Organisatie & Technologie
Rijksuniversiteit Groningen
Organisatie & Technologie; Ruël & Jones
Inhoud:
- Alle tentamenstof: Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9;
- Stof uit hoorcolleges die niet in het boek te vinden is.
,Hoofdstuk 1; Organizations and Organizational Effectiveness
Wat is een organisatie?
Een organisatie is een hulpmiddel dat mensen gebruiken om hun acties te coördineren om zo iets te bereiken
dat ze verlangen of waarderen, dus om hun doelen te bereiken.
We denken vaak alleen over organisaties na wanneer ze ons tegenvallen. Mensen staan nonchalant tegenover
organisaties omdat organisaties ongrijpbaar zijn, het is niet aanraakbaar.
Nieuwe organisaties ontstaan wanneer er nieuwe technologieën/inzichten ontstaan, waardoor mensen nieuwe
of andere behoeften krijgen. Organisatie verdwijnt als behoeftes zijn vervuld. Daarom innovatie.
Ondernemerschap (= entrepreneurship) is het proces waarbij mensen kansen herkennen om in behoeften te
voorzien en vervolgens middelen verzamelen en gebruiken om in die behoeften te voorzien. Dan wordt er dus
een bedrijf opgericht.
De organisatieomgeving (= Organizational environment) is het geheel van krachten en voorwaarden die
buiten de grenzen van een organisatie opereren, maar die invloed hebben op het vermogen om middelen te
verwerven en te gebruiken om waarde te creëren.
Het creëren van waarde gebeurd in 3 fasen: (...→ omgeving →) Input → conversie → output (→ omgeving →...)
Input: Invoer vanuit de omgeving = Ruwe materialen/Geld/Mensen/Machines/Kennis
Conversie: Waarde toevoegen aan de inputs = Machines/Computers/Menselijke vaardigheden
Output: Uitkomsten vrijgeven aan omgeving = Producten/Diensten/Salaris/Dividend/Waarde voor
belanghebbenden.
Omgeving: Klanten/Aandeelhouders/Leveranciers/Overheid/Concurrenten/ (Nieuwe materialen)
Waarom bestaan er organisaties?
De volgende 5 factoren leggen uit waarom er meer waarde gecreëerd wordt wanneer mensen samenwerken.
Na verloop van tijd biedt de stabiliteit die een organisatie creëert een omgeving waarin de organisatie en haar
leden hun vaardigheden en capaciteiten kunnen vergroten.
1. Om specialisatie en arbeidsdeling te vergroten.
Samenwerken zorgt voor meer waarde dan alleen werken. Door het collectieve karakter van organisaties
kunnen individuen zich speciaal richten op een vakgebied, waardoor ze gespecialiseerd kunnen worden.
2. Om grootschalige technologie te gebruiken
Economies of scale: Kostenbesparingen die ontstaan wanneer goederen en diensten in grote hoeveelheden op
geautomatiseerde productielijnen worden geproduceerd.
Economies of scope: Kostenbesparingen die ontstaan wanneer een organisatie in staat is om onderbenutte
resources effectiever te gebruiken, omdat ze kunnen worden gedeeld over verschillende producten of taken.
(Een productielijn (kunnen) gebruiken voor verschillende soorten producten)
3. Om de organisatieomgeving te beheren
De omgeving van een organisatie is de bron van waardevolle inputbronnen en is de markt waarop het output
vrijgeeft. Organisaties moeten toezicht houden en reageren op de (externe) omgeving en proberen deze te
beheren. Organisaties moeten opkomende trends en veranderingen herkennen, zodat ze kunnen reageren op
veranderende klantbehoeften.
4. Om te besparen op transactiekosten
Transactiekosten zijn de kosten die geassocieerd zijn aan onderhandelen, controleren en besturen van
uitwisselingen tussen mensen. Het vermogen van organisaties om de uitwisselingen tussen mensen te
controleren, verlaagt de transactiekosten die aan deze uitwisselingen zijn verbonden.
5. Om macht en controle uit te oefenen
Organisaties kunnen grote druk uitoefenen op individuen om te voldoen aan taak- en productievereisten om de
productie-efficiëntie te verhogen.
Organisatietheorie (Organizational theory) is de studie van hoe organisaties functioneren en hoe ze de omgeving
waarin ze opereren beïnvloeden en worden beïnvloed.
Organisatiestructuur (Organizational structure) is het formele systeem van taak en gezagsverhoudingen dat bepalen
hoe mensen hun acties coördineren en middelen gebruiken om organisatorisch te bereiken doelen.
, Het doel hiervan is: controle uitoefenen op de manier waarop mensen hun acties coördineren om
organisatiedoelen te bereiken en de middelen controleren die worden gebruikt om mensen te
motiveren deze doelen bereiken.
