100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Internationaal publiekrecht €13,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Internationaal publiekrecht

8 beoordelingen
 691 keer bekeken  48 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Volledige en grondige samenvatting van het vak internationaal publiekrecht (Ugent) gedoceerd door Tom Ruys (AJ ). De samenvatting bestaat uit lesnotities van alle hoorcolleges aangevuld met het boek. Ik behaalde in 1e zit een 13/20.

Voorbeeld 10 van de 295  pagina's

  • 12 december 2020
  • 295
  • 2020/2021
  • Samenvatting

8  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: StudentUGentDSW • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: madelineduytschaever • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: UGentstudent77Rechten • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Student5555 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: paulinestroom1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: 1c245 • 3 jaar geleden

Goed uitgelegd; uitgebreid, maar toch beknopt genoeg! Prima

review-writer-avatar

Door: asterr • 3 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Internationaal Publiekrecht
Inleiding: Internationaal Publiekrecht anno 2020
1. Kenmerken

1.1 Inhoudelijk :

- Betrekking tussen staten onderling
- Internationale betrekkingen (Bv. VN)

Het modern internationaal recht heeft niet alleen betrekking op ​staten​, maar ook op ​internationale
(Bv. VN en EU) en ​regionale​ ​organisaties​ (Bv. Raad van Europa, EVA, CEVA, ESA,...), politieke
lichamen en zelfs op individuele burgers (Bv. EVRM). Het ​regelt dus internationale
betrekkingen​.

>< IPR​ : bepaalt welk nationaal recht toegepast moet worden bij geschillen met
grensoverschrijdende elementen (Bv. Amerikaanse man huwt een Russische vrouw in Cuba, u
woont in België en erft van een opa die in Spanje woont, ...)

Er is een ​toenemende harmonisering​ : via verdragen worden gemeenschappelijke bindende
regels van IPR vastgelegd → het onderscheid vervaagt (Bv. EVRM)

1.2 Oorsprong :

Jeremy Bentham​ (1789) : Britse filosoof die de term ‘internationaal publiekrecht’ als eerst
gebruikte.

Natuurrecht​ (middeleeuwen) ​naar positief recht​ (18e - 19e eeuw)​ :

● Natuurrecht / ius naturale​ : bron ≠ wil van de soevereine staat maar het idee dat iedereen
rechten heeft omdat ze door de ‘natuur’ zijn gegeven. Natuurrechten zijn aangeboren en
onvervreemdbaar. Bv. fundamentele rechten zoals de mensenrechten

● Positief recht​ : bron = belangen en wil staat, het positief recht wordt door staten gemaakt en
uitgevoerd → meer geschreven en formele bronnen

Gevolgen​ :

Onderscheid ​lex lata (​ = geldende positieve recht op basis van de methodologie) en ​lex ferenda​ (=
toekomstig en wenselijke recht)




1

,Focus op formele bronnen MAAR opkomst informele bronnen (Bv. politieke akkoorden) met/zonder
bindende kracht

1.3 Functie :

Het internationaal recht heeft ​2 finaliteiten​ :

● Recht van co-existentie ​: vreedzaam samenbestaan tussen staten verzekeren (Bv. verbod
op gebruik van geweld, grenzen opleggen en vaststellen, afbakenen binnen welke domeinen
uw rechtsmacht kan uitoefenen, …) → stabiliteit

● Recht van coöperatie​ ​: effectieve samenwerking tussen de staten faciliteren om samen
uitdagingen aan te gaan (Bv. handel, transport,...)

Idee van global governance​ : staten moeten onderling afspraken gaan maken om ‘global
commons’ te gaan beheren en ‘global public goods’ te gaan beschermen (Bv. luchtvervuiling,
milieuverontreiniging,...). Dit zijn uitdagingen die niet binnen de grenzen van een land aangepakt
kunnen worden, maar die geconcerteerde reacties vereisen.

1.4 Algemene kenmerken

Het internationaal recht is een ​horizontaal en onvolmaakt systeem​ waar de instemming van
staten cruciaal is (consensualisme).

A. Horizontaal

Het internationaal recht is ​gebaseerd op de soevereine gelijkheid​ tussen de staten. De staten
hebben een aantal basisrechten en verplichtingen onder het internationaal recht.

