100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Opdrachten Straf(proces)recht I €4,49
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Opdrachten Straf(proces)recht I

 65 keer bekeken  2 keer verkocht

De opdrachten die gemaakt zijn tijdens de werkcollege's van Straf(proces)recht, inclusief de antwoorden en uitwerkingen kennisclips. Voor dit tentamen haalde ik zelf een 8.

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • 28 november 2020
  • 46
  • 2020/2021
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (26)
avatar-seller
vayaxs
Straf(proces)recht I opdrachten
Werkgroep 1
Vraag 1 Bestanddelen en elementen
Wanneer het gaat om de voorwaarden voor strafbaarheid wordt onderscheid gemaakt
tussen enerzijds bestanddelen en anderzijds elementen. Wat is het kenmerkende verschil
tussen bestanddelen en elementen?
a. Bestanddelen betreffen de subjectieve onderdelen van een strafbaar feit, terwijl
elementen zien op de objectieve onderdelen van het strafbare feit;
b. Bestanddelen zijn de algemene voorwaarden voor strafbaarheid die niet worden
genoemd in de delictsomschrijving; elementen zijn de voorwaarden voor strafbaarheid die
wel in de delictsomschrijving zijn opgenomen;
c. Bestanddelen zijn de voorwaarden voor strafbaarheid die bewezen moeten worden;
elementen behoeven niet (afzonderlijk) tenlastegelegd en bewezen te worden;
d. Bestanddelen kunnen niet worden aangetast door strafuitsluitingsgronden, terwijl dat wel
het geval kan zijn bij elementen.

Vraag 2 Decentrale regelgeving
De gemeente Nijmegen overweegt de bepalingen in haar APV omtrent het samenscholen
van groepen aan te scherpen om ongeregeldheden zoals die zich in andere grote steden
voordoen snel van een adequate reactie te kunnen voorzien. De gemeente wil dat onder
meer doen door de strafmaat te verhogen. De bepaling komt er als volgt uit te zien.
1. Het is verboden zich op of aan de openbare weg tezamen met anderen te begeven naar
of al dan niet tezamen met anderen deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te
dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden, dan wel te
vechten.
2. Overtreding van dit verbod wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden
en/of een geldboete van de derde categorie.
3. Een ieder, die op de weg aanwezig is bij enig voorval, waardoor er wanordelijkheden
ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende
gebeurtenis, kan voor verhoor worden overgebracht naar het politiebureau.
Is de gemeente Nijmegen bevoegd deze bepaling in deze vorm in haar Algemene plaatselijke
verordening op te nemen?
a. Ja, de gemeente is voor wat betreft alle leden bevoegd;
b. Nee, de gemeente is slechts bevoegd voor wat betreft het eerste lid;
c. Nee, de gemeente is slechts bevoegd voor wat betreft de eerste twee leden;
d. Nee, de gemeente is daartoe niet bevoegd.
Strafvordelijke regels niet, strafrechtelijke wel. Art. 154 Gemw

Vraag 3 Gezag politie
Door wie wordt het bevoegd gezag over de politie uitgeoefend?
a. Door de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Zaken;
b. Door de officier van justitie en de burgemeester;
c. Door het regionaal college en de korpschef;
d. Door de hoofdofficier van justitie en de korpschef.
Art. 11 + 12 politiewet.

,Vraag 4 Inverzekeringstelling
Peter S. wordt aangehouden op verdenking van een gewapende overval en meegenomen
naar het politiebureau. Daar beslist de officier van justitie tot inverzekeringstelling. Op welke
grond mag de officier van justitie daartoe beslissen?
a. Indien sprake is van verdenking van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis
openstaat;
b. Indien uit bepaalde gedragingen van de verdachte blijkt van ernstig gevaar voor vlucht;
c. Indien dat in het belang is van het onderzoek;
d. Indien uit bepaalde omstandigheden blijkt van een gewichtige reden van
maatschappelijke veiligheid, welke de onverwijlde vrijheidsbeneming vordert.
Art. 57 en 58 Sv.

