100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoor- en werkcolleges Module 1 en 2 €6,98   In winkelwagen

College aantekeningen

Samenvatting hoor- en werkcolleges Module 1 en 2

 36 keer bekeken  1 keer verkocht

Dit is een samenvatting met daarin een uitwerking van de informatie uit álle hoorcolleges, werkcolleges en studietaken van module 1 en 2. Voor beide tentamens heb ik een 7,3 gehaald.

Voorbeeld 10 van de 52  pagina's

  • 9 december 2020
  • 52
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
quirinebrahma
Semester 1
Contents
Anatomie voortplantingsstelsel .............................................................................................................. 2
Bevruchting ............................................................................................................................................. 5
Polyspermie voorkomen ..................................................................................................................... 5
Baring ...................................................................................................................................................... 7
Fasen partus: ....................................................................................................................................... 8
Het op gang komen van weeën ........................................................................................................ 10
Endocrienologie .................................................................................................................................... 14
Hormoonhuishouding ....................................................................................................................... 14
Hypothalamus-hypofyse-bijnier as ................................................................................................... 15
Hypothalamus-hypofyse-gonaden as ............................................................................................... 19
Subfertiliteit .................................................................................................................................. 23
Kwaliteit van sperma meten ......................................................................................................... 25
Hypothalamus-hypofyse schildklier as.............................................................................................. 26
Thyroid .......................................................................................................................................... 26
Parathyroid ................................................................................................................................... 33
Hypofyse-hypothalamus-melkklieren ............................................................................................... 35
Glucose huishouding ......................................................................................................................... 37
Fysiologie van glucosehuishouding ............................................................................................... 37
Pathofysiologie van diabetes ........................................................................................................ 39
Hyperemesis gravidarum .................................................................................................................. 44
Hypoglykemie kind............................................................................................................................ 45
Wetenschappelijk onderzoek ............................................................................................................... 46
Validiteit ............................................................................................................................................ 46
Practische verloskunde ......................................................................................................................... 48
Klinisch redeneren ............................................................................................................................ 48
Schildklier .......................................................................................................................................... 49
Bijschildklier ...................................................................................................................................... 51
Begrippenlijst studietaken .................................................................................................................... 52
Cultuur .............................................................................................................................................. 52

,Anatomie voortplantingsstelsel




Uterus kan autonoom functioneren (contraheren zonder neurale impuls) en bestaat uit glad
spierweefsel. De fundus heeft een pacemaker functie.

,Bekkeningang is ovaal, bekken holte die rond is, bekken uitgang heeft een voor-achterwaarts ovaal.

,
,Bevruchting
Om spontaan zwanger te worden is nodig:

- Een ovulatoire cyclus
- Sperma van goede kwaliteit
- Intravaginale ejaculatie
- Goede interactie tussen sperma en cervixslijm
- Doorgankelijke tubae
- Een voorbereid endometrium

Zelf meten wanneer ovulatie plaatsvindt:

- Basaaltemperatuurcurve (btc): aantal cycli bijhouden zodat je kunt zien of er een ovulatie is.
Is een makkelijke en goedkope methode, maar als de temperatuur stijgt is de ovulatie wel al
geweest. Erg beinvloedbaar door koorts, emoties, etc..
- LH test urine: meet LH en soms ook oestradiol. Maakt gerichte coïtus mogelijk en is erg simpel.
Maar er wordt wel een aantal vruchtbare dagen gemist en kan duur worden.

Vrijwel alle zwangerschappen ontstaan door coitus op dag 8-14 bij een cyclus van 28 dagen.
Coitusfrequentie van 2-3 keer per week is voldoende voorafgaang aan ovulatie. De oocyt is tot
ongeveer 24uur na ovulatie bevruchtbaar. De spermatozoön kan tot 4-5 dagen bevruchten.

De zygote blijft 4 dagen in de tuba. Dit komt door de eerst hoge concentratie van oestrogeen. Dit
zorgt voor contracties van de tuba. Wanneer de progesteron concentratie omhoog gaat, zorgt dit
hormoon ervoor dat de spieren bij de tuba ontspannen en kan de zygote doorgaan naar de uterus.
Ondertussen vinden klievingsdelingen plaats van 2 naar 8 cellig. Je noemt het een morula wanneer
de cel 16 cellen heeft en dan is het ook in de uterus, hier is het ongeveer 3 dagen. Een week na de
ovulatie wordt het een blastocyste. Een kenmerk hiervan is dat de cellen de totipotente functie
hebben verloren (=dat de cellen nog alles kunnen worden).

