Running head: OUDERLIJKE SELF-EFFICACY EN EXTERNALISERENDE GEDRAGSPROBLEMEN 1
Meer Ouderlijke Self-Efficacy en Minder Externaliserende Gedragsproblemen bij Kleuters:
Een Systematische Review
Roxanne de Ronde (469393)
Bachelorscriptie
Erasmus Universiteit Rotterdam, Faculteit der Sociale Wetenschappen,
Pedagogische Wetenschappen
Eerste beoordelaar: dr. J. Weeland
Tweede beoordelaar: drs. E. Stapel
Plaats en datum van inlevering: Renesse, 28 juni 2020
,OUDERLIJKE SELF-EFFICACY EN EXTERNALISERENDE GEDRAGSPROBLEMEN 2
Samenvatting
Al in de kleuterleeftijd kunnen kinderen externaliserende gedragsproblemen ontwikkelen,
zoals agressief, storend en/of hyperactief gedrag. Het is belangrijk om onderzoek te doen naar
het verband tussen ouderlijke self-efficacy en externaliserende gedragsproblemen bij kleuters,
omdat in de kleuterleeftijd de emotieregulatie ontwikkelt, de hersenen gevoeliger zijn voor
veranderingen, en omdat aanhoudende externaliserende gedragsproblemen in de
kleuterleeftijd een sterke voorspeller zijn van nadelige ontwikkelingsuitkomsten. Deze
systematische review onderzoekt het verband tussen ouderlijke self-efficacy en
externaliserende gedragsproblemen bij kleuters. Ouderlijke self-efficacy bestaat enerzijds uit
het gevoel van ouders over hun eigen doeltreffendheid als ouder en anderzijds uit de mate van
ervaren controle in het positief en effectief beïnvloeden van de ontwikkeling van hun kind.
Met behulp van het systematisch zoeken in de elektronische databanken Scopus, PsycINFO
en ProQuest en de sneeuwbalmethode, worden elf onderzoeken geselecteerd naar het verband
tussen ouderlijke self-efficacy en externaliserende gedragsproblemen bij kleuters. Via een
systematische rapportage van de artikelen, met aandacht voor de meting en de definitie van
ouderlijke self-efficacy, en voor de beoordeling van externaliserende gedragsproblemen, vindt
deze systematische review over het algemeen een middelgroot tot sterk negatief verband
tussen ouderlijke self-efficacy en externaliserende gedragsproblemen bij kleuters. Ouders met
een sterker gevoel van doeltreffendheid als ouder en een sterker ervaren gevoel van controle
in het positief en effectief beïnvloeden van de ontwikkeling van hun kleuter, hebben dus
vaker een kleuter met minder externaliserende gedragsproblemen. Deze conclusie ondersteunt
de theorie dat ouders met meer self-efficacy beter kunnen omgaan met uitdagingen, zoals
externaliserende gedragsproblemen bij kleuters.
Sleutelwoorden: ouderlijke self-efficacy, externaliserende gedragsproblemen, kleuter
Abstract
This systematic review investigates the relationship between parental self-efficacy and
externalizing behavioral problems in preschool children. Parental self-efficacy consists both
of the feeling of parents about their own effectiveness as a parent and of the degree of
perceived control in positively and effectively influencing the development of their child. As
early as infancy, children can develop externalizing behavioral problems, such as aggressive,
disruptive and/or hyperactive behavior. It is important to investigate the relationship between
parental self-efficacy and externalizing behavioral problems in preschool children, because in
preschool age emotionregulation develops, the brain is more sensitive to changes, and
,OUDERLIJKE SELF-EFFICACY EN EXTERNALISERENDE GEDRAGSPROBLEMEN 3
persistent externalizing behavioral problems in preschool age are a strong predictor of poor
developmental outcomes. Using systematic search in the electronic databases Scopus,
PsycINFO and ProQuest and the snowball method, eleven studies are selected about the
relationship between parental self-efficacy and externalizing behavioral problems in
preschool children. Through a systematic report of the articles, with attention to the
measurement and definition of parental self-efficacy, and the assessment of externalizing
behavioral problems, this systematic review generally finds a medium to strong negative
relationship between parental self-efficacy and externalizing behavioral problems in
preschool children. Parents with a stronger sense of effectiveness as a parent and a more
experienced sense of control in positively and effectively influencing their preschooler's
development are more likely to have a preschooler with less externalizing behavioral
problems. This conclusion supports the theory that parents with more self-efficacy can deal
better with challenges, such as externalizing behavioral problems in preschool children.
