GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
1. STRESS EN EMOTIE: HOOFDSTUK 1 EN 3 + TWEE ARTIKELEN
HOOFDSTUK 1 INTRODUCTIE
WAT IS GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE?
Gezondheid: Een toestand waarin men fysiek, mentaal en sociaal volledig in orde is; niet slechts de afwezigheid
van een ziekte of zwakte (infirmity); World Health Organization.
Gezondheidspsychologie: Een verzameling van educatieve, wetenschappelijke en professionele bijdragen in de
psychologie die ingaat op (1) de bevordering en het behoud van gezondheid en het voorkomen en het
behandelen van ziekte, (2) het achterhalen van etiologische en diagnostische factoren die een invloed hebben
op gezondheid, zieke en ander dysfunctioneren en (3) de verbetering van het zorgstelsel en het
gezondheidsbeleid.
De processen proberen te begrijpen die percepties, overtuigingen en gedrag in verband brengen met
biologische processen, die op hun beurt weer leiden tot fysieke gezondheidsklachten; inclusief de sociale
processen die percepties, overtuigingen en gedrag vormen en processen die leiden tot gezondheidsgedrag.
Het vormen van een evidence base waarop interventies kunnen worden gebaseerd.
Psychologische processen hebben directe en indirecte effecten op gezondheid en ziekte. De indirecte effecten
zijn (vaak) gedragspaden en directe effecten zijn psychofysiologische paden (stress en angst). Emoties en
gezondheidsgedrag hebben belangrijke, meetbare effecten op ziekte- en sterftecijfers. Interventies hebben
aangetoond veel kosten te kunnen besparen.
HET ONTSTAAN VAN GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE
Hippocrates was de eerste die processen onderzocht die ziektes veroorzaken. Hij bracht gezondheid in verband
met gedrag en benadrukte het belang van de relatie tussen patiënt en arts.
Diogenes liet een muur bouwen vol boodschappen over gezondheid, wat gezien kan worden als de eerste
volksgezondheidscampagne.
Gezondheidspsychologie heeft grondslagen in het onderzoek naar biologische processen (o.a. geneeskunde),
cognitieve en sociale psychologie en het behaviorisme. Wundt kwam met het idee dat men cognitieve kaarten
(maps) vormt, wat het begin was van onderzoek naar het begrijpen van mentale representaties van de
werkelijkheid, en hoe dit bijdraagt gedrag te verklaren. Het ontwikkelen van modellen van hoe mensen hun
wereld waarnemen en begrijpen, en de rol van sociale invloeden hierbij, is essentieel in de
gezondheidspsychologie. Tegenwoordig wordt steeds vaker de link gelegd tussen gezondheidspsychologie en
neuropsychologie.
Biopsychosociaal model van gezondheid en ziekte: Gezondheid of ziekte is het resultaat van een interactie
tussen biologische karakteristieken en processen (genen en fysiologische mechanismen), psychologische
processen (percepties, overtuigingen en gedrag) en sociale processen en de context (sociale structuur,
culturele invloeden en interpersoonlijke relaties).
Het vak gezondheidspsychologie werd officieel in het leven geroepen door de APA.
, HOOFDSTUK 3 STRESSTHEORIEËN EN –ONDERZOEK
WAT IS STRESS?
Ondermijnende belasting (allostatic load): De langetermijngevolgen van stress op de gezondheid.
Stress heeft een invloed op de gezondheid via biologische processen en indirect door gezondheidsgedrag.
In WO I werd als eerst gesproken over “shellstock”, die werd erkend als manifestatie van een posttraumatische
stressstoornis.
Stress is middels drie benaderingen onderzocht:
Op basis van stimuli/technische benadering; stress is wat een omgeving vraagt veel van een individu,
wat een spanningsreactie (strain) tot gevolg heeft; hoe groter de spanning, hoe groter de reactie;
individuen functioneren onbewust en automatisch.
Maar; monotoon werk is ook stressvol en deze benadering heeft geen aandacht voor
psychologische processen.
Op basis van reacties/medisch-fysiologische benadering; stress is een fysiologische reactie op
bepaalde gebeurtenissen in de omgeving van een persoon.
Ook geen aandacht voor psychologische processen.
Psychologische ‘interacterende schatting’ (‘interactional-appraisal’)/transactionele benadering;
benadrukt het belang van tussenliggende psychologische processen die een rol spelen bij stress;
Transactionele Stresstheorie van Lazarus. Stress is een bepaalde relatie tussen een persoon en zijn
omgeving die door de persoon wordt erkend als belastend en een inbreuk op zijn bronnen en welzijn;
omgeving+reactie=uitkomst (fysiologisch/psychologisch).
Stress moet gezien worden als een paraplubegrip bestaande uit vele verschillende variabelen en processen;
objectieve/subjectieve antecententen (of stressoren) en fysioloische, psychologische en gedragsmatige
uitkomsten (strains). Het antwoord op de vraag; ‘Is een beetje stress goed voor je?’, kan op verschillende
manieren worden beantwoord, afhankelijk van de definitie van stress die je toepast.
VROEGE BENADERINGEN
Cannon (vecht-vlucht-reactie) en Selye (general adaptation syndrome; GAS) hebben stress op de kaart gezet.
General adaptation model: De stressreactie is altijd hetzelfde, ondanks de stressor, en bestaat uit drie stadia;
(1) alarm, de directe reactie, waarbij stresshormonen het lichaam voorbereiden om te vechten of vluchten, (2)
resistentie, waarbij men zich “aanpast” langdurige stress, alhoewel het niveau stresshormonen (en daarmee
kans op ziekte) hoog blijft en (3) uitputting, waarbij alle bronnen verbruikt zijn, wat leidt tot ziekte of de dood.
Hoe langer stressoren aanhouden, hoe groter de kans op gezondheidsproblemen (adaptatieziekten) en het
verminderd functioneren van basissystemen van het lichaam.
Maar; niet iedere stressreactie is exact hetzelfde.
HUIDIGE BENADERINGEN
Langetermijngevolgen van stress (allostatic load) zijn terug te zien in het lichaam op cardiovasculair,
metabolisch, neural, gedragsmatig en cellulair niveau.
Allostasis: Hoe homeostase systemen, het autonome zenuwstelsel, het cardiovasculaire, metabolische en
immuunsysteem het lichaam beschermen door zich aan te passen aan interne en externe stress. Als deze
systemen langdurig en herhaald actief zijn, kan een stressrespons niet meer worden ‘stopgezet’ als de stressor
weg is; allostatic load wordt ervaren. Langdurige allostatic load leidt tot ziekte, omdat dit grote druk uitoefent
op deze systemen, waardoor ze minder effectief gaan werken. Vier situaties van allostatic load worden
onderscheiden op basis van hoe men de stressor ervaart en hoe men ermee omgaat:
Frequente ervaringen met meerdere stressoren.
Gebrek aan adaptatie aan één stressor die vaak voorkomt.
Langdurige reactie; ‘stop-signaal’ werkt niet.
Verkeerde reactie; teveel stresshormoon en andere stoffen worden afgegeven.