De regels worden gemaakt door staten en zijn bindend voor staten. De staten zijn dus ​makers​ en
tegelijkertijd ​primaire objecten ​van de regels.

Staten zijn enkel gebonden door regels waarvoor ze hun instemming verleend hebben =
consensualisme​.

B. Onvolmaakt

Geen centrale wetgever​ :

Geen orgaan die regels kan opleggen, de staten moeten eerst instemmen met een verdrag om
gebonden te zijn. De staten zijn de makers en tegelijk het doelwit van de verdragen.

● Algemene vergadering VN ≠ wetgever​ : resoluties (=aanbevelingen) i.p.v. wetten + staten
hebben de keuze om zich al dan niet te verbinden.



2

, ● VN veiligheidsraad ≠ wetgever ​: leden moeten aanvaarden dat zijn gebonden zijn door een
resolutie + dat zij uitvoering zullen geven. De bevoegdheden van de Raad zijn daarnaast
beperkt tot bedreiging van de vrede en veiligheid. De veiligheidsraad kan in dit kader
dwangmaatregelen opleggen.

MAAR​ : lidstaten kunnen wel autonoom beslissen om een wetgevende bevoegdheid toe te kennen
aan een internationale organisatie Bv. EU

Conclusie​ : internationale organisaties hebben maar bevoegdheden als deze door hun leden
wordt toegekend

Geen centrale rechter​ :

Niemand bevoegd om uitspraak te doen over alle internationale geschillen.

De staten moeten de rechtsmacht van een bepaald rechtscollege op internationaal niveau
erkennen vooraleer dit rechtscollege geschillen mag beslechten. Bv; staten kunnen de
rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof in den Haag erkennen.

Deze erkenning van de rechtsmacht kan vooraf d.m.v. een verdrag, maar er zal altijd een vorm van
instemming moeten zijn.

Geen centrale afdwinging​ (‘’wereld-politie’’) :

VN veiligheidsraad ≠ afdwinging = politiek orgaan: mag enkel optreden bij een bedreiging van de
vrede of veiligheid, maar niet bij een schending van het internationaal publiekrecht

Indien een staat zijn verplichtingen onder een verdrag niet nakomt kan een andere staat
tegenmaatregelen​ nemen (Bv. in het kader van WTO). Dit is een mogelijkheid waarop enkel de
economisch en militair machtige landen zich kunnen beroep (Bv. VS). De tegenmaatregel moet
voldoen aan de volgende voorwaarden :

● Proportioneel
● Tot doel hebben de overtreding te stoppen

Dit is een vorm van het recht in eigen handen nemen en toont aan dat het IR primitief is.
Tegenmaatregelen kunnen kan nadeel hebben dat het leidt tot escalatie en dat beide partijen zich
erop beroepen (=misbruik).

Waarom leven staten het internationaal recht al dan niet na ​?

Bij het al dan niet naleven zal men als staat rationeel kijken naar de ​baten en de kosten​ (Bv. in
welke mate zal de prestige dalen, bestraffingskansen, tegenmaatregelen, ...). Indien de baten
groter zijn dan de kosten zal men het IR niet naleven. Er is een rationele belangenafweging.

3

,Bv.​ in het kader van het milieurecht is er de ​naming & shaming​. Staten willen een goede imago
behouden en zijn bekommerd om hun prestige en prestatie. Ze willen goede relaties onderhouden
met andere staten.

1.5 Evolutie :

Sterke ontwikkeling na WO II​ :

Proliferatie​ (=groei en verspreiding) van internationale en regionale organisaties (Bv. VN, EU,
EVA, Raad van Europa, …). Sommige organisaties hebben een heel breed politiek
werkingsdomein.

Codificatie​ en opkomst nieuwe subdomeinen (Bv. oorlogsrecht, verdragsrecht, zeerecht,...)

Versnelling na Koude Oorlog​ ​(Westen = democratie VS Sovjet-Unie = communisme)​ ​:

Na de Koude Oorlog waren er veel nieuwe ​verdragsinitiatieven​ en een toename van de
geschillenbeslechting.

