100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Sociale En Politieke Leerstelsels (K001065A) Geslaagd in 1e zit. €5,79   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Sociale En Politieke Leerstelsels (K001065A) Geslaagd in 1e zit.

1 beoordeling
 96 keer bekeken  3 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit document is zeer handig voor het examen. Ik heb de cursus gelezen, maar met deze samenvatting had je eigenlijk geen nood aan de cursus. Ik raad aan om de begrippen (aangeduid in het fluo blauw) grondig te leren, want daar legt prof Sami Zemni een grote nadruk op. Deze samenvatting bevat ALLE le...

[Meer zien]

Voorbeeld 6 van de 51  pagina's

  • 10 december 2020
  • 51
  • 2019/2020
  • Samenvatting

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: sharmag • 1 jaar geleden

avatar-seller
SOCIALE & POLITIEKE LEERSTELSELS

Inleiding

Leerstelsels = ideologie (staat, maatschappij, macht,…)
 Ideologieen op basis van vrijheid, gelijkheid & vooral broederlijkheid

Wetenschappelijke theorie en ideologie

Gelijkenissen
 Legt uit hoe de sociale wereld er uit ziet en hoe en waarom het verandert
 Reikt systeem van concepten en ideeen aan.
 Verduidelijkt relaties tussen concepten
Verschillen
IDEOLOGIE SOCIALE THEORIE
 Geeft absolute zekerheid  Incompleet, aanvaarde onzekerheid
 Heeft alle antwoorden op alle vragen  Overstijgt sociale posities
 Blind voor alternatief bewijsmateriaal  Groeiend, open , proces
 Vastegeroest in specifieke positie  Verandering gebasseerd op bewijs

Termen:
Ideologie Een ideologie omvat dus opvattingen (positieve
en negatieve) die zowel descriptief als normatief
zijn: het is een poging om vat te krijgen op de
Soci politieke omgeving zoals die is en zoals
deze hoort te zijn. Beschrijvend maar ook
voorschrijvend, mensen hebben steeds
ideologieen nodig op zich te kunnen
emanciperen.
 Geen wetenschap
 Centrale begrippen ‘vrijheid’ en
‘gelijkheid’
Emancipatie is het streven naar een volwaardige plaats in de
samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Dit kan via gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid
of de formele toekenning van gelijke rechten,
gelijkstelling voor de wet.

Doctrine Is een geheel van opvattingen dat vorm wil
geven aan de socio-politieke verhoudingen, en
op een formele wijze wordt afgekondigd door
instanties die de leiding waarnemen binnen een
instituur.
(bepaalt geheel van ideeen, maar kan worden opgelegd door macht
(bv Noord-Korea of vroeger de Kerk; zo moeten jullie leven, zo
moeten jullie de maatschappij zien))
 Valt niet samen met ideologie, in iedere
politieke beweging zit er een ideologie,
maar niet noodzakelijk een doctrine




Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 1

, DEEL 1.1 DE ZOEKTOCHT NAAR EEN NIEUW
RAAMWERK.

1.1.1 1450-1650; Het einde van de katholieke hegemonie

 4 grote tendenzen toen:

1. Afbrokkeling van de christelijke cosmologie en ontstaan wetenschap:
De lens begint te zoeken naar een bepaalde kennis, hoe draait de wereld? Deze inzichten
botsten tegen die van de Kerk. Een wetenschapper kwam zeggen dat WIJ niet centraal staan
mat de zon centraal staat. Kerk botst tegen wetenschappelijke revolutie, de mens wil af wat
er van boven af werd gezegd.  mens begint te emanciperen

2. Overgang van feodale vorstendommen naar absolutisme:
Overgang naar absolute macht van vorsten (niet meer van de mens)

3. Eerste kiemen van het kapitalisme
Nu: Kapitalisme pas uitgevonden +- 500 jaar geleden. Nu is de wereld enorm kapitalistisch.
Toen: Geld begint m’n te zien als het creeeren van winst, nieuw kapitaal. In het Kapitalisme
produceert m’n niet van te leven, maar om winst te genereren.
BV. Boer werkt niet enkel voor hem en zijn familie, maar ook voor winst te genereren op de
markt.
Een kapitalist heeft geld nodig om arbeid te kopen  TOEN; discussie of ja wel arbeid mocht
kopen en verkopen.  Socialisten zeiden dat arbeid nieuwe eigendommen creeert.

4. Einde van de katholieke hegemonie


 PROTESTANTISME

Begin: discussie over aard van het christelijk geloof. De pasu had de macht, je moest als je zondigde
je zonden af biechten en afkopen zodat je niet in de hel zou komen na je dood.  spelletje van
geldklopperij door de Kerk.

LUTHER
 Duitser (17de eeuw)
 Komt in opstand van de almacht van de Kerk
 Religieus radicalisme? Hij wou een religieuze bevrijding van de mens. Tussen de gelovigen
en God is er een directe band, een kerk daartussen is overbodig (opnieuw een idee tegen de
Kerk). Gedoe met aflaten (spelletje geldklopperij) is ook overbodig, zonden opgebiecht tov
God niet tov de Kerk.
 Veel mensen keren zich tegen de kerk, niet tegen de religie
 Luther woont op platte land  geen weet van kapitalisme (zijn biotoop maakt het niet
mogelijk dat hij mee is met de kiemen hiervan..)
 Obrigkeit? Een zeer sterke staat waar de gelovigen zich moeten aan onderwerpen.
 Winst wordt negatief gezien




Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 2

,CALVIJN
 Leeft in Genève, rijke handelsstad  weet wel af van kapitalisme en winst.
 Andere wereldvisie, maar wel eens met Luther over rechtstreekse band met God
 Economisch: als de mens werkt en winst maakt waarom zou ons eindproduct dan slecht
worden gezien? Winst  gevolg van ijver en werklust
 Winst diende niet voor paleizen en andere ijdele dingen te bouwen of kopen. Wél voor aan je
arbeiders, een deel voor jezelf, maar vooral TE INVESTEREN.
 Consistories; raden met verschillende meningen (predicanten, enorm religieuzen).
Vernieuwend? Breekt volledig met de opvattingen van de politiek toen  de wet geldt voor
iedereen, in welke klasse je ook zit.
 Theocratie

THOMAS MUNZER
 Ketent een opstand in Duitsland voor de armen
 De politiek moet worden georganiseerd dat er gelijkheid is. We moeten hier en nu leven, we
moeten zo een ideaal mogelijkhe maatschappij vormen
 KETTERSIDEE



1.1.2 De vlucht naar UTOPIA

Thomas MORE (15de – 16de eeuw)
 Politicus, belangrijke minister
 Zag (negatieve) veranderingen in de maatschappij  Heel kleine toplaag werd rijker, de rest
bleef achterop (onrechtvaarigdigheid)
 Boek UTOPIA ;
1ste deel: kritiek op wat hij ziet in Engeland  armoede  daar overdreven aantal edelen 
arbeid verricht door de armen voor deze edelen “Kan je wel een mens kopen?”
2de deel: de utopie, een mysterieuze ideale wereld, de perfecte maatschappij
 essentie: religie ontbreekt?
 Religie? Hij gaat ervan uit dat voor geld en privébezit de mens een kuddebeest was, iedereen
zou delen uit harmonie.
 eerste verschijnselen van een sociaal politieke wetenschap en stelt armoede in vraag
Hoe kan religie/koning die onrechtvaardigheid tegen gaan?
 UTOPISME: afwijzen van de bestaande onrechtvaardige orde op de basis van religieuze en/of
morele gronden




1.1.3 BURGERS TER ORDE GEROEPEN


Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 3

,ENGELAND
 Bewind van Karel I:
a. Long Parliament (Karel wou eigen bewind dus parlement ontbonden, later terug
bijeengroepen in geldnood, maar onhandelbaar)
b. Puriteinen: mensen vluchten uit Engeland vanwege hun geloof, bang dat de Kroon hun
ging uitmoorden
 Grand Remonstrance: een document die alles bewees tegen Karel I
= jarenlang conflict tussen groepen id maatschappij.
= Gaan hiermee naar het volk waar het door de massa wordt gebruikt als politiek
doeleinde = ‘The Glorius Revolution’
c. Koning wou méér geld.
Waar? Burgers (armen) betaalden belastingen. Die begonnen aan kapitalisme (winst
genereren).
= No toxation without representation (= als burgers geld geven aan burgers willen ze
ook iets terug)

 LEVELLERS:
 Groep mensen die een harde kritiek geven in hun kranten tegen de vorsten. De koningen
omschrijven als binnenvallers (oorsprong: anti- Normandiers).  anti-normandisme
 Conflict tussen arm en rijk
 Bleven wel open voor onderhandelingen tussen vorsten en levellers
 Anabeptisten
 Kapitalisme: privé bezit wordt tweede grote hoeksteen dus levellers zijn voor kapitalisme.
 ‘Agreement of the people’ (argumenten voor privébezit)
a. Waarom zouden mensen werken als ze het zelf niet mogen houden
b. Waarom zouden mannen vechten voor hun land, toch voor hun privébezit (vrouw,
huis, ..)
MAAR er moeten regels komen, er moet controle zijn dat de koningen niet doen wat ze
willen en op de burgers dat ze de regels volgen
 ‘The people’ (toen?)
a. Niet zomaar iedereen, mannen (vrouwen, zwervers genegeerd)
b. Elite zag ‘the people’ als  1% vd maatschappij
c. Levellers als  5% vd maatschappij 

 Crombile zet Karel I af, Karel II op  VERANDERING, JA!