Keywords: parental self-efficacy, externalizing behavioral problems, preschooler
, OUDERLIJKE SELF-EFFICACY EN EXTERNALISERENDE GEDRAGSPROBLEMEN 4
Meer Ouderlijke Self-Efficacy en Minder Externaliserende Gedragsproblemen bij
Kleuters: Een Systematische Review
Van de ouders in Nederland geeft 11% aan vaak het gevoel te hebben de opvoeding
niet goed aan te kunnen (CBS, 2008). Dit gevoel van incompetentie bij ouders over de
opvoeding is gerelateerd aan het concept ‘ouderlijke self-efficacy’. Ouderlijke self-efficacy is
een cognitie van ouders en vormt een voorspeller van hun opvoedingsvaardigheden (Sevigny
& Loutzenhiser, 2010). De cognities van ouders bestaan impliciet uit hun kennis over wat
geschikte opvoedingsvaardigheden zijn en in hoeverre zij hieraan voldoen (Bandura, 1989).
Enerzijds bestaat dit uit het gevoel van ouders over hun eigen doeltreffendheid als ouder
(efficacy) en anderzijds uit de mate van controle die ze ervaren in het positief en effectief
kunnen beïnvloeden van de ontwikkeling en het gedrag van hun kinderen. Samen wordt dit
ouderlijke self-efficacy genoemd (Bandura, 1997; Coleman & Karakker, 2000). Ouderlijke
self-efficacy is een belangrijk concept om te onderzoeken. Ten eerste is ouderlijke self-
efficacy gerelateerd aan verschillende opvoedingsaspecten, zoals participatie, responsiviteit en
controle. Ten tweede hebben oncontroleerbare omstandigheden minder impact op de ouders
als er sprake is van een hoge ouderlijke self-efficacy (Coleman & Karakker, 1997).
Uit een recente systematische review blijkt dat meer ouderlijke self-efficacy
samenhangt met minder gedragsproblemen bij kinderen (Albanese, Russo, & Geller, 2019).
Deze problemen kunnen worden onderverdeeld in internaliserende en externaliserende
problemen (Achenbach, 1978). Internaliserende problemen beïnvloeden vooral de interne
psychologische omgeving van het kind en beïnvloeden minder de wereld buiten het kind
(Campbell, Shaw, & Gilliom, 2000). Externaliserend probleemgedrag bestaat daarentegen uit
gedragingen van het kind die gericht zijn op de externe omgeving (Eisenberg et al., 2001),
zoals storend, hyperactief en agressief gedrag (Hinshaw, 1987). Al in de kleutertijd (drie tot
vijf jaar) kunnen kinderen externaliserend probleemgedrag laten zien (Studts & Van Zyl,
2013). Een voorbeeld van externaliserend probleemgedrag bij kleuters zijn woedebuien
(Wakschlag et al., 2012).
De kleuterperiode is een interessante periode voor het verband tussen ouderlijke self-
efficacy en externaliserende gedragsproblemen vanwege verschillende redenen. Ten eerste
vormt de kleutertijd een belangrijke periode voor de ontwikkeling van de vaardigheid om
emoties te reguleren (Dennis & Kelemen, 2009). Naarmate de vaardigheden voor
emotieregulatie en cognitieve vaardigheden toenemen, nemen externaliserende
probleemgedragingen over het algemeen af (Miner & Clarke-Stewart, 2008). Echter, vanaf
deze leeftijd vertonen sommige kinderen blijvend externaliserend probleemgedrag (Fanti &