The end of history​ : werk waarin de extase na de Koude Oorlog uitgedrukt wordt. Men dacht dat men
op de goede baan was om de internationale rechtsorde uit te bouwen tot dat ideale beeld in het
VN-Handvest. Er wordt gezegd dat de VN-veiligheidsraad eindelijk zijn rol kon opnemen aangezien de
tegenstelling tussen Oost en West weggevallen was. Het idee dat de Westerse liberale democratie de
tweestrijd gewonnen had is sterk aanwezig in het werk.

Humanization​ : tegenwoordig staat het welzijn van het individu centraal en niet het welzijn van staten
(Bv. opkomst mensenrechten en mensenrechtenorganen, oprichting van de straftribunalen ter
bestrijding van zware humanitaire misdrijven). Het internationaal recht is dus fundamenteel van aard
veranderd.

Global governance, proliferatie en fragmentatie​ : door de bloei en het geloof in de internationale
rechtsorde ontstonden er veel internationale en regionale organisaties en begon men bang te worden
voor fragmentatie (Bv. tegenstrijdige uitspraken van verschillende organen omdat men verschillende
procedures bij verschillende instanties kan starten). = luxeprobleem

Er was ook een toename van de juridische ​geschillenbeslechting​. Bv. de oprichting van het
Internationaal Gerechtshof in den Haag en de oprichting van internationale straftribunalen (Bv. het
Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië​ en het ​Internationaal Straftribunaal
voor Rwanda).




4

,Quo vadis?​ (= waarheen gaat het) :

Niet apolitiek ​: internationaal recht bevindt zich op het snijpunt tussen recht en politiek. Het is het
resultaat van politieke keuzes en botsend belangen (Bv. internationaal handelsrecht: iedereen
specialiseert zich in wat hij het best kan).

Het internationaal recht is tegelijk een​ politiek project en politieke agenda​. Een duidelijk voorbeeld
zijn de millenniumdoelstellingen (agenda-setting MDGs en SDGs). Dit zijn doelstellingen op
VN-niveau op vlak van armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling, vrede, gezondheid, ... Het is een
soort regeerakkoord op internationaal niveau om allen in dezelfde richting te gaan. Deze doelstelling
worden verwezenlijkt (Bv. armoede en moedersterfte is wereldwijd gehalveerd)

Het internationaal recht is een creatie van Westerse landen, oorspronkelijk Europese landen, het
reflecteert dus de belangen van deze landen. De wereld is in verandering en dit zorgt voor
spanningen met opkomende landen (Bv. sommige landen willen aanpassing van bepaalde regels,
Afrikaanse Unie,...).

Ideologisch​ : het promoot de westerse liberale democratie, maar het VN-Handvest maakt geen
ideologische keuze en laat plaats voor verschillende regeringsvormen (= non-interventie → geen
inmenging).

Sommige landen hebben een verschillende visie van de principes van het internationaal recht (Bv.
Russia-China Declaration*)

Russia-China Declaration (2016)​ : geven hun visie op de principes van het internationaal recht

● Er wordt niets gezegd over mensenrechten en humanitaire zaken (Bv. migratie)
● Klemtoon op soevereine gelijkheid en het idee van non-interventie = geen inmenging →
Westerse landen willen volgens China en Rusland hun waarden en normen opdringen
● Verwerpen van economische sancties → stellen de legaliteit van deze sancties in vraag
● Verwerpen het idee van extraterritoriale rechtsmacht (=optreden buiten het eigen territorium)
● Juridische geschillenbeslechting is maar mogelijk na de instemming van de staat → beide
landen hebben negatieve ervaringen met juridische geschillenbeslechting (Bv. discussie bij
arbitragetribunaal tussen de Filipijnen en China ivm claim van Zuid-Chinese zee)
● Sancties mogen enkel afkomstig zijn van de VN-Veiligheidsraad → beide hebben een veto dus
een grote impact
● Staatsimmuniteit moet worden beperkt = principe dat een staat niet kan worden vervolgd voor
nationale rechtbanken van andere landen

De visie en prioriteiten van landen op basis van het internationaal recht is verschillen van land tot
land. De internationale rechtsorde is dus in evolutie en crisis door de verschillende visies.