Vraag 5 Voorlopige hechtenis
Een man koestert de nodige wrok tegen zijn ex-echtgenote, omdat zij naar zijn mening ten
onrechte een bezoekregeling voor de kinderen blokkeert. Als hij haar tegenkomt op straat,
gaat hij meestal door het lint en begint hij te schelden. Voor dit gedrag is hij een half jaar
geleden al onherroepelijk tot een taakstraf veroordeeld, maar hij kan het niet laten.
Wanneer het weer zo ver is, kunnen twee toevallig passerende politieagenten die de aanval
zien gebeuren snel tussenbeide komen, maar een paar blauwe plekken op de arm van de
vrouw kunnen zij niet voorkomen. De man wordt in verzekering gesteld op verdenking van
mishandeling. De officier van justitie overweegt voor de voorlopige bescherming van de
vrouw op basis van dezelfde verdenking bewaring te vorderen. Zeker is dat de man voorlopig
zijn gedrag niet zal aanpassen. Toch aarzelt de officier van justitie. Waarin zou deze aarzeling
zijn gelegen?
a. Onzeker is of zich een geval voordoet, waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten;
b. Onzeker is of zich een grond voordoet voor voorlopige hechtenis;
c. Onzeker is of er ernstige bezwaren tegen de man bestaan;
d. Onzeker is of de man door de voorlopige hechtenis niet voor langere duur van zijn vrijheid
wordt beroofd dan door de in dit geval te verwachten straf.
VH = 90 + 14 dagen = 104 dagen. Wordt dan meer en te zwaar voor mishandeling.
Anticipatiegebod.

Vraag 6 Strafbeschikking
Welke van de onderstaande stellingen met betrekking tot de strafbeschikking is niet juist?
a. Bij de strafbeschikking gaat het om een vorm van berechten, omdat het een beslissing
omtrent strafoplegging inhoudt;
b. Ook indien de vervolging is ingezet in de vorm van strafbeschikking, dan behoudt de
verdachte zijn recht op toegang tot de rechter;
c. Het uitvaardigen van een strafbeschikking is geen verplichting; ook in zaken waarvoor
een strafbeschikking mogelijk is, kan de officier van justitie besluiten om een
dagvaarding uit te brengen;
d. Door de invoering van de strafbeschikking in het Wetboek van Strafvordering is het in
dat wetboek besloten liggende strafmonopolie van de strafrechter verloren gegaan.
Is een buiten gerechtelijke vorm van afdoening.

,Vraag 7 Seponeren
Arend wordt verdacht van diefstal met geweld in vereniging. Anonieme bronnen melden dat
hij samen met twee andere mannen betrokken zou zijn geweest bij een gewapende overval
op de Intratuin in Lent. Uit onderzoek blijkt dat verdachtes telefoon ten tijde van het delict
een zendmast heeft aangestraald in de nabijheid van de plaats van het delict. De officier van
justitie besluit Arend aan te houden en in verzekering te stellen. Na drie dagen wordt door
rechtercommissaris de bewaring bevolen. Als de officier van justitie na veertien dagen
overgaat tot een vordering gevangenhouding, wordt deze door de raadkamer afgewezen bij
gebrek aan voldoende ernstige bezwaren. Nadat enkele maanden onderzoek geen nieuwe
informatie heeft opgeleverd, besluit de officier van justitie de zaak tegen Arend te
seponeren. Hij doet daarvan ook mededeling aan Arend. Een jaar later duikt er opeens
nieuwe informatie op. Er komt een nieuwe verdachte in beeld, die Arend aanwijst als
mededader.
Welke van de onderstaande beweringen is juist?
a. De officier van justitie kon op basis van artikel 167 lid 2 Sv de zaak seponeren;
vanwege nieuwe bezwaren mag de officier hier terugkomen op zijn beslissing om te
seponeren;
b. De officier van justitie kon op basis van artikel 167 lid 2 Sv de zaak seponeren; het is
echter in strijd met het vertrouwensbeginsel om Arend alsnog te dagvaarden;
c. De officier van justitie kon op basis van artikel 242 lid 2 Sv de zaak seponeren;
vanwege nieuwe bezwaren mag de officier hier terugkomen op zijn beslissing om te
seponeren;
d. De officier van justitie kon op basis van artikel 242 lid 2 Sv de zaak seponeren; het is
echter in strijd met het vertrouwensbeginsel om Arend alsnog te dagvaarden.
167 is vervolgen en 242 is verder vervolgen. Ic. Waren ze al aan het vervolgen.

Vraag 8 Vervolgingsbeletselen
Op 13 februari 2012 wordt een postbode in Malden mishandeld. Per toeval wordt in een
opsporingsonderzoek eind 2019 ontdekt dat de dan 24-jarige Daniël de G. de postbode heeft
geslagen. De officier van justitie besluit Daniël op 17 januari 2020 te dagvaarden op
verdenking van eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 1 Sr). De officier van justitie is hooglijk
verbaasd als hij in het vonnis van 14 maart 2020 leest dat hij niet-ontvankelijk is verklaard
door de rechtbank.
Op grond waarvan is de rechtbank tot dit oordeel gekomen?
a. De redelijke termijn waarbinnen berechting mag plaatsvinden is overschreden;
b. Na zo lange tijd mocht Daniël erop vertrouwen niet meer vervolgd te worden;
c. Het recht tot strafvervolging is vervallen wegens verjaring;
d. Een meerderjarige kan niet worden vervolgd voor gedragingen die hij heeft gepleegd toen
hij nog minderjarig was.
Art. 77d + ?

, Vraag 9 Competentie
De officier van justitie heeft in zijn portefeuille een gecompliceerde zaak tegen Thomas R
omdat er allemaal getuigen zijn die verschillend verklaren over zijn aandeel in het delict. Hij
besluit elf maanden gevangenisstraf te eisen ter zake van medeplegen van zware
mishandeling. Bij welke rechter zal hij de zaak aanbrengen?
a. Bij de kantonrechter;
b. Bij de politierechter
c. Bij de meervoudige kamer van de rechtbank.
268 Sv  kamer behalve als andere rechter is. Kantonrechter doet overtredingen. 368/369
politierechter  eenvoudig. Anders MK.

Vraag 10 Bewijs
Anton P. wordt door de filiaaleigenaar van een grote supermarktketen op heterdaad op het
stelen van twee biefstukken. De filiaaleigenaar Waal doet aangifte bij de politie. De politie
verhoort daarop Anton P. die meteen bekent. Daarnaast neemt de politie verklaringen op
van een vakkenvuller. Deze verklaart te hebben gezien dat Anton P. de biefstuk onder zijn jas
deed. De officier besluit Anton P. te vervolgen voor diefstal. Op de zitting voelt de rechter
Anton P. aan de tand over zijn strafrechtelijk verleden. Uit het Uittreksel Justitiële
Documentatie blijkt dat Henri vaker is veroordeeld voor winkeldiefstal. Op basis van welke
bewijsmiddelen kán de rechter tot een bewezenverklaring komen?
a. De aangifte van Van Waal en de verklaring van de vakkenvuller;
b. De aangifte van Van Waal en een uittreksel van het strafblad van Anton P;
c. De bekentenis van de verdachte Anton P. en een uittreksel van zijn strafblad;
d. De bekentenis van de verdachte Anton P.
Strafblad is geen bewijsmiddel, bekentenis is te weinig.

Vraag 11 Beslissingsmodel
Aan Richard K. wordt tenlastegelegd dat hij in strijd met een APV heeft deelgenomen aan
een demonstratie tegen de Coronamaatregelen. Ter zitting stelt dat de advocaat dat de
desbetreffende strafbepaling in de APV in strijd is met de artikelen 10 en 11 EVRM,
respectievelijk de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering en vereniging. Wat
dient de uitspraak van de rechter te zijn indien hij het verweer volgt en zich overigens geen
bijzonderheden voordoen?
a) Vrijspraak omdat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen;
b) Ontslag van alle rechtsvervolging wegens niet kwalificeerbaarheid van het feit;
c) Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie;
d) Ontslag van alle rechtsvervolging wegens overmacht in de zin van noodtoestand.
APV wordt onverbindend verklaard, bestaat dan niet want in strijd met evrm. Kan dan niet
meer gekwalificeerd worden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vayaxs. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd