Toets Ontwikkeling en socialisatie
sociale psychologie -belang
wetenschap sociologie -onderscheid
pedagogiek
Psychologie:
De psychologie is de wetenschap die het gedrag van de mens (individu) bestudeert. Dit houdt niet
enkel in wat mensen doen en hoe ze het doen, maar ook wat mensen voelen, wat mensen denken en
hoe ze tot beslissingen komen.
Psychologen houden zich bijvoorbeeld bezig met de verklaring waarom iemand
agressief, depressief of avontuurlijk is.
Psychologen houden zich bijvoorbeeld bezig met de verklaring waarom iemand
agressief, depressief of avontuurlijk is.
Socialisatie:
Sociologen bestuderen hoe wij met elkaar samenleven in de maatschappij; welke invloed we op elkaar
hebben en hoe de omgeving waarin we wonen ons beïnvloedt. Sociologen maken
duidelijk dat de maatschappij waarin je leeft jou beïnvloedt.
Pedagogiek:
Pedagogiek is een wetenschap, de uitvoerder daarvan is een pedagoog. Pedagogen bestuderen de
opvoeding en de ontwikkelingsfasen van een kind. Daarnaast kijken zij ook naar de relatie van het
kind met zijn omgeving, want dat heeft invloed op de ontwikkeling.
Basisdoelen pedagogiek:
1. Bieden van emotionele veiligheid De opvoedomgeving biedt kinderen een veilige basis, een ‘thuis’
waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Door Riksen-Walraven wordt het
bieden van een gevoel van veiligheid als de meest basale pedagogische doelstelling gezien. Het
bieden van veiligheid is niet alleen van belang omdat het bijdraagt aan het welbevinden van het kind,
maar ook omdat een veilig klimaat voorwaarde is voor het realiseren van de andere pedagogische
doelen.
2. Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van persoonlijke competentie De opvoedomgeving
stelt kinderen in de gelegenheid om hun persoonlijke competentie te ontwikkelen. Het gaat om
persoonlijke eigenschappen als veerkracht, impulscontrole, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit,
motivatie, volharding, creativiteit en cognitieve en taalvaardigheden. Hierdoor zijn kinderen in staat om
allerlei problemen goed aan te pakken en zich goed aan te passen aan (veranderende) situaties.
3. Gelegenheid bieden voor het ontwikkelen van sociale competentie De opvoedomgeving stelt
kinderen in de gelegenheid om hun sociale competentie te ontwikkelen. Het gaat om een scala aan
sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich inleven in een ander, communiceren, samenwerken,
anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van sociale
verantwoordelijkheid.
4. Overdragen van waarden en normen De opvoedomgeving draagt waarden en normen aan
kinderen over, waardoor kinderen zich de cultuur eigen maken van de samenleving waarin zij
opgroeien.