Hoofdstuk 1: leefstijl
Een goede gezondheid staat bij veel mensen op nummer 1 maar wat wordt er nou precies
onder een goede gezondheid verstaan? Gezondheidswinst wordt bepaald door een positieve
leefstijlverandering. De BRAVO-gedragingen staat hierbij centraal: Bewegen, Roken, Alcohol,
Voeding en Ontspanning.
Bewegen
De beweegrichtlijnen stellen dat bewegen goed is en dat meer bewegen nog beter is. Dat is
gebaseerd op de gezondheidswinst die behaald kan worden door veel te bewegen. Bewegen
geeft een lager risico op hart- en vaatziekte, diabetes, depressieve symptomen en borst- en
darmkanker. Concreet stelt de richtlijn dat volwassenen per week minimaal 150 minuten
matig intensief moet bewegen en minimaal 2 keer per week spier- en botversterkende
activiteiten te doen. Kinderen hebben een beweegnorm van minimaal een uur matig
intensief bewegen en 3 keer een spier- en bot verstevigende oefening doen.
Soorten van bewegen
Onder matig intensieve activiteiten vallen stevig doorwandelen, zwaardere huishoudelijke
klussen en traplopen. Matige intensieve activiteiten zijn te herkennen aan een verhoogde
ademhaling.
Bij spier- en bot verstevigende oefeningen moet je denken aan krachttraining, traplopen of
hardlopen. Ouderen kunnen dit combineren met balansoefeningen.
Overgewicht
Overgewicht hangt samen met het voedingspatroon en het bewegen. De Body Mass Index
(BMI) is een maat voor de verhouding tussen lengte en gewicht. Het BMI wordt gebruikt om
te kijken of iemand overgewicht heeft. Je berekent het BMI door het gewicht te delen door
de lengte in het kwadraat. In de onderstaande tabel staan de verschillende BMI-categorieën.
BMI <18,5 Ondergewicht
BMI 18,5 – 25 Gezond gewicht
BMI 25 – 30 Overgewicht
BMI 30 – 40 Obesitas of ernstig overgewicht
BMI> 40 Morbide obesitas
Roken
Niet roken is natuurlijk het beste voor iedereen. Door roken is er een grotere kans op ziekte
zoals bijvoorbeeld longkanker. Stoppen met roken is lastig maar heeft wel zin. Wanneer
iemand stopt met roken zijn er meteen merkbare effecten, zoals een daling van de
bloeddruk. Na een tijdje is het risico op aandoeningen gedaald. Roken is een belangrijke
leefstijl gerelateerde risicofactor voor een ziekte.
Alcohol
Het advies in het alcohol gebruik is aangescherpt. Voorheen was het voor vrouwen
aanbevolen om minimaal 1 glas alcohol te drinken en voor mannen 2 glazen, nu is het advies
om helemaal geen alcohol te drinken en in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag.
Afhankelijk van naar welke ziekte je kijkt komt er een positief of negatief verband uit. Meer
,dan een glas levert in alle gevallen niet meer gezondheidswinst op en verhoogt juist het
risico op bepaalde aandoeningen.
Voeding
De volgende richtlijnen zijn vastgesteld voor een goede voeding, ze zijn onderverdeeld in 3
categorieën:
1. Verhoog de consumptie van een aantal voedingsmiddelen, zoals groente, fruit en vis.
2. Verlaag de consumptie van een aantal voedingsmiddelen, zoals suikerhoudende
dranken, alcohol en rood vlees.
3. Vervang een aantal voedingsmiddelen door andere, zoals harde margarine door
vloeibare vetten.
Ook is het niet nodig om voedingssupplementen niet nodig.
Ontspanning
Er wordt gesproken van slapeloosheid wanneer iemand minimaal drie keer per week moeite
heeft met inslapen, doorslapen of met te vroeg wakker worden. Bij een gezonde slaap
hygiëne horen onder andere regelmatige tijden van naar bed gaan en opstaan, geen dutjes
overdag doen, vermijden van complexe of inspannende activiteiten ’s avonds, geen koffie en
alcohol in de avonduren en niet te veel beeldschermlicht.