In welk stadium bevindt de vrucht zich als deze zich daadwerkelijk gaat innestelen in het
baarmoederslijmvlies (endometrium)? In welk stadium bevindt het endometrium zich dan?

De vrucht is in het stadium van blastocyste, 7 dagen na de bevruchting. Het endometrium is
ondertussen gegroeid sinds de ongesteldheid. Dit onder invloed van progesteron en oestrogeen. Als
de blastocyste zich innestelt dan komt er een immuunreactie.

Wat gebeurt er als een vrucht zich op een andere plek dan in het endometrium innestelt?

Dit wordt extra-uteriene graviditeit genoemd. Het kan zijn dat het eitje zich nestelt in de eileider
(tuba) of het kan zich nestelen in de buikholte als het helemaal uit de eileider gaat. Een vrouw kan
dan buikpijn hebben en bloedverlies. Een eitje kan nooit buiten de baarmoeder uitgroeien tot baby.
Het eitje/foetus zal moeten worden verwijderd, afhankelijk van de grootte.



Polyspermie voorkomen
Spermacellen gaan door corona radiata naar de zona pellucida. De zona pellucida heeft glycoproteïne
receptoren. De sperma proteïne binden hieraan. Hierdoor volgt een acrosome reactie. Dit is een
reactie van de spermacel op het binden van de receptoren. De acrosoom membraam fuseert met het
plasmamembraan van de eicel. Die zorgt voor het vrijkomen van enzymen en antigenen die nodig zijn
om door te breken. Bij fusering van eicel en spermacel is er een verandering van membraan potentiaal

,waardoor sperma tijdelijk niet kan binden (reactie 1). Hierna komt de corticale reactie waarbij blaasjes
rond het eitje via exocytose stoffen uitscheiden die zorgen voor inactivatie van spermabinding door
verharden van zona pellucida (reactie 2). Nu kan het sperma definitief niet meer binden en vindt er
dus geen polyspermie plaats.

,Baring
Het benige baringskanaal: bekkeningang, bekkenholte, bekkenuitgang.

Het weke baringskanaal: onderste uterussegment, cervix uteri, vagina, spieren en bindweefsel van de
bekkenbodem en vulva.

De bekkenas maakt een draai van 90 graden. De baby draait hiervoor twee keer: de binnense en de
buitenste spildraai. De baby gaat het baringskanaal in met zijn hoofdje (en lichaam) naar de zijkant
gedraaid. In de bekkenholte draait hij een kwartslag (gezicht naar de dorsale zijde) → inwendige
spildraai. Zodra het hoofd staat draait de baby weer met hoofd en lichaam naar de zijkant →
uitwendige spildraai.



Uterusactiviteit:

Fase 1 Fase 2 Fase 3
Uterus in rust Voorbereiden Stimuleren
Geen activiteit van uterusactiviteit uterusactiviteit
glad spierweefsel (transformatie fase)
Onder invloed van Progesteron, relaxine, Oestrogeen, Prostaglandinen,
NO, prostacycline progesteron, oxytocine, CRH
prostaglandinen, CRH

→ gap-junctions
worden gevormd →
meer calcium
doorgeven en meer
samentrekken!
Uterus Ongevoelig voor Voorbereiding op de Ontsluiting, uitdrijving
uterotonica baring foetus, placenta en
vliezen
Cervix Cervix verweekt, Weke cervix verkort en Cervix ontsluit
collagenolyse wordt centreert
geremd door
progesteron

