100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Beleggen en financiële markten €4,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Beleggen en financiële markten

1 beoordeling
 131 keer bekeken  18 keer verkocht

Het gaat om de 6e druk van het boek.

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • Nee
  • H1, 2, 3, 4, 6 t/m 6.2 en 7 t/m 7.2
  • 7 december 2020
  • 18
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: linseyvanderslikke00 • 1 jaar geleden

avatar-seller
marijehamming
Hoofdstuk 1
Vermogensmarkt: de markt waarop financiële titels worden verhandeld.

Overschotten komen op plaatsen van tekorten aan financiële middelen bestaan.
Economie wordt ingedeeld in drie sectoren: bedrijven, gezinnen en overheid.

Twee type geldstormen
- Bestedingen
- Inkomensoverdrachten (tegenover deze betalingen staan geen levering van goederen).
Voorbeeld  subsidies en belastingen.

Financieringssaldo: het verschil tussen ontvangsten en uitgaven. Totaal van financieringssaldo is altijd
0.

Formule: financieringssaldo gezinnen + saldo bedrijven + saldo overheid + saldo buitenland = 0

Directe financiering: rechtsstreek financiële middelen van een sector met een overschot vloeien naar
een sector met een tekort. Voorbeeld  gezinnen kopen aandelen van bedrijven.

Indirecte financiering: overschotten komen met een omweg bij de tekorten. Voorbeeld  gezinnen
zetten hun overschotten als spaargeld op de bank en banken kunnen hier obligaties van kopen.

Financiële titels (vermogenstitels): geven recht op toekomstig geld. Voorbeeld spaartegoeden,
deposito’s, aandelen en obligaties.

Effecten: verhandelbare waardepapieren, aandelen en obligaties.

Boekvorderingen: niet makkelijk te verhandelen, spaartegoed of deposito bij een bank.

Nominale titel: geeft recht op een in geld vaststaand bedrag  obligatie.

Zakelijke titel: geeft recht op een zakelijk actief, zodat de waarde van een dergelijke titel bepaald
wordt door de waarde van dat actief  aandeel van Philips.




Derivaten: afgeleide financiële titels, gebaseerd op een andere titel. Bijvoorbeeld een optie op een
aandeel. Belangrijke functie: overdragen van risico’s.

Oorspronkelijke financiële titels: speelt centrale rol in de overdracht van financiële middelen tussen
sectoren met een overschot en sectoren met een tekort.

,Verschillende financiële markten
- Geldmarkt (looptijd tot een jaar).
- Kapitaalmarkt (looptijd vanaf een jaar).

- Openbare markt (toegankelijk, bijvoorbeeld een beurs, vooral handel in effecten).
- Onderhandse markt (bijvoorbeeld woninghypotheken, vooral handel in boekvorderingen).

- Primaire markt (voor nieuw uitgegeven financiële titels).
- Secundaire markt (verhandelen van bestaande financiële titels).

Beleggen: omzetten van geld in financiële titels met als doel behalen van rendement.

Direct rendement: gevormd door de ontvangen opbrengsten als percentage van het belegde bedrag
 dividenduitkeringen, rentebetalingen en netto huuropbrengsten.

Indirect rendement: waardeverandering van het vermogensobject als percentage van het belegde
bedrag  verandering in de beurskoers.

Rente: is de prijs die op de vermogensmarkt wordt betaald.

Geldmarktrente: ‘benchmark’, de driemaands euribor, de rente die banken aan elkaar in rekening
brengen voor driemaands deposito’s.

Kapitaalmarktrente: twee benchmarks. Eerste: het effectieve rendement op staatleningen, meeste
met resterende looptijd van tien jaar. Tweede: swaprente, het vaste tarief op renteswaps. De hoogte
hiervan wordt bepaald door de vraag- en aanbodverhoudingen.

Contractuele besparingen: verlopen via premiebetalingen aan levensverzekeraars en
pensioenfondsen.

Vrije besparingen: de overige, zoals besparingen via de bank.

Nominale rente: de rente uitgedrukt in geld.

Reële rente: rente die men ontvangt na correctie voor de waardedaling van het vermogen.
Nominale rente – inflatie = reële rente

Fisher-relatie: beleggers eisen als vergoeding een bepaalde reële rente, vermeerderd met de
verwachte inflatie.
Geëiste nominale rente = geëiste reële rente + verwachte inflatie.

Factoren die van invloed zijn op de inflatie:
- Kostenstijgingen
- Toename van de bestedingen
- Geldgroei

Pariteit buitenlandse beleggingen
Pariteit = gelijkheid, de pariteit wordt met de volgende formule uitgedrukt.
Rentevoet binnenland % + verwachte appreciatie binnenlandse valuta % = rentevoet buitenland %

Ongedekte interestpariteit: het wisselkoersrisico op de belegging in de andere valuta wordt niet
afgedekt.

, Carry trade: geld lenen in de laagrentende valuta en uit zetten in een hoogrentende valuta. Dit levert
extra rendement op als de laagrentende valuta waarin wordt geleend niet apprecieert.

Monetair beleid: houdt zich bezig met de geldhoeveelheid, de rente en de wisselkoers. Hierin
onderscheiden we twee hoofdvormen. De ECB regelt dit.
- Geldhoeveelheidsbeleid  richt zich op het beheersen van de geldhoeveelheid. Hoofddoel is
inflatiebestrijding.
- Wisselkoersbeleid  werkt via vraag en aanbod op de valutamarkt. Zwakke nationale munt =
geldmarktrente verhogen. Sterkte nationale munt = geldmarktrente verlagen.

Expansief monetair beleid: via een
relatief lage rente neemt de
geldhoeveelheid toe.
Restrictief monetair beleid: een
relatief hoge rente beperkt de groei
van de geldhoeveelheid.
Monetair beleid werkt via de
geldmarkt. Verloopt via een
deelmarkt van de geldmarkt: de
geldmarkt in enge zin. Omvat
transacties tussen de centrale bank
en haar rekeninghouders.
Open-markttransacties: de centrale
bank doet zelf aan of verkopen op
de geldmarkt, de belangrijkste zijn
de wekelijkse
herfinancieringstransacties.

Wanneer de kaspositie van de commerciële banken bij de centrale bank verbetert, spreekt met over
verruiming van de geldmarkt. Gebeurd het tegenovergestelde  verkrapping van de geldmarkt.

Permanente faciliteiten: initiatief gaat uit van de commerciële banken. Twee permanente faciliteiten:
- Marginale beleningsfaciliteit (mogelijkheid om onbeperkt liquide middelen op te nemen).
- Depositofaciliteit (banken kunnen tijdelijke overschotten bij het eurosysteem uitzetten).
Looptijd van beide is een dag.

Reserveverplichtingen: iedere bank is verplicht een bepaald bedrag bij de CB aan te houden
waarover zij niet kan beschikken. De CB zorgt er zo voor dat de banken een tekort aan liquide
middelen hebben, hierdoor worden ze gedwongen en beroep te doen op de CB. Waardoor de CB de
geldmarkt kan beïnvloeden.

Officiële rentetarieven:
- Herfinancieringsrente (refirente), tarief dat wordt gehanteerd voor herfinanciering.
- Marginale beleningsrente, hoogste tarief.
- Depositorente, laagste tarief.

Interbancair deposito: deposito dat de ene bank aanhoudt bij de andere, of ze kan een daggeldlening
(lening tot de volgende dag) opnemen bij een andere bank. Rente hierop is de Euribor. Dit tarief ligt
iets hoger dan de refirente van de ECB.

Quantitative Easing: er wordt via de banken geld geschapen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marijehamming. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77254 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,39  18x  verkocht
  • (1)
  Kopen