College 1
Pagina 15 – 25 namen en kennen en typeren
Het bijzondere en het algemene
Jezus is volgens evangelist Lucas ten tijde van keizer Augustinus in Palestina geboren. Jezus’ eerste
volgelingen waren Palestijnse joden. Het Palestina van het begin van onze jaartelling is de
achtergrond van het beginnende christendom. De geschiedenis van het christendom is een
onderdeel van de algemene geschiedenis.
Het is willekeur om openbaring tot het bijzondere te beperken en het algemene als middel tot
openbaring uit te sluiten.
Jezus en zijn volgelingen waren geen kosmopolieten (als iemand een gevoel van verbondenheid met
de mensheid in het algemeen ervaart, dat sterker is dan enig gevoel voor nationale of regionale
identiteit.), maar primair binnen het joodse volk opererende joden met een geestelijke horizon die
niet verder dan Palestina zal hebben gereikt. Als achtergrond moet het Palestina van hun dagen en
niet het hele Romeinse Rijk worden gezien. Christendom is als een provinciaalse godsdienst
begonnen.
Palestina als onderdeel van het Romeinse Rijk
De belangrijkste door de Romeinen getolereerde en van hen volkomen afhankelijke koning was
Herodes, bijgenaamd ‘de Grote’, die regeerde van 37 tot 4 voor het begin van onze jaartelling. Hij
was met behulp van de Romeinen aan de macht gekomen en gebleven. Herodes was ‘bondgenoot-
koning en vriend van het Romeinse volk’. Hij moest verantwoording aan Rome afleggen. Zijn
belangrijkste prestatie op het gebied van bouwwerken was de uitbreiding van het tempelcomplex in
Jeruzalem. Het geld voor alle bouwwerken die hij maakte (dat waren er veel!) haalde volgens de
verhalen hij weg bij de inwoners van zijn rijk. Het is de vraag of dit helemaal klopt aangezien hij
genoeg financiële privileges ontving vanuit Rome. Herodes was een politieke realist. Hij was een
hellenistische vorst. Hij maakte Grieks tot de officiële taal. Per testament had Herodes geprobeerd
zijn rijk te verdelen onder drie zoons uit twee huwelijken. Archelaos kreeg Judea, Idumea en Samaria.
Herodes Antipas kreeg Galilea en Perea. Philippus kreeg het gebied ten noordoosten van de Jordaan.
Archelaos maakte zich snel erg gehaat, waarop hij afgezet werd en Pontius Pilatus aantrad als
procurator.
Verschillende stromingen
Het jodendom genoot in het begin de officiële status van een ‘geoorloofde godsdienst’.
Een synoniem voor Farizeeër is huichelaar, omdat de Farizeeër zich niet aan zijn eigen wetten houdt,
en ‘moralist’ omdat hij niet van genade wil leven. Zij werden als belangrijkst onde de joden van die
tijd voorgesteld omdat zij als enige stroming de val van Jeruzalem in 70 overleefden en een rol gingen
spelen in de ontwikkeling van het rabbinisme. De benaming vindt oorsprong in een Aramees woord
dat ‘afgezonderd’ betekent; afgezonderd van wetteloze werken en onreinheid. Zij vormden een apart
soort gemeenschap waarin men na een proeftijd werd opgenomen. Er waren op een gegeven
moment meer dan 6000 Farizeeën. Zij wilden naast de geschreven wetten ook een mondelinge
overlevering erkennen; de wil van God voor de telkens veranderende situaties te interpreteren. De
bedoeling hiervan was het gehele volk tot precieze naleving van de wet te brengen. De wet moest
aan het leven van alledag worden aangepast. Hun zendingsijver was bekend. Zij hadden een grote
invloed op het jodendom in Palestina. Zij geloofden in de opstanding en een oordeel op het einde der
tijden.
,De houding van de Farizeeën werd afgekeurd door Zeloten. Hun oorsprong ligt in Galilea en hun
aanhangers leefden voornamelijk op het platteland. Ze stonden vijandig tegenover rijke stedelingen,
priesterschap en de bezetter. Zij beschouwen het als een eretitel om als Zeloten, ijveraars, te gelden.
Het gaat hen om de zuiverheid van het joodse volk. Geen huwelijken tussen joden en heidenen, wel
strenge handhaving en een beeldenverbod. Geloof sterk op de door God beloofde toekomst gericht.
Martelaarschap werd niet geschuwd. ‘Al lange tijd geleden, dappere kameraden, hebben wij het
besluit genomen om ons noch aan de Romeinen noch aan iemand anders te onderwerpen, maar
alleen aan God, want Hij alleen is de ware en rechtmatige Heer der mensen.’ ~aanvoerder Eleazar~
Nog radicaler binnen het Zelotisme was het Sicarii. Zij droegen een dolk onder hun gewaad.
