Marketeers kijken op welke wijze organisaties in staat zijn om doelen te
verwezenlijken. Hierbij houden ze rekening met de markt waarin ze opereren, de
concurrenten en de wensen en verlangens van de klanten
Marketeers hebben de volgende taken:
- Verschaffen marketingkennis en klantinzicht (customer insight);
- Geven richting aan de marketingstrategieën van de onderneming;
- Ontwikkelen de zogeheten klantpropositie;
- Managen en voeren de marketingcommunicatie uit;
- Ontwikkelen en gebruiken marketing- en marktinformatie;
- Voeren marketingprogramma’s uit;
- Stellen marketingplannen op.
Marketeers werken samen met interne en externe partijen:
- Interne partijen: bedrijfskundigen, financiële deskundigen en HRM'ers
- Externe partijen: marktonderzoekers en reclamebureaus
De marketeer denkt na over: na over:
Het product;
Prijszetting;
Hoe het product in de markt te zetten;
Welke communicatie daarbij te gebruiken; en
Hoe te zorgen dat het product bij de klant terechtkomt.
Een bedrijf formuleert het antwoord op vier vragen:
1. Wat heeft een klant nodig? (product + customer)
2. Hoe komt een klant eraan? (plaats + convenience)
3. Hoeveel is het de klant waard? (prijs + cost)
4. Hoe weet de klant dat wij die behoefte kunnen vervullen? (promotie +
communication)
De vier p’s focussen meer op producten: product, plaats, prijs en promotie.
De vier c’s focussen meer op klanten: customer, convenience (gemak), cost,
communication.
1
,Vijf typen bedrijven:
1) Productieoriëntatie (=bedrijven die focussen op leveren van producten)
- Gaat ervan uit dat klanten op zoek zijn naar beschikbare en betaalbare
producten.
2) Productoriëntatie (=bedrijven die richten op juiste/beste product)
- Productinnovatie, kwaliteit en beste prestaties zijn prioriteit.
3) Verkooporiëntatie (=bedrijven die nadruk leggen op het verkopen)
- Gaan ervan uit dat klanten alleen kopen als je erbovenop zit.
4) Marketingoriëntatie (=bedrijven die zoeken naar behoeften/wensen
klant en hier een product voor maken).
- Stellen de klant centraal.
5) Maatschappelijke marketingoriëntatie (=bedrijven die rekening
houden met korte en langetermijnbelangen van klanten en maatschappij).
- Bedrijven proberen balans te vinden tussen korte en lange termijn.
Ruilsubjecten zijn aan de ene kant klanten die iets verkrijgen en aan de andere
kant ondernemingen die iets afstaan.
Het marketingproces waarbij de klant centraal staat (Kotler):
Het verkennen van de markt en de behoeften en verlangens van
klanten in kaart brengen;
Een marketingstrategie ontwikkelen waarin de waarde voor de klant
centraal staat;
Een marketingprogramma ontwerpen waarbij de vier P’s (of C’s)
geïntegreerd worden om zo superieure waarde voor de klant te
leveren;
Het bouwen van winstgevende klantrelaties en het creëren van
klanttevredenheid;
Het innen van klantwaarde om zo winst te behalen.
Het belangrijkste commentaar voor een marketingplan komt van:
- Het topmanagement: het idee moet passen bij hun ideeën.
- De productieafdeling: hun moeten de ideeën waar kunnen maken.
- De verkoopafdeling: hun moeten de ideeën waar kunnen maken.
2
,Hoofdstuk 2: Consumentengedrag
Behoeften = iets waar je naar verlangt of iets wat je nodig hebt.
In de marketing onderscheiden we verschillende basisbehoeften:
- Fysiologische behoeften: lichamelijke noodzakelijkheden zoals slaap,
eten en drinken.
- Veiligheid en zekerheid: bijvoorbeeld onderdak en warmte.
- Sociale contacten: bijvoorbeeld vrienden en familie.
- Erkenning en waardering: bijvoorbeeld status en aanzien.
- Zelfontplooiing: bijvoorbeeld groeien door te leren en ontwikkelen.
Verlangen is grotendeels cultureel-maatschappelijk bepaald.
Er ontstaat vraag naar een product of dienst wanneer:
- Die voorzien is in een behoefte
- Die behoefte zich laat vertalen in een verlangen
- De financiële mogelijkheden aanwezig zijn om producten te kopen.
Achterliggende behoeften: mensen hebben een grote behoeften om in een
groep te passen.
We onderscheiden vijf klantrollen:
Initiator (=iemand die iets onderneemt om een behoefte te vervullen).
Beïnvloeder (=diegene die invloed uitoefent in het aankoopproces).
Beslisser (=iemand die de uiteindelijke keuze maakt op basis van
adviezen van de beïnvloeder en de initiator).
Koper (=degene die betaalt voor het product of dienst).
Gebruiker/consument (=degene die het product gebruikt).
Het koopproces:
1. Behoefte- of probleemherkenning
2. Zoeken naar informatie
3. Evalueren van alternatieven
4. Keuze van het geschikte alternatief
5. De koop
6. Evalueren van de koop
Behoefte- of probleemherkenning
Het aankoopproces begint op het moment dat wij een probleem hebben dat om
een oplossing vraagt (een behoefte).
Behoeften als deze ontstaan op twee manieren:
3
, 1. Door interne stimuli (dorst of trek)
2. Door externe stimuli (advertenties, mond-tot-oor reclame)
Zoeken naar informatie
De volgende stap in het koopproces is dat de consument op zoek gaat naar
informatie over mogelijke oplossingen voor een probleem.
Evalueren van de alternatieven
Nadat de consumenten informatie over de alternatieven hebben ingewonnen,
stellen zij beoordelingscriteria op:
Totale set: alle aanbieders in Nederland.
Bekende set: alle bij de koper bekende aanbieders.
Consideration set: producten die een consument als alternatief
aanvaardbaar acht.
Choice set: zeer beperkt (2/3) aantal alternatieven binnen de
consideration set, waaruit de consument de uiteindelijke keuze maakt.
Keuze van het geschikte alternatief
Consumenten kopen echter niet altijd het product dat het meest voldoet aan hun
selectiecriteria.
De koop
Bij deze stap vindt de werkelijke transactie plaats. De klant maakt een definitieve
keuze en schaft het product of de dienst aan.
Evalueren van de koop
De laatste stap uit het koopproces bestaat uit een evaluatie van het gekochte
product of de afgenomen dienst. Die valt soms positief en soms negatief uit.
Bedrijven kunnen het volgende doen om cognitieve dissonantie bij klanten
tegen te gaan:
Bevestigen dat klanten een goed product hebben gekocht.
Medewerkers trainen om cognitieve dissonantie te herkennen en ermee
om te gaan, BV> klanten uitgebreid van informatie voorzien en klachten
op de juiste manier afhandelen
Klanten mogelijkheden bieden om producten goed te testen, zodat ze het
product voor aankoop zelf kunnen ervaren
De productvoordelen goed samenvatten (op papier).
Klanten vragen om een tevredenheidsonderzoek in te vullen.
In contact blijven met hun klanten om te zien hoe zij het product ervaren.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lotteguldemond. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.