___________________________MIDTERM_________________________
Deel 2 College Samenvatting
Medical Neuroscience & Neuroanatomy (2020-2021)
Na de Midterm
College 6: Ysbrand van der Werf (9/10)
Hoofdstukken: 14, 11, 12
Slaap
Functies:
Er is geen enkele reden waarom we slapen. Er zijn veel verschillende redenen. Je kan het een gedrag of staat
noemen.
- Physical restorative: rusten, lichaam recovery van fysieke/mentale uitdagingen.
- Synaptic downscaling: reorganisatie van synapsen. Wat je leert en meemaakt hebt wordt re-
organised.
- Energy saving: minder energie verbruiken voor het lichaam. Deels waar: sommige slaapfases minder
metabolisme, echter REM is wel actief.
- Cognitive function: Consolidatie gebeurt tijdens slaap; verbetert het geheugen. Dingen die je
overdag hebt geleerd worden herhaald. “Sleep dependent consolidation”.
- Emotional function: ’s Nachts worden emoties verwerkt, je bereid je ook voor op emoties. Overdag
hierdoor beter bestand tegen emoties.
- Immune function: Slaap belangrijk voor goede immuunfunctie.
- Brain ‘rinsing’: Giftige stoffen afvoeren (brein heeft geen lymfeklieren maar een eigen systeem).
Betere herinneringen gelinkt aan synapstic downscaling.
Slaap meten: EEG
EOG = oogspieren; oogbewegingen
Wakker: lage amplitude, hoge frequentie (heel veel neuronen vuren). Alpha waves.
Stage 1: Het in slaap vallen, transitie naar slapen toe.
Rollende oogbewegingen (knikkebollen).
Stage 2: Lichte slaap, makkelijk wakker te maken.
K-complex: voorbereiding op hoge frequentie
Sleep spindle:
Stage 3: Slow delta (20-50%)
Hogere amplitudes, lagere frequentie.
Stage 4: Slow delta (>50%), diepe slaap.
Lage frequentie, hoge amplitude (golven); neuronen zijn gesyngroniseerd.
Functie: Voor fysieke functies (immuun, synapsen, physical restoration)
EOG klopt hier niet: EEG is sterker dan EOG electrode. Er zijn in het echt geen grote bewegingen van de
ogen. EOG pikt de delta waves op.
Stage REM: Paridoxical sleep.
Hoge frequentie, lage amplitude. Lijkt op wakker zijn.
EOG: hoge amplitude. Grote oogbewegingen.
,Moeilijk wakker te maken. Brein is wakker.
Motor functies uitgeschakeld. Weinig activiteit van neurotransmitters in bovenste gedeelte breinstam (locus
corulicus).
Ritme:
Wakker --> Light sleep –> deep sleep –> REM sleep --> light sleep
- REM sterker/langer later in de nacht.
- Diepe slaap eerder in de nacht.
REM en nonREM hebben een tijdmechanisme. Hangen van elkaar af.
Subcorticale regio’s
Hoofdrolspelers: Hypothalamus, Thalamus, Breinstam.
Samen coördineren ze of je slaapt en in welke stage. De cortex volgt erna.
Er is geen recommendation voor duratie slaap (6-10u)
> 11u hyposomnia
Babies slapen al in de buik.
Babies: 16u per dag ongeveer, super veel REM slaap.
nonREM piekt rond vroege kindertijd, neemt af erna.
Er blijft altijd REM bestaan. Rond de 20% REM.
Optimale sleepduratie: 6, 6.5 uur. Langer of korter: jonger overlijden.
Regulation of Sleep
ARAS: activatie van brein.
NonREM: GABA, Histamine.
Plaatje REM en non-REM anders: REM lager in breinstam.
We hebben 2 soorten slaap.
3 staten van zijn: wakker, REM, nonREM.
REM heeft descending pathway naar anterior horn; inhibitie van spieren. Zodat je niet beweegt tijdens
dromen.
, Belangrijk hersendeel voor slaap: Retucular system/formation (ARAS)
Output naar de thalamus (vooral intralaminar nuclei) à algemene activatie à verspreiden naar rest van het
brein.
Hypothalamus en breinstam samen bepalen of de thalamus in slaapmodus komt (en de rest van het brein
volgt).
- Rostral reticular formation (bovenkant, midbrain & upper pons): zorgt samen met de diencephalon
nuclei voor het behouden van de alert conscious state in de forebrain. Arousal.
- Caudal reticular formation (pons, medulla): werkt samen met cranial nerve nuclei & spinal cord.
Zorgt voor belangrijke motor, reflex, autonome functies.
Brainstem tegmentum heeft nuclei voor neurotransmitters: acetylcholine, dopamine, norepinephrine,
serotonine.
In de reticular formation: cranial nerves nuclei: superior + inferior salivatory nuclei, nucleus ambiguous. Deze
liggen erg ‘begraven’.
Periaqueductal gray (midbrain) = pijnmodulatie.
Area postrema (chemotactic trigger) = zorgt voor misselijkheid.
De naam “reticular formation” wordt minder gebruikt tegenwoordig; nu specifieker praten over de nuclei in
de tegmentum.