5

,2. Internationale rechtsorde in crisis

2.1 Illustraties

Migratiepact​ : de regering keurde het VN-migratieplan niet goed terwijl Charles Michel beloofde
om het in Marrakech te bekrachtigen. Dit is te wijten aan Theo Francken (N-VA) die het pact als
‘soft-law’ beschouwt (=geeft aan in welke richting landen willen gaan, zonder dat ze verbintenissen
aangaan). Deze crisis had de val van de regering ten gevolge. Het is inderdaad meer een akkoord
van soft-law dan een bindend instrument.

CETA-Verdrag ​(=handelsakkoord EU-Canada) : afspraken over de handel in goederen, diensten
en investeringen om duurzame handel te bevorderen tussen de EU en Canada. Wallonië was
volledig tegen het idee van investeringsarbitrage waardoor België het niet kon ondertekenen, dit
vormde een blocage voor de ganse deal.

Brexit​ : Groot-Brittannië wil haar soevereiniteit terugvinden en uit de bureaucratie stappen. Dit
land verliet de EU op 31 januari 2020 ten gevolge van een referendum die in 2016 plaatsvond. De
regels i.v.m. de douane-unie en de interne markt blijven echter tot 1 januari 2021 gelden
(overgangsperiode).

Trump ​: Trump zei in een VN-toespraak dat de wereld niet aan globalisten toebehoort, maar aan
patriotten. Hij ondergraaft zo de pijlers van de internationale rechtsorde.

Polen​ : in sommige Poolse gemeenten mogen holebi’s en transgender niet binnen (lgbtq-vrije
zones).

2.2 Aanvallen op multilaterale instellingen en het idee van global governance en
toename van het unilateralisme

Treaty-making at something of a standstill ​: de laatste jaren zijn er weinig verdragsinitiatieven,
niemand staat nog te springen om zich te verbinden. Er is een toename van het unilateralisme,
men wil het alleen gaan regelen.

National security exceptions​ : men gaat afwijken van internationaalrechtelijke plichten onder het
mom van de nationale veiligheid (Bv. WTO bevat deze clausule, Trump wil Tik Tok afschaffen in
het kader van de nationale veiligheid).

Er zijn tal van ​aanvallen op verdragen en instellingen​ die erop wijzen dat de internationale
rechtsorde in vraag wordt gesteld :

● Trump : terugtrekking van de VS uit het WHO in het kader van de Coronacrisis en Unesco




6

, ● Aanval van de Trump Administratie tegen het Strafhof : een van de lopende onderzoeken is
gericht op internationale misdrijven gepleegd door amerikaanse militairen in Afghanistan
● Boris Johnson geeft rechtuit toe dat GB een deel van het overgangsakkoord zal negeren
door zich te beroepen op het nationaal recht
● Arresten EHRM worden niet uitgevoerd wanneer ze in strijd zijn met het russisch nationaal
recht. Het primeert dus op het internationaal recht
● Mensenrechtenorganen komen onder druk te staan ⇒ Bv. collectieve terugtrekking van het
Strafhof in de Afrikaanse Unie
● De handelsakkoorden staan onder druk (Bv. CETA-verdrag)

2.3 Verklaring voor het in vraag stellen van het internationale rechtsorde

Er is een terugkeer naar het ​populisme​ en ​nationalisme​ : de staten willen hun soevereiniteit
terug en verzetten zich tegen de bureaucratie en een globalistische elite.

Globalisering heeft ook ​verliezers​ : er is altijd een groep die het gevoel heeft niet gehoord te
worden. Er is een soort van cultuuroorlog waarbij sommige spelers de waarden die gepropageerd
worden door de internationale rechtsorde niet aanvaarden.

Het is misschien allemaal te snel geweest waardoor er vandaag een vertraging is. Dit is een
reactie op de proliferatie​ van internationale organisaties. Ook de internationale hoven en
rechtbanken zijn verantwoordelijk omdat ze te gretig gebruik gemaakt hebben van de
bevoegdheden die hen toegekend werden.