Geluk
Mensen die gelukkig zijn ervaren een gevoel van tevredenheid, plezier, vreugde en liefde. Ze
ervaren vaak meer positieve dan negatieve emoties. Een andere term die wordt gebruikt is
subjectief welbevinden. Geluk wordt deels bepaald door minder veranderbare factoren
zoals genen, persoonlijkheid en leefomstandigheden.
Positieve gezondheid
Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte. Het gaat om een toestand van
welbevinden op lichamelijk, mentaal en sociaal gebied. Deze definitie waarnaar gestreefd
wordt is moeilijk te behalen daarom is er een nieuwe definitie. ‘Gezondheid als het
vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van sociale, fysieke en
emotionele uitdagingen van het leven.’ In het concept positieve gezondheid worden 6
hoofddimensies van gezondheid onderscheiden, waarbij de mens centraal staat:
1. Lichaamsfuncties (welke klachten
of pijn heeft de persoon?)
2. Mentale welbevinden (hoe is de
emotionele toestand?)
3. Zingeving (vraagstukken over
zingeving)
4. Kwaliteit van leven (hoe is de
ervaren gezondheid?)
5. Sociaal-maatschappelijke
participatie (maatschappelijke
betrokkenheid)
6. Dagelijks functioneren
, Hoofdstuk 2: leefstijl veranderen
Bewustwording
Om iets aan het gedrag te kunnen veranderen moet je je eerst bewust zijn van dat gedrag.
Veel mensen denken anders over hun gedrag dan dat het daadwerkelijk is. Veel mensen
weten bijvoorbeeld niet goed hoeveel zij precies bewegen. Wanneer er verkeerd wordt
ingeschat is dit vaak positiever dan de werkelijkheid. Bewustwording van het risicogedrag is
een voorwaarde om gemotiveerd te raken om te gaan veranderen. Wanneer iemand denkt
iets goed te doen overweegt diegene het niet om het te veranderen. Dus wanneer je iets aan
je gedrag wil veranderen moet je je eerst bewust zijn van dat gedrag.
Intrinsieke of extrinsieke motivatie
De intentie van een bepaald gedrag komt voort uit verschillende determinanten. De
zelfdeterminatietheorie (een van de belangrijkste theorieën over motivatie) voegt daar nog
een aantal interessante inzichten aan toe. De theorie zegt dat het veel uitmaakt of die
intentie (motivatie) intrinsiek of extrinsiek is. Bij een intrinsieke motivatie komt de motivatie
vanuit de persoon zelf, de persoon voelt zich dan autonoom. Wanneer de motivatie niet
vanuit de persoon zelf komt wordt het extrinsieke motivatie genoemd. De autonome,
intrinsieke motivatie leidt tot een betere psychologische gezondheid, betere prestaties en
deze worden beter volgehouden op de langere termijn.
Er zijn drie psychologische basisbehoeften die mensen hebben. Wanneer ze handelen vanuit
de intrinsieke autonome motivatie worden deze behoeften vervuld. De drie psychologische
basisbehoeften zijn:
1. Je competent voelen, je voelt je in staat om effectief te zijn
2. Je verbonden voelen, iedereen heeft de behoefte om intieme relaties met andere
aan te gaan
3. Je autonoom voelen, je mag zelf bepalen welke richting je op wilt in je leven
Motivational interviewing
Motivational interviewing is een manier of techniek om met mensen te praten over
veranderen. Het doel is om intrinsieke motivatie; het commitment om te veranderen en te
versterken. Een belangrijk begrip binnen motivational interviewing is ambivalentie.
Wanneer iemand ambivalent is willen ze iets veranderen maar ook weer niet (twijfel).
De kloof tussen intentie en gedrag
Wanneer iemand een positieve intentie heeft betekend dit niet altijd dat iemand zijn gedrag
gaat veranderen. Om van intentie naar gedrag te komen moet iemand starten met het
gedrag, doorgaan met het gedrag en uiteindelijk het doel te bereiken.
The behaviour Change Wheel
Binnen het behaviour change wheel (BCW) is een model genaamd COM-B. De letters staan
voor ‘capability’, ‘opportunity’ en ‘motivation’ wat zich vertaald in kennen/kunnen, de
mogelijkheid en motivatie. Gedrag is een onderdeel van een interactie tussen deze drie
gedragsdeterminanten. Het veranderen van gedrag betekent dus ook het veranderen van
een of meerder van deze gedragsdeterminanten.