Organisatiecultuur (Organizational culture) is de reeks gedeelde waarden en normen die de interacties van
organisatieleden met elkaar en met leveranciers, klanten en andere mensen buiten de organisatie beheersen.
Mensen in het bedrijf / ethische waarden / rechten / type structuur.
De cultuur heeft controle op het gedrag binnen het bedrijf.
Organisatieontwerp (Organizational design) is het proces waarbij managers aspecten van structuur en cultuur
selecteren en beheren, zodat een organisatie de activiteiten kan beheersen die nodig zijn om haar doelen te
bereiken.
- Organizational structure and culture are the means the organization
uses to achieve its goals;
- Organizational design is about how and why various means are
chosen.
- An organization’s behavior is the result of its design and the principles
behind its operation
Organisatieverandering is het proces waarmee organisaties van hun huidige staat naar een gewenste
toekomstige staat gaan om hun effectiviteit te vergroten.
Het doel: vinden van nieuwe of verbeterde manieren om middelen en capaciteiten te gebruiken om zo
het vermogen van een organisatie om waarde te creëren, en dus ook haar prestaties, te vergroten.
, Waarom het ontwerpen van de structuur en cultuur van een organisatie, en deze veranderen om de
effectiviteit te vergroten, belangrijk is:
- Omgaan met onvoorziene gebeurtenissen (Dealing with contingencies)
Een contingency is een onvoorziene gebeurtenis, hiermee moet rekening gehouden worden. Het doel is om de
structuur zo te ontwerpen dat het veel controle heeft over de omgeving.
- Behalen van concurrentievoordeel (Gaining competitive advantage)
Competitive voordeel is het vermogen van het ene bedrijf om beter te presteren dan het andere, omdat de
managers ervan meer waarde kunnen creëren met de middelen die tot hun beschikking staan.
Dit komt voort uit de kerncompetenties (core competences), dat zijn de vaardigheden en capaciteiten van
managers bij waardecreërende activiteiten.
Hierdoor kan een bedrijf een strategie ontwikkelen om beter te presteren dan concurrenten en betere
producten te produceren, of dezelfde producten te produceren maar tegen lagere kosten.
De strategie is het specifieke patroon van beslissingen en acties die managers nemen om kerncompetenties te
gebruiken om een concurrentievoordeel te behalen en beter te presteren dan concurrenten.
De strategie verandert altijd in reactie op de veranderingen in de omgeving.
Het organisatieontwerp moet ook telkens veranderen om voor te blijven lopen op de concurrent.
- Omgaan met diversiteit (Managing diversity)
Het structuur en controlesysteem moeten optimaal gebruik maken van de talenten van een divers
personeelsbestand en het moet werknemers aanmoedigen om samen te werken. De structuur en cultuur van
een organisatie bepalen hoe effectief managers in staat zijn om werknemers te coördineren en te motiveren.
Hoe beter een organisatie functioneert, hoe meer waarde zij kunnen creëren. Het gaat om efficiëntie, snelheid
en innovatie.
Slecht organisatieontwerp:
Managers verliezen de controle over hun organisatiestructuur en -cultuur. Het kan ook te bureaucratisch
worden. Er is geen mogelijkheid om te veranderen en zich aan te passen.
Als gevolg gaat de organisatie achteruit. Getalenteerde werknemers nemen ontslag. Het krijgen van middelen
wordt moeilijker, waardoor er minder waarde gecreëerd wordt. Als gevolg een crisis.
Een goede ontwikkeling was het aanstellen van Chief Operating Officers (COOs). Zij houden toezicht op de
organisatiestructuur en -cultuur, ze creëren en houden toezicht op teams van ervaren senior managers die
verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van de organisatie en voor het arrangeren van kleine en
organisatiebrede veranderingen in strategie, structuur en cultuur.
De 3 belangrijkste processen om managers te beoordelen op effectiviteit zijn:
- Control : controle hebben over de externe omgeving en het vermogen hebben om middelen en
klanten aan te trekken
- Innovation : Nieuwe vaardigheden en capaciteiten ontwikkelen. Ontwerpen en creëren van nieuwe
organisatiestructuren en -culturen die het vermogen van een bedrijf verbeteren om het functioneren
van het bedrijf te veranderen, aan te passen en te verbeteren.
- Efficiency : Ontwikkelen van moderne productiefaciliteiten mbv nieuwe informatietechnologieën die
de producten van een bedrijf op een tijdige en kosteneffectieve manier kunnen produceren en
distribueren. Ook het introduceren van technieken om de productiviteit te verbeteren.