Er is tenslotte een v​eranderde geopolitieke realiteit​ (Bv. de BRIC-landen die hun plaats meer en
meer opeisen binnen de nationale rechtsorde). De VN-veiligheidsraad is heel actief maar het is
niet altijd gemakkelijk om de neus in dezelfde richting te zetten tussen de 5 permanente leden.

2.4 Toekomst

Het is een bureaucratie, er zal verandering en vereenvoudiging moeten komen. De VS is onder
meer vragende partij voor een hervorming.

Er wordt verondersteld dat er de komende jaren ​weinig verdragsinitiatieven​ zullen zijn. Er zullen
meer vrijblijvende initiatieven zijn (bv. meer inzetten op politieke geschillenbemiddeling).

Er is een evolutie naar soft-law = informeler, het is meer vrijblijvend dan verdragen, maar daarom
niet minder nageleefd.

Het is moeilijk om op sommige vlakken overkoepelende regels te creëren. Dit draagt bij tot de
fragmentatie van het internationaal recht. Men gaat dan regionale akkoorden sluiten




7

,Hoofdstuk 1: Bronnen

1. Algemeen

1.1 Overzicht

Art. 38 Stat. Internationaal Gerechtshof (IGH)​: beperkt aantal formele rechtsbronnen

● Verdragen : bindende ovk’s tsn staten
● Internationaal gewoonterecht
● Algemene rechtsbeginselen
● Rechtspraak
● Rechtsleer

Probleem​ : art. 38 Stat. IGH is niet exhaustief, zo wordt bijvoorbeeld niet gedacht aan :

Beslissingen/resoluties IO’s​ : Bv. : resoluties van de VN-veiligheidsraad aangenomen onder art
7 zijn bindend voor alle landen

Eenzijdige handelingen en verklaringen​ → ILC Guiding Principles = criterias die voldaan
moeten zijn om een bindende eenzijdige handelingen te onderscheiden van een loutere politieke
verklaringen.

● Bv. Bolivia - Chili​ ​: Bolivia startte een zaak om een toegang te krijgen via de Stille Oceaan.
Bolivia was van mening dat Chili zich had verbonden om te onderhandelen om een toegang
te verschaffen. Er waren verklaringen met eenzijdige beloftes en Bolivia beroepte zich erop
als bron van het internationaal recht. Het Hof bevestigde dat eenzijdige handeling bindend
kunnen zijn indien de staat de intentie had om zich te verbinden.

Uitzonderlijk wel bindend : wanneer een staat/regeringshoofd een verklaring aflegt waarin hij een
engagement aangaat en met zijn bewoordingen heel duidelijk maakt dat hij dat bindend acht.

Soft law en informeel recht​ : juridisch niet-bindende (maar in de praktijk vaak wel gevolgde)
bepalingen en beleidsinstrumenten

1.2 Hiërarchie binnen de rechtsbronnen :

Primair versus secundair recht​ ​:

● Primair​ : het inhoudelijke of materieel recht → verdragen, gewoonte en algemene
rechtsbeginselen (creëren internationaal recht)
● Secundair​ : hoe het internationaal recht (de primaire regels) tot stand komen en hoe deze
geïnterpreteerd en afgedwongen moeten worden → rechtspraak en rechtsleer


8

,Rol algemene rechtsbeginselen​ : aanvullende primaire bron, verdragen en gewoonte primeren

Verhouding gewoonte - verdragen​ ​: de latere regel gaat voor en de meest specifieke gaat voor op
de meer algemene

● Lex posterior derogat priori ​→ nieuwe regel gaat voor op oude
● Lex specialis derogat legi generali​ → bijzondere gaat voor op algemene

Art 103 Handvest VN​ ​(HVN) : bepaalt dat verplichtingen uit VN-Handvest voorrang hebben op
andere verplichtingen die voortvloeien uit het internationaal recht

Jus cogens​ ​(Weens Verdrag) : een verdrag, die op het tijdstip van zijn totstandkoming, strijdig is
met een dwingende norm van het algemeen aanvaarde volkenrecht, is nietig (art. 53 WVV). Bv. :
geweldverbod, verbod op genocide, verbod op foltering, ... = hoogste rechtsnorm → gaat voor op
alle andere

2. Verdragen

2.1 Definitie​ (zie art. 2 (1) WVV)

Wilsovereenstemming​ tussen twee of meer subjecten van int’l recht (Bv. staten, IO’s,...) met
bedoeling ​bindende​ ​gevolgen​ (!)​ te creëren, de vorm is irrelevant. Deze overeenkomst, die
gebaseerd op het consensualisme, wordt beheerst door het volkenrecht.