Verenigde Provincies
 Periode van de Regenten




1.1.4 HET STAATISME


Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 4

, Periode va absolutistische natiestaten.
Macht in handen van aristorcratie (dwang en hegemonie)  macht burgerij zwak

MACHIAVELLI
 Il principe; denker over hoe de perfecte (absolute) heerser er moet uitzien
 Van eigen belang naar implementatie in de praktijk:
o Realist: alle middelen zijn toegelaten om doel te bereiken (geweld,..)
o Doel heiligt de middelen: Heersers willen zeker zijn over de orde in de maatschappij,
wanneer mensen zéker zijn van hun behouden van bezit (onaantastbaar privé-bezità
 geeft vrijheid
 populair Machiavellisme
 Een keizer moet vooral gevreesd zijn
 In tegenstelling tot More is het idee van Machiavelli geen utopie: hij wil daadwerkelijk iets
realiseren, iets teweeg brengen. Daarvoor gebruikt hij de wetenschap als uitgangspunt:
lessen trekken uit de empirie, kennis nemen van wetten die het gedrag regelen.
 Einddoel = eenheidsstaat (eenmaking van italie, dat extreem versplinderd was, een sterke
staat nodig om orde te verzekeren)



HOBBES
 Schrijft Leviathan, over de staatsvorm die hij voor ogen heeft
 Pessimistisch mensbeeld
 Oorlog meegemaakt  door trauma: heel weinig plaats voor religie en moraal (mensen doen
het elkaar aan, elk individu is strijdvaardig
  MORE (Hobbes heeft geen ideale samenleving voor ogen (kans op tiranie))
 De mens is een homo-mini-lupus: natuurlijk wantrouwen tov andere mensen, mensen
moorden elkaar uit. (geen sprake van vrijheid en gelijkheid)
 Oplossing: vrijheid inruilen voor zekerheid  soevereiniteit overdragen aan de Leviarhan
(“the Mortal God”)  onvoorwaardelijke leider; autoritaire staat.
 Autoritaire staat: koning moet superkoning worden en met harde hand leiden.
 Bron van rechtvaardigheid/ Commonwealth: vrijheid opgeven en zekerheid kiezen die de
heerser hun geeft
 Zekerheid ? Privé-bezit, niet wordt afgenomen
 =/ religie, moraal




DEEL 1.2 DE GENESE DER BURGERLIJKE IDEOLOGIE



Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 5

, In deze periode definitieve doorbraak KAPITALISME.
Verlichting (nieuwe denkbeelden)
Belang van wetenschap op de voorgrond (Isaac Newton)
Vorstenhuizen = paseé

1.2.1 POLITIEKE FUNDAMENTEN

LOCKE
 Het startpunt van Locke betekent een verschuiving van perspectief: het gaat over de mens
hoe hij is, niet hoe hij hoort te zijn
 “All men are born free and equally alike”  Toch wou hij geen absolute gelijkheid, het is
slechts een uitgangspunt om verdere conclusies uit te trekken.
 Mens leeft in harmonieuze toestand, maar verdwijnt door intrede van geld  iedereen
beschikt over eigen arbeid en kan die verkopen aan een koper (opdeling arbeider-
ondernemer).
o  vloeit logisch voort uit een ‘natuurwet’ en betekent niet noodzakelijk uitbuiting
(eerlijke ruil) + nog steeds ongelijkheid
 Ongelijkheid zorgt voor opstand en zo ontstaat de ‘civil society’
 Civil society:
o Macht bij het volk, maar wordt overgdragen aan politieke instanties (wetgevende en
uitvoerende macht), maar dit is een sociaal contract (contractuele
machtsoverdraging, voorwaardelijk en beperkt)
o Wie? Niet uit het hele volk  enkel uit Freeman (elite, opkomende burgerij, adel,
grootgrondbezitters), NIET: vrouwen, werklozen, landlopers, dagloners, arbeiders..)
 Voorstander Scheiding Der Machten: De koning (goede monarch, godlike prince, zit er
omdat Civil Society wil dat hij daar zit, MAAR CS mag tegenspreken, koning zit er met
toestemming van het volk
 Majority rule  de minderheid (koning) is gebonden aan de meerderheid, het volk
 Religie: zorgt ervoor dat het gewone volk niet in opstand komt, politiek gebruiksmiddel om
sociale orde te aanvaarden
 Het uitgangspunt van gelijkheid mondt dus uit in een verdediging van ongelijke rechten
(buiten tegen de legitimitatie voor een opstand tegen de vorst)

HUME
 Gaat in tegen positivistische visie: staat sceptisch tov de rede
 Zeker kennis enkel in exacte wetenschappen
 Geen bewijs voor lineaire vooruitgang en toekomstprojecties onmogelijk  mens bestaat uit
meer dan enkel ratio (ook emoties en impulsen)
 GEEN Franse verlichtingsdenker




Frans rationalisme en de Verlichtingsfilosofie

Kernpunten:



Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mds18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€5,79  3x  verkocht
  • (1)
  Kopen