moet je tuin minstens 1 a 2 hectare grond bevatten, je moet iemand
minstens een meter van het perceel van de buren begraven, begraafplaats mag niet
zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en een graf moet minstens tien jaar kunnen blijven
3
,bestaan, dus je moet garanties over het toekomstig onderhoud afgeven. Daar kon de heer
Windels aan voldoen, behalve de vergunning ontbrak.
Daarvan dat hij zelf dat dit is iets voor haar 65ste. Zijn vrouw was 59 toen zij stierf, ze kreeg
onverwacht een hartaanval. De heer Windels zocht contact met de gemeente, het was volle
vakantie en de gemeente was niet te bereiken. De heer Windels besloot haar toch te
begraven. Dat zag de gemeente niet zitten en zij summeerde de heer Windels het graf te
delven en als hij dat niet deed dan zou de gemeente het zelf doen, maar dan op zijn kosten.
Daar komt een rechtszaak van en dan is de vraag hoe moet de rechter met deze casus
omgaan.
Rechtbank Limburg 25 augustus 2016:
- Zie: www.rechtspraak.nl (zaak 2016:7408)
- ‘De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker onbestreden heeft gelaten dat de Wet op
de lijkbezorging heeft overtreden zoor zijn op 20 juli 2016 overleden echtgenote te begraven
op (eigen) grond (…).’
‘In geschil is of (er) sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan van
verweerder kan worden gevergd dat handhaven optreden achterwege wordt gelaten. Hiertoe
oordeelt de voorzieningenrechter dat van een concreet zicht op legalisatie niet is gebleken.’
Het antwoord op de vraag wat de rechter nu eigenlijk moet beslissen in de casus Windels,
lijkt op het eerste gezicht heel eenvoudig. De heer Windels had geen vergunning om zijn tuin
als begraafplaats te gebruiken en dus mocht hij zijn vrouw daar niet begraven. Interessant is
dat de heer Windels de wet heeft overtreden. Deze en de volgende slides vinden jullie delen
van de uitspraak aan, maar ik adviseer jullie om ook rechtspraak te kijken. Ik citeer de
uitspraak van de rechter, wel citeer ik meer dan op de slides staan te lezen. Ik citeer dus de
uitspraak van de rechtbank Maastricht. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker
onbestreden heeft gelaten dat de Wet op de lijkbezorging heeft overtreden zoor zijn op 20 juli
2016 overleden echtgenote te begraven op grond die niet door de gemeenteraad is
aangewezen als bijzondere begraafplaats.
De bevoegdheid van verweerder moet bij of krachtens de wet op lijkbezorging in last onder
bestuursdwang op te leggen staat zoals de gemachtigde van verzoeker te kennen heeft
gegeven even min ter discussie. In geschil of sprake is van bijzondere omstandigheden op
grond waarvan verweerder kan worden gevergd dat handhavend optreden achterwege wordt
gelaten. Hiertoe oordeelt de voorzieningenrechter dat van een concreet zicht op legalisatie
niet is gebleken. Verzoeker heeft weliswaar aan de gemeente raad verzocht de plaats van
zijn echtgenote aan te wijzen als bijzondere begraafplaats. Een besluit op die aanvraag is
nog niet genomen. Ook is niet bekend of de gemeenteraad medewerking wil verlenen aan
een wijzigingsverzoek.
Rechtbank Limburg 25 augustus 2016:
- Zie: ww.rechtspraak.nl (zaak 2016:7408)
- ‘Resteert de vraag of handhavend optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de
daarmee te dienen belangen dat verweerder op grond daarvan van optreden had behoren af
te zien. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend.’
- ‘Aanwijzing zou tot gevolg hebben dat de echtgenote van verzoeker, na uitvoering van de
last, nogmaals op gegraven en herbegraven zou moeten worden. Nu het belang dat aan
grafrust wordt gehecht blijkens de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet op de
lijkbezorging groot is en dit zelfs als uitgangspunt dient te worden genomen, acht de
voorzieningenrechter dit zeer onwenselijk.’
