ARTIKELEN EN LOSSE
BESTANDEN
American psychiatric Assosiation – Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen
(DSM-5).
De Bruijn, J. Buntinx, W. & Twint, B. – Verstandelijke beperking. Definitie en context.
Meer, van der, J. Ondersteunen van mensen met een verstandelijke beperking.
Nederlands Jeugd Instituut. Chronisch trauma bij kinderen en jeugdigen.
Trimbos Intituut. Factsheet: KOPP/ KOV.
Twint, B. & Veenstra, A. Begeleiden met inzicht. Over kunnen en aankunnen bij mensen met een
verstandelijke beperking.
Frans, E. Seksueel gedrag van kinderen bespreekbaar stellen.
Caers, B. Over de grens: seksueel opvoeden met het vlaggensysteem.
,Handboek voor de classificatie van psychische
stoornissen (DSM-5)
American Psychiatric Association (2014)
Verstandelijke beperking (verstandelijke-ontwikkelingsstoornis)
Een verstandelijke beperking begint gedurende de ontwikkelingsperiode, met beperkingen in
zowel het verstandelijke als het adaptieve functioneren, in conceptuele, sociale en praktische
domeinen. Er moet worden voldaan aan de volgende drie criteria:
1. Er is een tekort in de intellectuele functies, zoals redeneren, problemen oplossen,
plannen, abstract denken, oordelen, schools leren en leren door ervaringen.
2. Er is een tekort in het adaptieve functioneren die ertoe leiden dat de betrokkene niet
kan voldoen aan de ontwikkelings- en sociaal-culturele standaarden van persoonlijke
onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid.
3. Er is een tekort in de verstandelijke functies en het aanpassingsvermogen beginnen
gedurende de ontwikkelingsperiode.
Er wordt een onderscheid gemaakt in:
Licht;
Matig;
Ernstig;
Zeer ernstig.
De verschillende niveaus van ernst worden gedefinieerd volgens het adaptieve functioneren
en niet volgens de IQ-scoren, omdat de mate van adaptief functioneren bepaalt hoeveel
ondersteuning er nodig is.
Mate van ernst: licht
Conceptuele domein
Bij kinderen in de voorschoolse leeftijd is er mogelijk geen sprake van duidelijke conceptuele
verschillen. Bij schoolgaande kinderen en volwassenen is er sprake van problemen met
lezen, schrijven, rekenen, klokkijken of geldbeheer, waarbij ze steun nodig hebben op een of
meer gebieden om aan de leeftijd gerelateerde verwachtingen te kunnen voldoen.
Bij volwassenen is er een beperking in het abstracte denken, de executieve functies en het
kortetermijngeheugen.
Sociale domein
Vergeleken met leeftijdgenoten gedraagt de betrokkene zich onvolwassen in sociale
interacties. Er kan sprake zijn van problemen met het reguleren van de emoties en het
gedrag op een voor de leeftijd passende wijze; deze problemen worden door leeftijdsgenoten
in sociale situaties opgemerkt. Het inzicht in risico’s in sociale situaties is beperkt; het sociale
oordeelsvermogen is niet volgroeid voor de leeftijd en de betrokkene loopt het risico door
anderen gemanipuleerd te worden.
Praktisch domein
De betrokkene functioneert mogelijk op een bij de leeftijd passende wijze wat betreft de
persoonlijke verzorging. Vergeleken met leeftijdsgenoten heeft hij meer ondersteuning nodig
bij complexe dagelijkse taken. Vrijetijdsbesteding komt overeen met die van leeftijdsgenoten,
hoewel er steun nodig is bij het beoordelen van het eigen welzijn en het organiseren van de
vrijetijdsactiviteiten. Op volwassen leeftijd werken mensen met een lichte beperking in banen
waarbij de nadruk niet ligt op de conceptuele vaardigheden. Ze hebben vaak ondersteuning
nodig bij het maken van beslissingen rondom gezondheid en juridische kwesties.
Artikelen & Losse bestanden
, Mate van ernst: matig
Conceptuele domein
Gedurende de hele ontwikkeling blijft het niveau van de conceptuele vaardigheden duidelijk
achter op dat van leeftijdsgenoten. Taal- en (voor)schoolse vaardigheden verlopen
langzamer gedurende de schooljaren en ze zijn is deze vaardigheden minder goed
ontwikkeld. De ontwikkeling van schoolse vaardigheden is bij volwassenen meestal van een
basaal (simpel) niveau, en ze hebben ondersteuning nodig bij de toepassing van schoolse
vaardigheden in een baan en het persoonlijk leven. Er is dagelijks structurele ondersteuning
nodig om alledaagse conceptuele taken te voltooien; deze taken worden vaak volledig door
anderen overgenomen.
Sociale domein
De betrokkene verschilt in de loop van de ontwikkeling duidelijk van leeftijdsgenoten in
sociaal en communicatief gedrag. De betrokkene is in staat om relaties met anderen aan te
gaan en de betrokkene kan gedurende zijn leven hechte vriendschappen en soms
romantische relaties ontwikkelen. De betrokkene slaagt er echter niet altijd in om sociale
signalen op te merken of om die adequaat te interpreteren. Het sociale oordeelsvermogen en
de beslissingsvaardigheden zijn beperkt, en verzorgers moeten helpen bij het nemen van
belangrijke besluiten.
Praktisch domein
De betrokkene kan als volwassene voorzien in persoonlijke behoeften van eten, aankleden,
stoelgang en hygiëne, hoewel daarvoor een lange leerperiode en veel tijd nodig is om op
deze gebieden onafhankelijk te worden. Onafhankelijk functioneren is mogelijk in banen
waarvoor beperkte conceptuele en communicatieve vaardigheden nodig zijn, maar er is
meer ondersteuning van collega’s en andere nodig om te kunnen doen aan de sociale
verwachtingen, werk gerelateerde eisen en aanvullende verantwoordelijkheden.
Mate van ernst: ernstig
Conceptuele domein
Het vermogen om conceptuele vaardigheden te verwerven is beperkt. De betrokkene begrijpt
over het algemeen weinig van geschreven taal of van concepten waar getallen,
hoeveelheden, tijd en geld bij komen kijken. Verzorgers geven gedurende het hele leven
uitgebreide ondersteuning bij het oplossen van problemen.
Sociale domein
Spraak kan beperkt blijven tot zinnen bestaande uit één woord of korte frasen en kan worden
aangevuld met andere vormen van communicatie. Taal wordt meer gebruikt voor sociale
communicatie dan voor uitgebreide uiteenzettingen. De betrokkene begrijpt eenvoudig
geformuleerde uitingen en communicatie met behulp van gebarentaal. Relaties met
gezinsleden en bekende anderen vormen een bron van plezier en ondersteuning.
Praktisch domein
De betrokkene heeft ondersteuning nodig voor alle dagelijkse activiteiten. Hij of zij heeft altijd
toezicht nodig. Mensen met een ernstige beperking kunnen geen belangrijke beslissingen
nemen over het eigen welzijn of dat van anderen. Voor volwassenen is structurele
ondersteuning en hulp nodig bij de uitvoering van huishoudelijke taken, vrijetijdsbesteding en
werk. Vaardigheden aanleren vraagt een lang leerproces en structurele ondersteuning.
Artikelen & Losse bestanden