Bestaande uit onafhankelijk opererende bendes. Aanvoerder was Judas de Galileeër. Waaghalzerij
beschouwden zij als God welgevallig. Joden die zij van enige collaboratie met de bezetter verdachten,
ruimden zij uit de weg (guerilla-tactieken).
Een belangrijke stroming vormden de Sadduceeën (wss afgeleid van priester Zadok ten tijde van
koning David). Zij vormden een aristocratische en conservatieve groep. Voornamelijk
vertegenwoordigd onder priesters. Sadduceeërs in nauw contact met Herodes werden Herodianen
genoemd. Sadduceeërs concentreerden zich op de Torah. Ze wezen de mondelinge overlevering af
die naast de wet van Mozes(Torah) was ontstaan, bijvoorbeeld de opstanding. Zij waren van mening
dat de ziel met het lichaam vergaat. De mens is de oorzaak van zijn eigen geluk én ongeluk.
Epicureeers; De mens is verantwoording schuldig aan God; God beloont en straft in dit leven maar
bemoeit zich verder niet met de gang van zaken op de wereld.
Ten tijde van de opstand van de Maccabeeën in Palestina was er een groep van ongeveer 4000
‘vromen’ ontstaan die niet aan de strijd wilden meedoen, maar zich met een strenge wetsbetrachting
en sterke verwachting van de spoedige komst van Gods koninkrijk in isolement terugtrok om de
bedreigde identiteit van Israël te handhaven: De Essenen. Binnen hen is de sekte van Qumran. Na
een voorbereiding van ongeveer drie jaar kon men zich bij de Essenen voegen. Iedereen was
gelijkwaardig en tot dienstverlening verplicht. Er was een strenge ascese (reine levenswandel). Ze
geloofden in de onsterfelijkheid van de ziel en een goddelijk oordeel. Er lijkt een overeenkomst te
zijn tussen de Qumran en Palestina rond de tijd van Jezus, sommigen zeggen dat hij ertoe behoorde.
Belangrijk in die gemeenschap is de uitverkiezing door God van Israël en hun eigen groep binnen
Israël. Tijdens de joodse opstand is de gemeenschap ten onder gegaan. Zij zagen het met hun
gemeenschap gesloten nieuwe verbond als een herbevestiging van de wet van Mozes. De Messias-
voorstellingen waren niet uniform; in hun geloof speelden min of meer messiaans gekleurde figuren
een belangrijke rol (bijv. Mozes en Aäron). Onduidelijk is wie bedoeld wordt met de Zoon van God
die de heerschappij van God aankondigt.
Het belang van Qumran voor het begrijpen van het NT
Uit bestudering van de documenten van Qumran is gebleken dat sommige hellenistische noties al
voor de opkomst van het christendom in de joodse wereld doorgedrongen of onafhankelijk daarvan
ontstaan en gemeengoed geworden zijn. Qumran geloofden in de uitverkiezing van de zonen des
lichts en de verwerping van de zonen der duisternis.
Pagina 26 – 28 lezen
Johannes de Doper
Bronnen en hun visies
, Geen geschriften door Johannes zelf
Evangelisten: Willen vooral benadrukken dat niet Johannes, maar Jezus de beloofde Gezalfde
is.
Flavius Josephus: net als Evangelisten zegt hij dat Johannes een boeteprediker was die
degenen die boete wilden doen doopte. Volgens de Evangelisten gebeurt dit als teken van
afwassing van zonden, Josephus ziet dit als de reiniging van het lichaam, dat scheidt hij
uitdrukkelijk van de vergeving van zonden. Door de Evangelisten wordt Johannes geschetst
als een voorloper van Jezus, Josephus schetst hem meer als een leraar der deugden, die ten
onrechte door Herodes verdacht werd van revolutionaire bedoelingen.
Zijn leven
Volgens Lucas enkele maanden voor Jezus geboren uit een priesterlijk geslacht
In het 15e jaar van keizer Tiberius in het openbaar getreden
Ca. 30 n.C. onthoofd in de gevangenis op bevel van Herodes Antipas
Kondigde het nabije oordeel van God aan en riep op tot bekering
Onduidelijk of hij dacht dat het oordeel door de Messias zou worden uitgesproken en ook
onduidelijk of hij Jezus als Messias beschouwde
Trad op in de woestijn, droeg een mantel van kamelenhaar, at sprinkhanen en wilde honing.
Was kennelijk een asceet: iemand die heel sober leeft.
Kleding doet denken aan Elia. Elia werd terugverwacht. Het zou kunnen dat Johannes zichzelf
ook zag als Elia redivivus.
Het oordeel over de tijd rond Jezus’ leven
Om de vraag waarom Jezus geboorte niet eerder of later was, te beantwoorden, werd in de
traditionele kerkgeschiedschrijving het jodendom en heidendom van die tijd heel negatief geschetst.
Een historicus mag geen antwoord geven op de vraag waarom God zich juist toen en daar heeft
willen openbaren.
29 – 38 Inhoudelijk begrijpen (Marlies)
Jezus van Nazareth
Jezus als begin van het christendom?
