Dit is een samenvatting van alle hoorcolleges, werkgroepen en practica uit week 2. Er zijn maar liefst 60 vragen met antwoorden aanwezig om je opgedane kennis te overhoren.
Inleiding
In deze samenvatting komt alle stof van het vak stofwisseling 1 week 2 aan bod. Dit zijn college
aantekeningen, werkgroep aantekeningen en samenvattingen van de practica. Aan het einde van de
samenvatting zullen er oefenvragen te vinden zijn waarmee je je kennis kan testen. Veel succes met
leren en mochten er vragen zijn hoor is het graag!
,Hoorcollege 4
De buis van mond tot kont is zo'n negen meter, de dunne darm neemt het grootste deel 5/6m in
beslag. Er zijn erg veel klieren te vinden in deze buis om enzymen vrij te geven die alle
voedingsstoffen te verteren.
De lever produceert gal voor de verwerking van vetten, in de galblaas wordt gal opgeslagen.
Omdat de intrathoracale druk lager is dan de intraabdomale druk wordt er maagzuur (uit maag) en
speeksel (uit pharynx) de oesophagus ingezogen. Voor speeksel is dit niet zo erg maar maagzuur kan
erg schadelijk zijn aan het weefsel in de oesophagus, in de oesophagus zijn hierom sfincter te vinden.
Dit zijn kringspieren die ervoor zorgen dat maagzuur niet de oesophagus in gaat. De UES is de upper
esophageal sfincter en de LES is de lower esophageal sfincter. De rechter crus van het diafragma is de
externe sfincter. Het diafragma legt een soort spierband om de oesophagus aan, dit zorgt ervoor dat
het oesophagus afgesloten is als je niet slikt.
De meeste organen hebben twee spierlagen, de binnenkant is de circulaire spierlaag, de buitenste is
vaak de lengte spierlaag. Deze anatomische indeling van die spierlagen is kenmerkend voor de
maag/darmbuis.
De maag kan je beschouwen als mengfabriek en de mechanische (bewegen en kneden van voedsel)
en chemische (voedingsstoffen worden afgebroken door stofjes) afbraak van voedsel in chymus
(voedselbrij) vindt hier plaats. De maag is een hele rekbare, beweeglijke zak hij kan zelfs tot aan de
bekken uitrekken na een goede maaltijd. De maag heeft nog een derde spierlaag, deze ligt onder de
circulaire spierlaag. Van de overgang van maag naar darm is een verdikking van de circulaire
spierlaag dit is een pylorus sfincter en is dus ook een kringspier. Dit zorgt ervoor dat chymus
langzaam wordt doorgegeven (3à4 uur) en niet allemaal in 1 keer.
De dunne darm bestaat uit het duodenum (25cm), jejunum (2/5 deel van overige lengte) en de ilium
(3/5) deel van de dunne darm.
De twaalfvingerige darm (duodenum) ontvangt de ductus choledochus en de ductus pancreaticus
samen op een plek. Deze plek heet de papilla duodeni major (papil van vater) dit is dus de
uitmonding van ductus choledochus en ductus pancreaticus. Dit is een klein bobbeltje, ook hier is een
sfincter aanwezig die de afgifte van gal en pancreassappen reguleert deze wordt de sfincter van Oddi
genoemd.
Vanuit de lever stroomt het gal richting de sfincter van Oddi, het zal niet meteen naar de galblaas
stromen omdat het gal daarvoor een ‘hoekje’ om moet. Maar omdat deze sfincter dicht is als het gal
niet benodigd is zal het door de druk toch in de galblaas terecht komen.
Het jejunum heeft duidelijke plooien (plicae circulaires of plooien van kerckring). Geleidelijk aan
worden deze plooien kleiner totdat ze bijna weg zijn aan het einde van het ileum. In het jejunum is
meer absorptie van voedingsstoffen mogelijk door de plicae dan in het ileum.
De dikke darm bestaat uit: appendix vermiforis, cecum, colon ascendens, colon transversum, colon
descendens, colon sigmoïdeum, rectum en canalis analis.
De cecum en colon hebben verschillende eigenschappen: er is een typische specialisatie. De colon
bevat teaniae dit zijn drie banden van lengte structuur, deze zijn net te kort voor de lengte van het
, colon en daarom is de buitenzijde gekenmerkt door de uitstulpingen dit zijn haustra. Appendices
omentales zijn kleine uitstulpingen van de omentales.
De lever is erg groot deze wordt aan de voorwand bevestigd met het ligamentum falciforme. Aan de
bovenkant is de lever erg glad, aan de onder/achterkant is dat niet zo omdat hij tegen veel organen
aan ligt. De lever hilus is de lever poort (porta hepatis), deze bevat de a. hepatica propria en de v.
portae en de ductus hepaticus. De vv. Hepaticae gaat direct via de bovenkant van de lever naar de v.
cava inferior. Er zijn in totaal acht kwabben van de lever. Door de lever hilus gaat bloed de lever in en
via drie v. gaat bloed via de vena cava inferior de lever uit. Alle lever kwabben hebben dezelfde
functies maar worden onderscheiden door verschillende bloedvaten die de aparte kwabben van
bloed voorzien.
De pancreas ligt achter de maag, hij is vrij langgerekt. De kop van de pancreas ligt in de C bocht van
het duodenum.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gnkuniversiteitutrecht. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.