100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Tentamenvragen 2020 - Inleiding Staats- en Bestuursrecht €9,99   In winkelwagen

Overig

Tentamenvragen 2020 - Inleiding Staats- en Bestuursrecht

 88 keer bekeken  5 keer verkocht

Het document bevat de eindtoets van het vak inleiding staats- en bestuursrecht, jaar 2020. Daarnaast is ook gelijk het juiste antwoord gegeven. Verder zijn er nog oefenvragen in de vorm van meerkeuze.

Voorbeeld 2 van de 12  pagina's

  • 25 november 2020
  • 12
  • 2020/2021
  • Overig
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alles voor dit studieboek (2)
Alle documenten voor dit vak (75)
avatar-seller
UUrechtenstudent
MC-vragen met antwoorden, Eindtoets ISBR 2020

Bij interbestuurlijk toezicht gaat het om de wettelijk vastgelegde taak van een ‘hoger’ orgaan om
na te gaan in hoeverre bepaalde handelingen of het nalaten daarvan van een ‘lager’ orgaan
aanvaardbaar zijn. Wat is juist?
 Bij preventief toezicht wordt aan een besluit van een lager orgaan spontaan door een
hoger orgaan vernietigd.
 In geval van repressief toezicht grijpt een hoger orgaan in nadat een lager orgaan een
besluit heeft genomen.
 De bevoegdheid om repressief toezicht uit te oefenen met betrekking tot provinciale en
gemeentelijke besluiten berust bij de minister.
Stel dat de Tweede en Eerste Kamer hebben ingestemd met een wetsvoorstel van de regering
dat gaat over algoritmische besluitvorming in gemeenten (de Wet Abg). De wet is inmiddels in
werking getreden. Jan heeft ernstige bezwaren tegen deze wet, omdat deze in strijd zou zijn met
het gelijkheidsbeginsel.
 Jan kan tegen de Wet Agb niet in beroep bij de bestuursrechter, omdat deze volgens het
Harmonisatiewetarrest niet mag toetsen aan het gelijkheidsbeginsel.
 Jan kan tegen de Wet Agb niet in beroep bij de bestuursrechter, omdat de Wet Agb niet
afkomstig is van een orgaan waarop de Awb van toepassing is.
 Jan kan tegen de Wet Agb niet in beroep bij de burgerlijke rechter, omdat sprake is van
een publiekrechtelijke rechtsverhouding.
In welk van de alternatieven worden uitsluitend organen genoemd die geen bestuursorganen
zijn in de zin van de Awb:
 De burgemeester, de provincie en de Tweede Kamer.
 De gemeente, de minister en provinciale staten.
 Het waterschap, de president van de rechtbank en de wethouder.
In de Jeugdwet is geregeld dat ouders van kinderen met psychische problemen ondersteuning
kunnen krijgen van hun gemeente. Dat wordt een ‘individuele voorziening’ genoemd. In artikel
2.9 Jeugdwet is daarover het volgende opgenomen:
De gemeenteraad stelt bij verordening en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens
deze wet in ieder geval regels:
over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met
betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de
afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;
Hoe is artikel 2.9 Jeugdwet te kwalificeren?
 Als functionele deconcentratie
 Als autonomie
 Als medebewind
In een rechtsstaat:
 Is de overheid gehouden het recht na te leven.
 Kunnen ook overheidsorganen zich op grondrechten beroepen.
 Kan de uitvoerende macht geen deel uitmaken van de wetgevende macht.
Hoe ziet de rol van de staat er in de klassiek-liberale rechtsstaatidee uit? De staat:
 Dient het collectief belang, omdat individuen uit hoofde van hun lidmaatschap van het
collectief vrijheid bezitten.
 Geeft gestalte aan de vrijheid van het individu en schrijft voor wat echte vrijheid is.
 Beschermt en handhaaft de vrijheid van de individuele burgers.
Waarom is het belangrijk dat de rechter niet op de stoel van de wetgever gaat zitten? Ter
voorkoming van:

,  De machtsconcentratie en het daarmee gepaard gaande uiteenvallen van de
eenheidsstaat.
 De machtsdevaluatie en het daarmee gepaard gaande verlies van bestuursbevoegdheden.
 Machtsconcentratie en het daarmee gepaard gaande machtsmisbruik.
Op grond van welke bepaling is ingevolge art. 10:13 Awb delegatie toegestaan?
 Art. 189 Gemeentewet
 Art. 178 Gemeentewet
 Art. 191 Gemeentewet
In welke bepaling komt het legaliteitsbeginsel onder meer tot uitdrukking?
 Artikel 1 Wetboek van Strafvordering
 Artikel 90 Grondwet
 Artikel 1 lid 1 Wet openbare manifestaties
Artikel 7 van de Wet openbare manifestaties luidt:
“De burgemeester kan aan degenen die een samenkomst tot het belijden van godsdienst of
betoging op een andere dan openbare plaats houden of daaraan deelnemen opdracht geven
deze terstond te beëindigen en uiteen te gaan, indien:
a. De vereiste kennisgeving niet is gedaan, of een verbod is gegeven;
b. in strijd wordt gehandeld met een voorschrift, beperking of aanwijzing;
c. een van de in artikel 2 genoemde belangen dat vordert.”
Ga ervan uit dat in andere wet- of regelgeving niets is geregeld over deze bevoegdheid. In dit
artikel is sprake van:
 Delegatie van bestuursbevoegdheid
 Attributie van bestuursbevoegdheid
 Attributie van regelgevende bevoegdheid
Wat is juist? Wetten in formele zin mogen worden getoetst aan:
 Het Statuur voor het Koninkrijk der Nederlanden
 Rechtsbeginselen
 Het IVBPR
Welke stelling over het EVRM is juist?
 Alleen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens mag toetsen aan het EVRM.
 Alleen de hoogste Nederlandse rechters mogen toetsen aan het EVRM.
 Alle Nederlandse rechters mogen toetsen aan het EVRM.
Wat is de meest gebruikelijke volgorde binnen het stelsel van rechtsbescherming volgens de
Algemene wet bestuursrecht?
 Beroep bij de sector bestuursrecht van de rechtbank – hoger beroep bij het gerechtshof –
cassatie bij een van de bestuursrechtelijke rechtscolleges.
 Bezwaarprocedure – beroep bij de sector bestuursrecht van de rechtbank – hoger beroep
bij de Hoge Raad.
 Bezwaarprocedure – beroep bij de sector bestuursrecht van de rechtbank – hoger beroep
bij een van de bestuursrechtelijke rechtscolleges.
De Nederlandse rechter moet het nationale recht altijd buiten toepassing laten indien dit in
strijd is met het internationale recht. Deze stelling is:
 Onjuist, zie artikel 94 Grondwet
 Juist, zie artikel 93 Grondwet
 Onjuist, zie artikel 95 Grondwet
De Awb kent diverse hoorplichten (zie bijvoorbeeld de artikelen 4:7 en 4:8 Awb). Deze
hoorplichten houden verband met:
 Het evenredigheidsbeginsel.
 Het beginsel van zorgvuldige voorbereiding
 Het gelijkheidsbeginsel
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s) zijn kenmerkend voor:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper UUrechtenstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72001 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,99  5x  verkocht
  • (0)
  Kopen