Beoordeling van de bronnen maakt of men de geschiedenis van het christendom bij Jezus of bij Zijn
eerste volgelingen wil laten beginnen.
Jezus heeft zelf niets op papier gezet. Het is moeilijk om op basis van de geschriften van Zijn
volgelingen, een betrouwbaar beeld te schetsen van wie Jezus was en wat Hij wilde. De
evangelisten waren geen volgelingen van Jezus tijdens Zijn leven.
Om die reden wordt aanbevolen om Jezus buiten de geschiedenis van het Christendom te
laten en pas bij de apostelen over Hem te beginnen, dan is er namelijk een enigszins
betrouwbare verzameling van bronnen. Voor kerkhistoricus een voordeel, want hij hoeft dan
geen onderzoek te doen naar de ‘historische Jezus’: één van de moeilijkste problemen op het
terrein van kerkgeschiedenis.
Dat kan ook te makkelijk zijn. Historische reden om de geschiedenis van het Christendom bij
Jezus te laten beginnen is om de joodse oorsprong van het christendom niet te
minimaliseren. De eerste groep volgelingen van Jezus was niet persé een andere godsdienst
dan de rest van het jodendom. Die denkwijze stuit op problemen ( Waarom zagen juist joden
in Jezus de Messias? Waarom stuitten zij op verzet bij de andere joden? etc.).
, Historisch-kritisch onderzoek en geloof
Ook als theoloog is het belangrijk om na te denken over het feit dat Jezus een jood was en over de
oorspronkelijke bedoelingen van Jezus in Zijn aardse leven. De gelovige gaat het erom dat Jezus als
Opgestane méér is, maar geen andere dan de aardse Jezus. Wie gelooft in Jezus als de Opgestane en
door God gezonden, gelooft dat Jezus in Zijn leven namens God sprak en handelde en daarmee God
onder de mensen tegenwoordig maakte. Een gelovige hoeft geen bezwaar te hebben tegen
historisch onderzoek: een gelovige kan de ‘historische Jezus’ zien als de aardse Jezus en de in de
Evangeliën gepresenteerde Jezus, als de Opgestane.
Jezus was een jood
Jezus was een jood en wilde ook niet anders, Hij was niet de stichter van het Christendom, de
‘christelijke godsdienst’ lag zelfs buiten Zijn blikveld. Waarom verzetten sommige joden zich dan
tegen Hem?
Vragen hierbij:
Was Jezus binnen Zijn joodse omgeving een bijzonder iemand/ wilde Hij dat zijn?
Wat hield het in dat sommige joden aan iemand die jood was en wilde zijn, een betekenis
gaven die andere joden verwierpen?
In hoeverre begaven Jezus’ volgelingen zich buiten het jodendom door hun visie op Jezus?
Wilden Jezus’ eerste volgelingen wel een nieuwe godsdienst stichten?
De pogingen tot reconstructie van de ‘historische Jezus’
Hoe wordt op grond van de bronnen een beeld gebouwd dat dichtbij de werkelijke Jezus komt?
Albert Schweitzer heeft een grote studie gedaan naar het verloop van het onderzoek naar de
historische Jezus sinds de tijd van de Verlichting. Zijn bezwaar op de studies was dat men
geen aandacht schonk aan Jezus gerichtheid op het spoedig aanbrekende Koninkrijk van God
zoals Jezus dat verwachtte. Dit was namelijk bepalend voor het doen en laten van Jezus. Veel
nieuw-testamentici delen de visie dat Jezus’ geloof sterk gericht was op dat spoedig
verwachte Koninkrijk van God en dat Hij aan Zijn eigen leven daarbij een belangrijke rol
toekende.
Na Schweitzer weinig onderzoek gedaan naar de ‘historische Jezus’. Enerzijds omdat
onderzoekers van mening waren dat de bronnen geen reconstructie van Jezus’ leven en leer
toelieten. Anderzijds omdat onderzoekers van mening waren dat het ongewenst is om
christelijke theologie op een historische reconstructie van Jezus te baseren, omdat alleen van
belang is dat God in de verkondiging omtrent Jezus als de Christus tot mensen wil spreken.
Vanuit historisch oogpunt was deze visie niet bevredigend.
In de twintigste eeuw is weer opnieuw de vraag naar de ‘historische Jezus’ gesteld en zijn
vooral ook pogingen gedaan om Zijn leer te reconstrueren.
Geen vooronderstelde afwijzing van theologisch mogelijk ongewenst lijkende resultaten
Er zit een wereldbeschouwelijke drijfveer achter het onderzoek naar de ‘historische Jezus’, waardoor
resultaten van onderzoek naar Hem erg twijfelachtig lijken te worden. Er blijft op dit terrein veel
onzeker en er zijn erg veel verschillende beelden.
Criteria bij de beoordeling van de historiciteit van de woorden van Jezus
Is wat afwijkt van het jodendom echt of juist hetgeen daarmee overeenkomt?