,Fasen partus:
1. Ontsluitingstijdperk (nullipara 14 uur, multipara 7,25 uur)
a. Latente fase
Regelmatige en pijlijke weeen, cervix verweekt, centreert en verstrijkt, kan duren tot
ee ontsluiting van 5-6 cm. De cervix wordt dunner en opgetrokken de baarmoeder in.
Dit cervix-deel van de baarmoeder kan niet samentrekken en zal dus niet tegen
werken als de weeën het kind er uit duwen. Als de cervix gaat centreren gaat die van
een meer naar achter liggende positie naar een positie meer in het midden boven de
vagina. Het verweken is het open gaan.
De duur van deze fase kan sterk variëren tussen vrouwen.
Bij vrouwen die nog niet eerder bevallen zijn verstrijkt de cervix vaak eerst en gaat hij
daarna verweken/ontsluiten. Bij een vrouw die al vaker bevallen is zal het verstrijken
en ontsluiten ongeveer tegelijk gebeuren.
Er kan een slijmpropje (met wat bloed) vrijkomen hierbij. Het vruchtwater zou
doorzichtig met wat vernix (wit huidsmeer) moeten zijn. De vliezen breken meestal
voor het bevallen maar niet altijd.
b. Actieve fase
Krachtige en frequente weeen, toenemen duur contracties tot 60 seconden,
verstreken cervix, start vanaf 5-6 cm ontsluiting en soms eerder. Progressie van
minimaal 1 cm per 2 uur.
De duur van de active fase duurt bij nullipara tot 12uur en bijmultipara niet langer dan
10 uur.
c. Monitoren voortgang partus
i. Observatie: verliest ze al bloed, bolt het perineum op,
ii. Inspectie
iii. Vaginaal toucher (POVASI). Portio, Ontsluiting, Vliezen, Aard (sluitligging),
Stand (hoofd), Indaling (boven of onder symfyse, buitenkant. Of aan de
binnenkant met de vlakken van Hodge).
Door de druk op het hoofd kan er een caput succedaneum en moulage
ontstaan. De baby heeft een punthoofd door oedeem of door stukken schedel
die over elkaar liggen. Trekt vanzelf weer weg. Als je inwendig voelt naar de
indaling moet je voelen naar de schedel en niet naar het caput succedaneum.
Het kan wat zeggen over of de weeën wel krachtig genoeg zijn.
2. Uitdrijvingsfase
a. Begint met de wanhoopsfase, de druk wordt enorm
b. Begint bij volledige ontsluiting, reflectoire persdrang, voorliggend deel op H3. De
Uterus drijft de neonaat uit. Caput komt steeds dieper in het baringskanaal.
c. Bij primipara duurt dit binnen twee uur (WHO 3 uur), bij multipara duurt dit binnen 1
uur (WHO 2 uur).
d. Het hoofd staat als het tussen de weeën door niet meer terug naar binnen glijd. Het
hoofd wordt in Aav (achterhoofd naar de buik van mama) geboren met een
uitwendige spildraai.
3. Placentaire fase
a. Geboorte placenta bij AD 40 weken 90% < 15 min, 98% < 30 min.
b. Tekenen dat de placenta los ligt: wat bloedverlies, fundus stijgt en wijkt af,
navelstreng komt iets naar buiten.
c. Handgreep van Küstner. Navelstreng op spanning en drukken net boven de symfyse.
d. Het wondbet wordt dichtgedrukt door samentrekkingen van de baarmoeder.

, 4. Post placentaire fase
a. Controle op: compleetheid placenta, hoeveelheid bloedverlies, contractie uterus,
perineum (z.n. hechten), conditie moeder & neonaat, lichamelijk onderzoek
neonaaat, mictie moeder.
b. Observatie gedurende twee uur!
c. Baby eerste uur huid op huid met moeder, eerste (borst) voeding.
d. Bijkomen, drinken, eten, douchen. Meestal na 2 à 4 uur postpartum naar huis.
e. Administratie!

Houdingen: in bad, op handen en voeten, lopend op trap, tegen een muur, achterste voren op stoel,
downward dog, op je zij, tegen een stoelleuning, baarkruk etc.. Meestal gebeurt het liggend op de rug,
maar een verticale houding is vaak makkelijker.

Plaats van partus: thuis (woonkamer), geboortecentrum, poliklinisch in het ziekenhuis of in het
ziekenhuis (operatiekamer). Bij complicaties naar de tweede lijn. 30% baart thuis.

, Het op gang komen van weeën
• biochemische veranderingen
• cervicale rijping
• myometriumveranderingen
• endocriene, paracriene en autocriene mechanismen,
• progesteron
• prostacycline
• relaxine
• nitric oxide
• oestrogenen
• gap junctions
• prostaglandinen
• oxytocine
• CRH
• ACTH
• DHEAS
• ontstekingsachtige activatie

Anatomie spierweefsel uterus

De baarmoeder bestaat uit glad spierweefsel. Dit spierweefsel wordt aangestuurd door het autonome
zenuwstelsel (niet door het perifere). Deze spiercellen hebben een korte spoelvorm en één celkern
per spiercel. De filamenten hebben geen geordende ligging (in tegenstelling tot dwarsgestreepte
spieren). De spieren zijn verbonden door mechanische verbindingen en geven impulsen (calcium) snel
door d.m.v. gap junctions. De spieren trekken aan d.m.v kruisbruggen tussen myosine en actine
filamenten. De gladde spiercellen liggen in de baarmoeder in verschillende richtingen. Ze kunnen tot
70% van hun lengte contraheren.




Tijdens de zwangerschap zijn er Braxton Hicks contracties (voorweeën). Deze spelen mogelijk een rol
bij het ontstaan van het onderste uterussegment en het verstrijken van de cervix. Echte weeën zouden
wel kunnen ontstaan maar worden onderdrukt door progesteron.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quirinebrahma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,98  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen