Samenvatting op basis van het boek L.G.M. Stevens & R.C. de Smit, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, laatste druk. Samen gevoegd met de werkgroep uitwerkingen en hoorcollege aantekeningen! Week 1 tm 7 inc. stappen werkgroep beantwoording.
Handig voor het online tentamen...
De ondernemer in de inkomstenbelasting
De inkomstenbelasting rangschikt onder haar kring van belastingplichtigen zowel
ondernemers als particulieren. In dit deel gaat het om ondernemers met een
eenmansonderneming die onder de inkomstenbelasting vallen. Dat kunnen ondernemers met
en zonder personeel zijn (zzp’ers). Zij genieten winst uit onderneming .
De bron winst uit onderneming is niet alleen voor de inkomstenbelasting van belang, maar
ook voor de vennootschapsbelasting . De vennootschapsbelastingwet geeft een algemene
verwijzing naar het winstbegrip van de inkomstenbelasting aangevuld met enkele nadere
voorschriften. De inkomsten- en vennootschapsbelasting gaan dus in beginsel uit van
hetzelfde winstbegrip .
Winst uit onderneming is de eerste in de inkomstenbelasting genoemde bron van inkomen.
Degene die winst uit onderneming geniet wordt aangeduid als ondernemer (art. 3.4 IB). De
ondernemer wordt belast voor de belastbare winst (art. 3.2 IB). Gezamenlijke bedrag van de
winst verminderd met de ondernemersaftrek en MKB-vrijstelling. De totale winst is het
bedrag dat over de gehele duur van de onderneming wordt verkregen (art. 3.8 IB).
De ondernemersaftrek bestaat weer verder uit 5 verschillende ondernemersfaciliteiten (art.
3.74 IB). De ondernemers moeten voor de meeste ondernemingsfaciliteiten voldoen aan het
urencriterium (art. 3.6 IB). De MKB-vrijstelling is een verkapte tariefsverlaging die
samenhangt met de vennootschapsbelasting.
Het fiscale ondernemerschap kent twee kernbegrippen waaraan tegelijkertijd moet zijn
voldaan. Een ondernemer is:
- Hij voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven (feitelijk
ondernemerschap ).
- Hij die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die
onderneming (verbonden ondernemerschap ).
De wet bevat geen definitie van het begrip ‘onderneming’ . De begripsinhoud is in de
jurisprudentie nader uitgewerkt. Als onderneming wordt beschouwd een organisatie van
kapitaal en arbeid die deelneemt aan het economische verkeer (zie hoorcollege).
Scheidslijn ondernemen en beleggen
Het is lang niet altijd gemakkelijk om een strakke lijn te trekken tussen ondernemers- en
beleggersactiviteiten. De belegger valt onder de vermogensrendementsheffing van box 3.
De ondernemer valt onder box 1. In de winstsfeer van box 1 worden daadwerkelijk genoten
winsten en verliezen belast. Het tarief is progressief. In de vermogensrendementsheffing
(box 3) wordt het forfaitair rendement belast. Hierop wordt het proportionele tarief van 30%
toegepast. Verliezen zijn in de winstsfeer wel verrekenbaar, maar in de
vermogensrendementsheffing niet.
,Belanghebbende zullen in het schemergebied van ondernemen en beleggen de gunstigste
positie kiezen. Zij zullen daarbij de voordelen van het ondernemerschap
(ondernemersfaciliteiten) afwegen tegenover het relatief lage effectieve belastingtarief van
box 3. Van een ondernemersactiviteit kan in de beleggingsfeer slechts sprake zijn, indien de
aard van de verrichte arbeid en organisatie uitgaan boven hetgeen in het kader van een actief
beheer van particulier vermogen normaal is . De gewone belegger heeft dus niet de status
van ‘ondernemer’.
