International Migration (Articles + Lectures)
HC1:
Drie migratieverhalen: Marokkaanse gastarbeider, Poolse arbeidsimmigrant en Iraanse vluchteling.
- Mensen migreren om verschillende redenen
- Sommige migreren vrijwillig, anderen worden gedwongen
- Sommige vinden legale wegen om te migreren, anderen zijn ongedocumenteerd
- Sommige migreren tijdelijk, anderen vestigen zich permanent
Dit onderscheid is vaak niet duidelijk
Internationale Migratie = veranderen van verblijf over internationale grenzen
(Verschillende landen hebben hiervoor verschillende tijdsperiodes. In de VS ben je na 12 maanden
een migrant, in Nederland na 4)
Migranten = mensen die in een ander land leven dan waar ze zijn geboren (foreign born).
(Nederland hanteert andere definities: Migratie achtergrond = eerste en tweede generatie
migranten)
Migratie en migranten categorieën:
- Reguliere migranten (met verblijfsvergunning)
- Asielmigratie (vluchtelingen en statushouders)
- EU-burgers (vrijheid van reizen en vestiging)
- Nederlandse burgers (incl. genaturaliseerde immigranten)
- Ongedocumenteerde migranten zonder geldige verblijfsvergunning
Vluchtelingen en asielzoekers
- Geneve conventie (1951): vluchteling is “.. someone who is unable or unwilling to return to
their country of origin owing to a well-founded fear of being persecuted for reasons of race,
religion, nationality, membership of a particular social group, or political opinion” (=
individual assessment)
- Reden voor asiel NL: “..'gegronde vrees' voor vervolging in het thuisland op grond van ras,
godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde etnische of
sociale groep, en die in het eigen land geen bescherming krijgt.
- Non-refoulement: verboden iemand terug te sturen naar een land waar h/zij vervolging
vreest vanwege ras, godsdienst of politieke overtuiging, of tot een bepaalde sociale groep
behoort of een bepaalde nationaliteit heeft.
Belangrijkste uitkomsten
- Ja, internationale migratie neemt toe, net als totale wereldbevolking
- Migranten als % van wereldbevolking relatief laag (3.4%)
- Oorzaken van migratie: chronische armoede, grote internationale crises (Syrië, Myanmar,
Venezuela, diverse landen in Afrika), kwetsbare staten bieden geen bescherming
- Veel migranten blijven “in de regio”
- Dit geldt zowel voor economische migranten als voor vluchtelingen
Migratiestromen in de geschiedenis:
- Koloniale tijd (17de-18de eeuw)
- Gedwongen migratie: slavenhandel (17de- 19de eeuw)
- Naoorlogse migratie van, in en naar Europa
- Migratie in de tijd van mondialisering (na 1980)
1
,Nieuwe migratiestromen door mondialisering:
- Mondialisering van migratie: meer en meer landen geraakt door internationale migratie
- Veranderde migratie richtingen: minder migranten uit Europa, meer van en in Latijns-
Amerika en Azië
- Nieuwe migratiebestemmingen: Niet alleen “global North” (EU & VS) maar golfstaten en
Oost- en Zuidoost-Azië (Japan, Zuid Korea, Singapore, Maleisië)
- Migratie transitie: traditionele herkomstlanden (Zuid-Europa, later Rusland, Turkije, Mexico)
worden bestemmingslanden
- Feminisering van migratie: vrouwen vaker meerderheid in recente migratiestromen
(vluchtelingen, familie- maar ook arbeidsmigranten)
- Groeiende politisering van migratie: Brexit, Trump, Wilders
HC2:
Centrale vraag: Waarom migreren mensen?
Migratietheorie in drievoud: micro-, macro- en mesoniveau.
- Microniveau (Individueel): verwachtingen van migranten, migratie aspiratie,
migratiebeslissingen individuen en huishoudens.
- Macroniveau (structureel): politieke economie van wereldmarkt, arbeidsmarkterm
maatschappelijke kansenstructuren, etc.…
- The Crucial Meso Level (Thomas Faist): sociale netwerken, migrantengemeenschappen,
instituties en “business” actoren die belang hebben bij migratie (werkgevers, “migratie-
industrie”, incl. mensensmokkelaars)
Algemeen perspectief:
- Functionalisme (zowel micro als macroniveau): ziet migratie als positief verschijnsel, leidt tot
nieuwe evenwichten.
- Historisch-structurele benadering (macro): ziet migratie als uitbuiting van arme landen door
rijke landen, leidt tot meer ongelijkheid (neomarxisme).
Wat verklaren ze?