Resteert de vraag of handhavend optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de
daarmee te dienen belangen dat verweerder op grond daarvan van optreden had behoren af
te zien. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend.
4
, De mogelijkheid bestaat immers dat de gemeenteraad de begraafplaats van echtgenote
aanwijst als bijzondere begraafplaats.
Dergelijke aanwijzing zou tot gevolg hebben dat de echtgenote van verzoeker naar
uitvoering van de last nogmaals herbegraven en opgegraven zou moeten worden. Nu het
belang dat aan grafrust wordt gehecht blijkens de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet
op de lijkbezorging groot is en dit zelfs als uitgangspunt dient te worden genomen, acht de
voorzieningenrechter dit zeer onwenselijk.
Rechtbank Limburg 25 augustus 2016:
- Zie: ww.rechtspraak.nl (zaak 2016:7408)
- ECHTER: ‘Zo lang geen duidelijkheid bestaat over de aanwijzing van de begraafplaats als
bijzondere begraafplaats door de gemeenteraad prevaleert het belang van verzoeker om die
reden boven de beginselplicht tot handhaving van verweerder.’
De rechter komt uiteindelijk tot de volgende de conclusie. Ik citeer opnieuw: zo lang geen
duidelijkheid bestaat over de aanwijzing van de begraafplaats als bijzondere begraafplaats
door de gemeenteraad prevaleert het belang van verzoeker om die reden boven de
beginselplicht tot handhaving van verweerder. Einde citaat. Je zou kunnen zeggen meneer
kruipt een beetje door de ogen van de naald. De rechter zegt dat de belang van grafrust
weegt in deze casus zwaarder dan dat van de gemeente, dus we laten het voorlopig daar zo
even bij, maar als de gemeente het verzoek tot het begraven van mevrouw in eigen tuin
alsnog en terecht afwijst, dan zou de her begraving alsnog moeten plaatsvinden, maar voor
nu maken we een pas op de plaats. Dit is een interessante conclusie. Welke definitie van
recht, welke visie op recht komt hier eigenlijk binnen. In ieder geval niet een definitie die heel
strikt is in het toepassen van het recht, want heel formeel gesproken heeft meneer de wet
overtreden, want hij heeft geen vergunning. Maar de rechter zou handhaving, handhaving
zou neerkomen op het delven van het graf van mevrouw disproportioneel vinden of
onevenredig. Zeker in het licht van het feit dat grafrust ten grondslag ligt aan de wet op de
lijkenbezorging. De kans bestaat immers nog dat de gemeente de vergunning afgeeft.
Drie visies op het recht
- Rechtspositivisme
- Natuurrechtsdenken
- Interactionisme en contextualisme
(Zie tekst Witteveen (p. 55-64) en tekst Loth en Gakee
Dat brengt ons midden in de kwestie wat door Witteveen en Loth en Gakeer wordt
besproken en waar delen hiervan als verplichte literatuur zijn opgenomen voor dit vak.
Daarin staan onder meer de drie sterke posities of visies op het recht centraal, namelijk het
rechtspositivisme perspectief, het natuurrechtsperspectief en het perspectief op
ineractionisme of contextualisme. Ieder van die posities biedt een waardevol perspectief op
het recht en ieder van die perspectieven wordt aangenomen dat andere visies betekenisvol
zijn, maar toch kijken ze op andere manieren naar de rol en de functies van het recht. De
drie grote visies wordt hier grofmazig geschetst, maar we bespreken ze hier toe, omdat ze
waardevolle aanknopingspunten bieden om de visie op het recht mee te kunnen duiden.
Casus: Göttig vs. Puttfarken
‘Hitler is ein massenmörder un schuld am kriege!’
Vraag: wat te doen met mensen als Puttfark na de oorlog?
Stel je nu opnieuw een casus voor Göttig vs. Puttfarken. Het gaat om een bekende casus die
ontleend is aan de realiteit/werkelijkheid. De Duitse Göttig had in de tweede wereldoorlog
een muur in het openbaar toilet beschreven: Hitler is ein massenmörder un schuld am
kriege. Hitler is een massamoordenaar en door zijn schuld zijn we oorlog.
5