Om te weten of een rechtssubject de bedoeling heeft om bindende gevolgen te creëren, moet er
gekeken worden naar de inhoud en taal van de tekst (heel concrete plichten of vaag, de titel,
clausule over ratificatie, ondertekening, beëindiging,... en de publicatie). De tekst moet voldoende
duidelijk zijn. ​De tekst kan bv uitdrukkelijk stellen dat het niet in aanmerking komt om bij het UNTS
te laten registreren.


Invulling ‘verdrag’ int. recht invulling ‘verdrag’ nat. recht

Zie artikel 2 (1) a WVV De amerikaanse GW heeft een eigen invulling
van het begrip verdrag naargelang de vereiste
meerderheid :

- treaty​ : vereist ⅔ meerderheid binnen de
senaat om te worden goedgekeurd

- congressional executive agreement​ :
gewone meerderheid in beide kamers

- sole executive agreement​ : de president
kan dit zonder de steun van de wetgever




9

, Pacta sunt servanda​ : afspraken moeten worden nageleefd ⇒ bindende kracht

*Pacta tertiis nocent nec prosunt (art. 35-6 WVV)​ : een verdrag creëert in principe geen
bindende gevolgen voor derde staten, behalve indien het verdrag voorziet in de toekenning van
rechten of het scheppen van plichten. De derde staat moet hiermee eerst instemmen.

2.2 Verschillende types

Verdragen zijn ofwel ​bilateraal​ (tussen twee staten) ofwel ​multilateraal​ (tussen meer dan 2
staten).

Een ander onderscheid is gelegen in de wijze van toetreding. Er zijn ​open​ en ​gesloten​ verdragen.

2.3 Belang registratie

Een verdragstekst wordt geregistreerd bij de Verenigde Naties (UNTS) en gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad. Wordt dit niet gedaan dan kan men zich er op VN-niveau niet op beroepen.

2.4 Belangrijke kanttekeningen

*Partijen nagaan​ : enkel bindend t.a.v. staten die partij zijn bij het verdrag

Art 27 WVV​ : nationaal recht kan niet worden ingeroepen om de niet-naleving te rechtvaardigen.
Het is niet omdat een verdrag bindend is dat de naleving gegarandeerd is en omgekeerd (Bv.
politieke akkoorden zijn niet bindend maar worden nageleefd).

2.5 Voorbeelden van akkoorden met de draagwijdte van verdragen

Klimaatakkoord Parijs​ (2015) : dit houdt verband met het Kyoto Protocol en de problematiek van
de opwarming van de aarde. Het Kyoto Protocol bepaalde dat sommige staten hun uitstoot binnen
een bepaalde termijn met een bepaald percentage moesten verlagen (concrete en kwantitatieve
targets). Het Klimaatakkoord is een vernieuwing omdat Kyoto beperkt was in de tijd en beperkt
was tot sommige landen. Nu zijn de verplichtingen voor de gehele internationale gemeenschap

Volgens sommige moet dit een bindend verdrag zijn en geen akkoord. Obama wou een akkoord
(agreement) en geen verdrag (treaty) omdat er dan geen ⅔ meerderheid nodig was. Zoals eerder
aangegeven is het niet omdat het een politiek akkoord is dat de staten het niet zullen naleven.

Het klimaatakkoord heeft alle vormelijke vereisten van een verdrag, er wordt bijvoorbeeld
gesproken van ratificatie en publicatie. Wat de inhoud betreft zijn er geen concrete juridisch
engagementen. Staten zijn wel verplicht om om de 5 jaar hun plannen om de uitstoot te reduceren
te rapporteren. Er is dus een mengsel tussen hard & soft law.




10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ugentstudent1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€13,49  48x  verkocht
  • (8)
  Kopen