- Micro en macrobenaderingen verklaren opkomst en groei van migratie
- Mesobenaderingen verklaren vooral voortbestaan van migratie (en later ook afnemende
migratie)
Micro benaderingen:
Centrale vraag: waarom kiezen mensen ervoor om naar een ander land te verhuizen?
Twee theorieën:
1. Neo-klassieke economische theorie: migratie als investering in menselijk kapitaal (net als
onderwijs): hogere inkomsten in de toekomst.
- Rational choice: mensen migreren als (verwachte) opbrengsten hoger zijn als de kosten van
migratie
- “individuals compare earnings in various countries and choose to reside in the country with
the largest earning, net of migration costs” (Borjas)
- “Welfare state magnet”-hypotheses: migranten kiezen voor landen met de hoogste
uitkeringen (Borjas)
2
,Factoren van invloed op migratie beslissingen:
- Loonverschillen tussen herkomst- en bestemmingslanden
- Kosten van migratie en eerste opvang en vestiging
- Beschikbare hulpbronnen van potentiële migranten
- Migratiebeleid: restrictief beleid leidt tot belemmeringen en dus hogere kosten voor
migranten
Voor- en nadelen van neoklassieke benadering:
- Realistische visie op migratiemotieven: meeste migranten willen er economisch op
vooruitgaan (of op zijn minst overleven)
- Aandacht voor de kosten van migratie. Dit verklaart waarom zoveel mensen niet migreren
(ondanks grote verschillen in welvaart in de wereld)
- Centrale assumptie: mensen zijn rationele wezens (‘income maximizers’). Er spelen ook
emotionele redenen (liefde, familie)
- Veronderstelt volledige en correcte informatie, bijv. over loonverschillen tussen landen
- Veronderstelt dat arme huishoudens toegang tot markten hebben (bijv. geld lenen voor
migratie)
2. New economivs of labour migration (NELM)
- Niet individuen maar kwetsbare huishoudens (risico op ziekte, werkloosheid, - misoogsten)
nemen beslissing om te migreren
- Familiehuishoudens sturen één lid naar buitenland om extra inkomen te verwerven
- Niet individuele winst cruciaal, maar economische zekerheid en geld om naar huis te sturen
(“remittances”)
- Migranten kiezen niet voor landen met hoogste lonen maar met minste werkloosheid:
risicomijding boven streven naar maximale winst
Macrobenaderingen:
Centrale vraag: waarom migreren mensen naar dat ene land en niet naar een ander land?
Twee theorieën:
1. Push and pull factoren (ravenstein)
3
, 2. Afhankelijkheids-/ world systems theorie (Wallerstein)
- Centraal argument : Tegenstelling tussen kapitalistische kernlanden en onderontwikkelde
regio’s in periferie: uitbuiting
- Kapitalisme “penetreert” in traditionele landbouw in perifere regio’s en vernietigt
traditionele bestaansmogelijkheden op platteland. Mensen gedwongen om naar steden en
het buitenland te verhuizen
- Migratie = uitbuiting van arme landen
- Arme landen leveren goedkope arbeid, maar ook geschoolde werkenden opgeleid op kosten
van arme landen : “brain drain”
Voor- en nadelen van de afhankelijkheidstheorie:
- Ander perspectief op migratie: geen bedreiging voor “global north”, rijke landen profiteren
van internationale migratie
Maar:
- Geen rol voor “agency”: migranten als slachtoffers. Maar mensen kiezen zelf om te migreren
om er beter van te worden
- Assumptie dat kapitalisme “penetreert” in stabiele agrarische regio’s bevestigt “myth of the
immobile peasant”: geïdealiseerd verleden!
- Deterministische verklaring: migratie omdat het in het belang van “het kapitaal” is”
Aspiraties-mogelijkheden model:
- Meer welvaart leidt niet direct tot meer migratie (onvoldoende hulpbronnen)
- Wel stijgende aspiraties, maar weinig mogelijkheid (“involuntary immobility”)
- Geen hulpbronnen maar ook geen aspiraties (“Acquiscent* immobility”)
- Gedwongen vertrek zonder aspiraties (”forced migration”)
The crucial Meso-level (Faist)
Het mesoniveau gaat over:
- Collectieven, sociale netwerken en instituties...
- Leveren sociale steun en informatie, maar ook nieuwe ideeën en inspirerende ‘verhalen’...
- Verdere migratie stimuleren en mogelijk maken
Drie theorieën:
- Sociale netwerktheorie
- Cumulative causation
- Ondermijning van migratie door sociale netwerken
4