Ondernemersautonomie
Uitgangspunt bij de winstbepaling is dat de inspecteur het ondernemingsbeleid niet mag
toetsen. Indien vaststaat dat uitgaven berusten op zakelijke motieven , mag de inspecteur de
aftrek niet weigeren omdat de uitgaven ondoelmatig zouden zijn geweest. Pas wanneer de
ondernemer het zo bont maakt ‘dat geen enkel redelijk denkend ondernemer dergelijke
kosten zou hebben gemaakt’, wordt de aftrek geblokkeerd.
Iets anders is hier het Cessna-arrest. Hier zou een medisch specialist zijn vliegtuig
gebruiken voor reizen, die op zichzelf beschouwd een zakelijk karakter hebben. Het hof is
van oordeel dat de kosten van dit vliegtuig slechts ten laste van de winst konden worden
gebracht tot het bedrag dat belanghebbende zou hebben moeten besteden indien hij op een
andere wijze had gereisd.
Onttrekkingen
Een ondernemer kan voor privédoeleinden geld of goederen aan zijn
ondernemingsvermogen onttrekken. Van onttrekking is sprake als de ondernemer geld of
goederen aan zijn ondernemingsvermogen onttrekt voor persoonlijke redenen. Deze
onttrekkingen mogen uiteraard niet ten laste van de fiscale winst komen. De totale winst is
immers gelijk aan het verschil tussen het eindvermogen en beginvermogen, verhoogd met
de privéontrekkingen en verminderd met privéstortingen.
Vermogensetikettering
Van groot belang is de toerekening aan de zakelijke of persoonlijke sfeer is de beslissing of
bepaalde activa en passiva al dan niet uitmaken van het ondernemingsvermogen. De
bestempeling tot privévermogen dan wel ondernemingsvermogen wordt aangeduid met de
benaming vermogensetikettering. Meestal staat van de verschillende activa en passiva wel
vast of zij naar hun aard het belang van de onderneming dienen. Dan is sprake van verplicht
ondernemingsvermogen . Dienen zij het particuliere belang van de ondernemer dan is sprake
van verplicht privévermogen . Er bestaat tussen deze twee mogelijkheden een tussengebied,
waarin de ondernemer zelf mag kiezen of activa en passiva aan de privésfeer moet worden
toegekend (keuzevermogen ). Sommige bedrijfsmiddelen moeten op grond van de
redelijkheid echter worden gesplitst in een deel verplicht privévermogen en deel verplicht
ondernemingsvermogen. Voorwaarde is dat beide delen min of meer zelfstandig zijn.
De bestempeling tot ondernemingsvermogen of tot privévermogen is in eerste instantie van
belang voor de fiscale verwerking van de waardemutaties van het vermogensbestanddeel. In
de winstsfeer wordt immers de werkelijke opbrengsten en kosten in aanmerking genomen,
terwijl in de privésfeer slechts het forfaitaire rendement van box 3 wordt belast.
, Ondernemersauto en ondernemingswoning
Voor de ondernemersauto en de ondernemingswoning kent de wet forfaitaire bepalingen
voor het privégebruik (art. 3.19 en 3.20 IB):
- Voor de ondernemersauto (de auto die tot het ondernemingsvermogen behoort, maar
ook voor privé wordt gebruikt) geldt dat alle kosten als bedrijfskosten mogen
worden geboekt. Daar staat echter tegenover dat de ondernemer voor het
privégebruik een vergoeding ter grootte van 22% van de cataloguswaarde van de
auto aan de onderneming tot de winst moet rekenen.
- Voor de ondernemingswoning geldt een soortgelijke regeling. Alle kosten van die
woning (rentekosten, afschrijving onderhoudskosten, verzekeringspremies) mogen
als bedrijfskosten worden aangemerkt. Voor het privégebruik moet de ondernemer
een verhoogd huurwaardebedrag van 1,65% van de woningwaarde tot zijn
bedrijfswinst rekenen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnnaLynn1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,99. Je zit daarna nergens aan vast.